This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TN0263
Case T-263/16: Action brought on 25 May 2016 — Magnetrol International v Commission
Zaak T-263/16: Beroep ingesteld op 25 mei 2016 — Magnetrol International/Commissie
Zaak T-263/16: Beroep ingesteld op 25 mei 2016 — Magnetrol International/Commissie
PB C 279 van 1.8.2016, p. 32–33
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
1.8.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 279/32 |
Beroep ingesteld op 25 mei 2016 — Magnetrol International/Commissie
(Zaak T-263/16)
(2016/C 279/46)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Magnetrol International (Zele, Nederland) (vertegenwoordigers: H. Gilliams en J. Bocken, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het besluit van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN), door het Koninkrijk België ten uitvoer gelegd, nietig verklaren; |
— |
subsidiair, de artikelen 2 tot en met 4 van het besluit nietig verklaren; |
— |
de artikelen 2 tot en met 4 van dat besluit in ieder geval nietig verklaren, voor zover bij deze artikelen a) terugvordering wordt vereist van andere entiteiten dan die welke een „overwinstruling”, zoals gedefinieerd in het besluit, hebben gekregen en b) terugvordering wordt vereist van een bedrag dat gelijk is aan het bedrag dat begunstigde aan belasting heeft bespaard, zonder dat België in de gelegenheid wordt gesteld om rekening te houden met een reële bijstelling naar boven door een andere belastingdienst, en |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij vier middelen aan.
1. |
Eerste middel: kennelijke beoordelingsfout, overschrijding van bevoegdheid en ontoereikende motivering, voor zover bij het besluit van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN), door het Koninkrijk België ten uitvoer gelegd, wordt gesteld dat sprake is van een steunregeling. |
2. |
Tweede middel: schending van artikel 107 VWEU en van de motiveringsplicht, alsmede een kennelijke beoordelingsfout, voor zover het bestreden besluit de bedoelde regeling als een selectieve maatregel kwalificeert. |
3. |
Derde middel: schending van artikel 107 VWEU en van de motiveringsplicht, alsmede een kennelijke beoordelingsfout, voor zover het bestreden besluit stelt dat de bedoelde regeling een voordeel tot gevolg heeft. |
4. |
Vierde middel: schending van artikel 107 VWEU, schending van gewettigd vertrouwen, kennelijke beoordelingsfout, overschrijding van bevoegdheid en ontoereikende motivering, voor zover België bij het bestreden besluit wordt gelast de steun terug te vorderen. |