Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016XC1220(01)

    Bericht van opening betreffende de antidumpingmaatregelen die gelden ten aanzien van de invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië, naar aanleiding van de aanbevelingen en uitspraken van het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie in het geschil de EU — Antidumpingmaatregelen ten aanzien van biodiesel (DS473)

    C/2016/8437

    PB C 476 van 20.12.2016, p. 3–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.12.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 476/3


    Bericht van opening betreffende de antidumpingmaatregelen die gelden ten aanzien van de invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië, naar aanleiding van de aanbevelingen en uitspraken van het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie in het geschil de EU — Antidumpingmaatregelen ten aanzien van biodiesel (DS473)

    (2016/C 476/04)

    Dit bericht wordt bekendgemaakt in overeenstemming met artikel 1, lid 1, onder a), en artikel 2 van Verordening (EU) 2015/476 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 inzake de maatregelen die de Unie kan nemen naar aanleiding van een rapport van het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen (1) („de WTO-machtigingsverordening”).

    Op 26 oktober 2016 heeft het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO het panelrapport, zoals gewijzigd door de Beroepsinstantie („de rapporten”) (2), in het geschil Europese Unie — Antidumpingmaatregelen ten aanzien van biodiesel uit Argentinië (DS473) vastgesteld.

    In het rapport van de WTO-Beroepsinstantie is onder meer vastgesteld dat de EU in strijd heeft gehandeld met:

    artikel 2.2.1.1 van de WTO-Antidumpingovereenkomst („ADA”), door de productiekosten van het onderzochte product niet te berekenen op basis van de boekhouding van de producenten;

    artikel 2.2 van de ADA en artikel VI, lid 1, onder b), ii), van de GATT 1994, door voor het berekenen van de normale waarde van biodiesel geen gebruik te maken van de productiekosten in Argentinië;

    artikel 9.3 van de ADA en artikel VI, lid 2, van de GATT 1994 door antidumpingrechten in te stellen boven de dumpingmarge die had moeten worden vastgesteld op grond van artikel 2 van de ADA en artikel VI, lid 1, van de GATT 1994.

    In het panelrapport werd onder meer vastgesteld dat de Unie in strijd heeft gehandeld met:

    de artikelen 3.1 en 3.4 van de ADA met betrekking tot de gevolgen van de invoer met dumping voor de interne bedrijfstak, voor zover betrekking hebbend op de productiecapaciteit en de bezettingsgraad.

    1.   Opening van een herzieningsonderzoek

    Na kennisgeving aan de lidstaten overeenkomstig de artikelen 1, lid 3, en 2, lid 3, van de WTO-machtigingsverordening, opent de Commissie hierbij een herzieningsonderzoek op grond van de artikelen 1, lid 3, en 2, lid 3, van de WTO-machtigingsverordening. Het doel van het herzieningsonderzoek is om de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van biodiesel uit Argentinië in overeenstemming te brengen met de aanbevelingen en uitspraken van de rapporten. De Commissie merkt op dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van biodiesel uit Indonesië voorwerp zijn van het aanhangige WTO-geschil Europese Unie — Antidumpingmaatregelen ten aanzien van biodiesel uit Indonesië (DS480). In dat geschil heeft Indonesië in wezen dezelfde argumenten aangevoerd als Argentinië in DS473. Aangezien de in de rapporten vervatte juridische uitleggingen tevens relevant lijken te zijn voor het onderzoek inzake Indonesië, acht de Commissie het passend dat in het kader van dit herzieningsonderzoek ook de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van biodiesel uit Indonesië worden onderzocht. De maatregel die in overeenstemming met het WTO-recht moet worden gebracht, is Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië (3). Dit herzieningsonderzoek beperkt zich tot de productiekosten van het onderzochte product bij de berekening van de normale waarde ervan, en de productiecapaciteit en bezettingsgraad in de context van de vaststelling van de gevolgen van de invoer met dumping voor de interne bedrijfstak. Dit loopt niet vooruit op de gevolgen die het herzieningsonderzoek kan hebben voor andere elementen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013. Het herzieningsonderzoek zal plaatsvinden op basis van feiten zoals die bestonden in het onderzoektijdvak van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013, te weten de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012, en in de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2012, te weten de beoordelingsperiode voor het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van schade.

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 kan worden ingetrokken of gewijzigd om te voldoen aan de aanbevelingen, uitspraken en juridische uitleggingen van het Orgaan voor Geschillenbeslechting. Op grond van artikel 3 van de WTO-machtigingsverordening zullen eventuele maatregelen genomen naar aanleiding van het onderhavige herzieningsonderzoek echter geen terugwerkende kracht hebben, dat wil zeggen dat zij werking krijgen met ingang van de datum van de inwerkingtreding ervan, en zij mogen niet als grondslag dienen voor de terugbetaling van voor die datum geïnde rechten.

    2.   Procedure

    Overeenkomstig de artikelen 1, lid 2, en 2, lid 2, van de WTO-machtigingsverordening verzoekt de Commissie belanghebbenden, met inbegrip van de producenten-exporteurs in Argentinië en Indonesië en de bedrijfstak van de Unie, alle noodzakelijke informatie te verschaffen ter vervollediging van de informatie die werd verzameld bij het onderzoek dat heeft geleid tot de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013. Hiertoe en teneinde aan het onderhavige herzieningsonderzoek deel te nemen, wordt alle belanghebbenden hierbij verzocht onmiddellijk, maar in elk geval uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, bij voorkeur per e-mail contact op te nemen met de Commissie.

    Alle belanghebbenden kunnen tevens een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het herzieningsonderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    3.   Mededeling van feiten en overwegingen

    Alle belanghebbenden zullen op de hoogte worden gebracht van de belangrijkste feiten en overwegingen die de basis vormen voor het voornemen Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 in te trekken of te wijzigen, en krijgen de gelegenheid om opmerkingen te maken binnen een termijn van ten minste tien dagen.

    4.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

    Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

    Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited”  (4).

    Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

    Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat dagelijks wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat H

    Kamer CHAR 04/039

    1049 Brussel

    BELGIË

    E-mail: Trade-R658-Biodiesel@ec.europa.eu

    5.   Niet-medewerking

    Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, worden deze buiten beschouwing gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

    Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

    Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

    6.   Raadadviseur-auditeur

    Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

    Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/

    7.   Verwerking van persoonsgegevens

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).


    (1)  PB L 83 van 27.3.2015, blz. 6.

    (2)  WTO, Rapport van de Beroepsinstantie, AB-2016-4, WT/DS473/AB/R, 6 oktober 2016 (hierna: „rapport van de WTO-Beroepsinstantie”). WTO, rapport van het panel, WT/DS473/R van 29 maart 2016 („panelrapport”).

    (3)  PB L 315 van 26.11.2013, blz. 2.

    (4)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21) en artikel 6 van de ADA beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

    (5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


    Top