This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22016P0531(03)
Resolution by the Euronest Parliamentary Assembly on policy development on unconventional gas and potential impact on energy markets in the EU and the Eastern European partner countries
Resolutie van de Parlementaire Vergadering Euronest over de beleidsontwikkeling op het gebied van niet-conventioneel gas en de mogelijke effecten ervan op de energiemarkten in de EU en de Oost-Europese partnerlanden
Resolutie van de Parlementaire Vergadering Euronest over de beleidsontwikkeling op het gebied van niet-conventioneel gas en de mogelijke effecten ervan op de energiemarkten in de EU en de Oost-Europese partnerlanden
PB C 193 van 31.5.2016, p. 13–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 193/13 |
RESOLUTIE (1)
van de Parlementaire Vergadering Euronest over de beleidsontwikkeling op het gebied van niet-conventioneel gas en de mogelijke effecten ervan op de energiemarkten in de EU en de Oost-Europese partnerlanden
(2016/C 193/03)
DE PARLEMENTAIRE VERGADERING EURONEST,
— |
gezien de oprichtingsakte van de Parlementaire Vergadering Euronest van 3 mei 2011, |
— |
gezien de gezamenlijke verklaring van de topbijeenkomst van het Oostelijk Partnerschap die op 21 en 22 mei 2015 plaatsvond in Riga, |
— |
gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 oktober 2014 over het kader voor klimaat- en energiebeleid 2030, |
— |
gezien de besluiten van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering die van 30 november tot en met 10 december 2015 plaatsvond in Parijs, |
— |
gezien de resolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2014 over een kader voor klimaat- en energiebeleid voor 2030 (2), |
— |
gezien de resolutie van het Europees Parlement van 14 maart 2013 over het Stappenplan Energie 2050, een toekomst met energie (3), |
— |
gezien de resolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2012 over samenwerking op het gebied van energiebeleid met partners buiten onze grenzen: een strategische benadering van gegarandeerde, duurzame en concurrerende energievoorziening (4), |
— |
gezien de mededeling van de Commissie van 22 januari 2014 over een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030 (COM(2014) 15), |
— |
gezien de landenstrategiedocumenten over energie voor Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne voor de perioden tot 2020 en tot 2030, |
— |
gezien de essentiële doelstellingen en het werkprogramma 2014-2017 van het Oostelijk Partnerschap — platform 3 — energiezekerheid, |
— |
gezien de oprichting van het Oost-Europees Partnerschap voor energie-efficiëntie en milieu (E5P) in 2009, |
— |
gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 194, waarin wordt gesteld dat de toepassing van de bepalingen van dit artikel ter vaststelling van Uniemaatregelen op het gebied van energie onder meer de toepassing van andere bepalingen van de Verdragen onverlet laat, waaronder artikel 192, lid 2, in het bijzonder, |
— |
gezien Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (5), |
— |
gezien de jaarverslagen van 2014 en 2015 aan het Europees Parlement en de nationale parlementen over de activiteiten van de energiegemeenschap, |
A. |
overwegende dat de EU-lidstaten en hun Oost-Europese partnerlanden grotendeels zelf hun energiemixen samenstellen en ervoor zorgen dat aan de toenemende vraag naar energie wordt voldaan, en overwegende dat de EU-lidstaten in overeenstemming met artikel 194 VWEU moeten handelen en dus de werking van de energiemarkt en de continuïteit van de energievoorziening moeten waarborgen, energie-efficiëntie, energiebesparing en de ontwikkeling van duurzame energie moeten stimuleren en de interconnectie van energienetwerken moeten bevorderen; |
B. |
overwegende dat de Europese economieën en burgers, in een snel evoluerend energielandschap met toenemende mondiale concurrentie voor energiebronnen, stijgende energieprijzen en almaar grotere prijsverschillen met sommige van onze belangrijkste concurrenten, nood hebben aan een gegarandeerde en betrouwbare voorziening van duurzame en betaalbare energie; |
C. |
overwegende dat onze landen op energiegebied nog steeds voor een aantal uitdagingen staan, zoals het koolstofvrij maken van het energiesysteem, de toenemende afhankelijkheid van de invoer door één monopolistische leverancier (met de bijbehorende risico's van leveringszekerheid), het gebruik van energievoorraden als politiek drukkingsmiddel, de voltooiing van de interne energiemarkt, energiearmoede en de effecten van de energieprijzen op het concurrentievermogen; |
D. |
overwegende dat niet-conventionele koolwaterstoffen de binnenlandse energiebronnen kunnen versterken en de afhankelijkheid van invoer kunnen verminderen; |
E. |
overwegende dat de technieken die bij grootvolumehydrofracturering, doorgaans „fracking” genoemd, worden gebruikt, aanleiding geven tot bezorgdheid over de gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu; |
F. |
overwegende dat de Commissie de milieu-integriteit van de winning van niet-conventionele koolwaterstoffen, zoals schaliegas, wil waarborgen en ervoor wil zorgen dat de risico's die aan individuele projecten en cumulatieve ontwikkelingen verbonden kunnen zijn, naar behoren worden beheerd in de EU-lidstaten die dergelijke bronnen willen exploreren of exploiteren; |
G. |
overwegende dat de Commissie op 22 januari 2014 op verzoeken voor dringende maatregelen heeft gereageerd met een aanbeveling die duidelijkheid en voorspelbaarheid moet bieden aan overheden, marktoperatoren en burgers; |
H. |
overwegende dat in Aanbeveling 2014/70/EU van de Commissie van 22 januari 2014 betreffende de minimumbeginselen voor de exploratie en productie van koolwaterstoffen (zoals schaliegas) met gebruikmaking van grootvolumehydrofracturering (6) de EU-lidstaten worden opgeroepen minimumbeginselen in acht te nemen bij de invoering of aanpassing van hun wetgeving betreffende de exploratie of productie van koolwaterstoffen met gebruikmaking van grootvolumehydrofracturering; |
I. |
overwegende dat, hoewel de wereldwijde economische crisis en de lage olieprijzen een negatieve invloed hebben gehad op investeringen in de winning van niet-conventionele fossiele brandstoffen, de internationale financiële instellingen nog altijd een belangrijke rol spelen door nationale fondsen en leningen voor dergelijke investeringen te genereren; |
J. |
overwegende dat door de vondst van schaliegas in landen die vroeger geen exploiteerbare gasvoorraden hadden, landen die aardgas invoeren zelf producent kunnen worden en langdurig in hun behoeften aan aardgas kunnen voorzien uit binnenlandse bronnen en/of uitvoerder kunnen worden dankzij de recent ontwikkelde techniek om vloeibaar aardgas (LNG) te produceren; |
K. |
overwegende dat de EU en haar Oost-Europese partnerlanden rekening moeten houden met het globale concurrentievermogen van hun economie en van hun sectoren voor de winning van koolwaterstoffen zoals fossiele brandstoffen, wanneer ze eigen beleidsmaatregelen uitwerken om verplichtingen op te leggen aan sectoren die nieuwe manieren ontwikkelen om niet-conventionele fossiele brandstoffen te winnen in het kader van de exploratie of exploitatie van deze hulpbronnen; |
1. |
benadrukt dat de EU-steun in verband met de beleidsaanbevelingen uit Aanbeveling 2014/70/EU belangrijk is; |
2. |
onderschrijft de minimumbeginselen uit Aanbeveling 2014/70/EU die tot doel hebben ervoor te zorgen dat de volksgezondheid, het klimaat en het milieu worden gevrijwaard, middelen efficiënt worden ingezet, de concurrentie voor de exploitatie, bouw en uitbating op transparante wijze wordt georganiseerd, en het publiek wordt geïnformeerd; verzoekt de EU-lidstaten die van plan zijn gebruik te maken van hydrofracturering, deze beginselen in acht te nemen; |
3. |
dringt erop aan de voorwaarden te scheppen die noodzakelijk zijn om koolwaterstoffen (zoals schaliegas) veilig en doeltreffend te exploreren en te produceren met gebruikmaking van grootvolumehydrofracturering; |
4. |
benadrukt dat de Oost-Europese partnerlanden tegemoet moeten komen aan de bezorgdheid van het publiek over alle mogelijke negatieve gevolgen van hydrofracturering en ervoor moeten zorgen dat de hoogste normen op het gebied van milieu, maatschappij, volksgezondheid, doeltreffendheid en veiligheid worden nageleefd en dat de concurrentie voor de exploitatie, bouw en uitbating van de winning van niet-conventioneel gas transparant verloopt; wijst eveneens op de noodzaak om risico's voor mens en milieu te vermijden; |
5. |
vestigt de aandacht op de bijzondere uitdagingen verbonden aan de exploitatie van aardgas, dat momenteel een kwart van het primaire energieverbruik van de EU dekt en op korte tot middellange termijn de uitstoot van broeikasgassen kan helpen verminderen, indien het koolstofintensievere fossiele brandstoffen zou vervangen; beklemtoont met name dat op consumentenniveau de regio's waar hoofdzakelijk met stookolie wordt verwarmd, hun uitstoot zouden kunnen doen dalen door huiseigenaars te stimuleren op verwarming op aardgas over te stappen; merkt op dat deze regio's er niet van mogen worden weerhouden de energie-efficiëntie in belangrijke sectoren zoals gebouwen te verhogen of zo veel mogelijk hernieuwbare energiebronnen te gebruiken; |
6. |
steunt de exploratie van schaliegas in de EU-lidstaten omdat het koolstofintensievere fossiele brandstoffen kan vervangen, een binnenlandse bron van aardgas is (die dus de afhankelijkheid van andere energieleveranciers verkleint) en een motor kan zijn voor nieuwe banen, economische groei en bijkomende bronnen van overheidsinkomsten; |
7. |
wijst zowel op de nieuwe mogelijkheden als op de uitdagingen van schaliegaswinning, zoals uiteengezet in Aanbeveling 2014/70/EU; |
8. |
roept op tot meer fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en thematisch onderzoek naar wetenschappelijke voorspellingen en tot het afbakenen van prospectiezones voor het winnen van leisteen, hoogorganisch materiaal en methaangas uit koolvoorraden, dat kan worden gekoppeld aan gaswinning in alle olie-, gas- en steenkoolbekkens; |
9. |
benadrukt dat er normatieve en technische documenten moeten worden opgesteld en dat deze in overeenstemming moeten worden gebracht met de internationale sectornormen voor de doeltreffende prospectie, exploratie en productie van schaliegaslagen in de landen van het Oostelijk Partnerschap; |
10. |
dringt erop aan de wetgeving inzake het gebruik van de ondergrond voor olie- en gasproductie en de beoordeling, voorkoming en bestrijding van de negatieve en potentieel negatieve ecologische en sociale effecten van het gebruik van de ondergrond te verbeteren; |
Mogelijke effecten op de energiemarkten in de EU-lidstaten en de landen van het Oostelijk Partnerschap
11. |
is van mening dat schaliegasactiviteiten ook directe of indirecte economische voordelen kunnen opleveren voor de EU-lidstaten en de landen van het Oostelijk Partnerschap, voor regio's, lokale gemeenschappen, ondernemingen en burgers, bijvoorbeeld via regionale investeringen in infrastructuur, directe en indirecte werkgelegenheidskansen en overheidsinkomsten in de vorm van belastingen, heffingen en royalty's; |
12. |
vestigt de aandacht op het voorbeeld van de Verenigde Staten, waar 60 % van de binnenlandse gasproductie van niet-conventionele gasbronnen komt, met schaliegas als de grootste groeier; wijst erop dat deze aanzienlijke toename van de binnenlandse aardgasproductie de gasprijzen in de Verenigde Staten heeft doen dalen en de prijs van in de EU ingevoerd vloeibaar aardgas tijdelijk heeft beïnvloed; |
13. |
neemt nota van de conclusies van de Europese Raad van 22 mei 2013 waarin de noodzaak wordt benadrukt om energievoorziening in Europa te diversifiëren en veilige, binnenlandse energiebronnen te ontwikkelen teneinde de continuïteit van de energievoorziening te waarborgen, de energieafhankelijkheid van externe leveranciers van de EU-lidstaten te verkleinen en de economische groei te stimuleren; |
14. |
herinnert eraan dat de langtermijndoelstelling van de EU samen met de landen van het Oostelijk Partnerschap erin bestaat een hulpbronnenefficiënte en duurzame economie te worden; is van mening dat aardgas en de beschikbaarheid van nieuwe bronnen van veilige en duurzame binnenlandse fossiele brandstoffen, zoals aardgas uit schalieafzettingen, een rol kunnen spelen in de transformatie van de energiesector, vooral als ze koolstofintensievere fossiele brandstoffen vervangen; is van oordeel dat een betere energie-efficiëntie, meer energiebesparingen en een toenemend gebruik van duurzame technologieën, met name hernieuwbare energie, in ieder geval nodig zullen blijven om de uitstoot van broeikasgassen van ons energiesysteem te verminderen; |
15. |
verzoekt Belarus de bouw van zijn kerncentrale stil te leggen tot een echt onafhankelijke milieueffectbeoordeling van de bouw en de exploitatie ervan is uitgevoerd op een open en transparante manier, waarbij alle bestaande internationale normen en vereisten inzake nucleaire en milieuveiligheid, zoals het Verdrag van Espoo, het Verdrag van Aarhus en de door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie vastgelegde veiligheidsnormen, in acht worden genomen en waarin alle belanghebbenden hun stem mogen laten horen, teneinde te waarborgen dat er in geen enkel opzicht wordt ingeboet op milieubescherming en nucleaire veiligheid; |
16. |
verzoekt de regeringen van de Oost-Europese partnerlanden hun uiterste best te doen om transparantie te waarborgen bij hun energieonderhandelingen met derde landen, vooral met landen die erom bekend staan energie als instrument voor buitenlands beleid te gebruiken. |
Achtergrondinformatie over de samenwerking tussen Oekraïne en de EU in de energiesector
Schaliegas en methaangas, die samen „niet-conventioneel gas” worden genoemd, wekken aanzienlijke interesse op om koolwaterstoffen te winnen en de onafhankelijkheid van Oekraïne op het gebied van energie te vergroten.
Tot de niet-traditionele koolwaterstoffen behoren schaliegas, in laagpermeabel gesteente opgesloten gas (of gas van het centraal-bekkentype) en afzettingen van schalieolie, methaan in steenkoollagen en gashydraten. In Oekraïne zijn er perspectieven om alle soorten niet-conventionele koolwaterstofvoorraden aan te boren.
In het verleden is de verwachte ontginbare voorraad schaliegas in Oekraïne door diverse deskundigen op 7 000-15 000 miljard m3 geraamd. De meeste deskundigen zijn het erover eens dat in Europa Oekraïne het land met de op drie na grootste schaliegasvoorraad is (na Polen, Frankrijk en Noorwegen).
Een van de belangrijkste factoren die aanwezig moeten zijn opdat de economie van Oekraïne doeltreffend zou werken, is het vermogen om in de behoefte aan minerale hulpbronnen, hoofdzakelijk brandstof en energie, te voorzien. Daarvoor is een daling van het energieverbruik belangrijk, maar moet er vooral ook nieuwe opsporingstechnologie worden ontwikkeld en andere natuurlijke energie, ook niet-conventionele energie, worden geproduceerd en gebruikt.
Om schaliegas te winnen, moeten moderne technologieën worden gebruikt voor het opsporen, testen, intensifiëren (in het bijzonder het gebruik van krachtige „multistage” fracturering) en het ontginnen van afzettingen, en moeten de nodige aanzienlijke investeringen worden aangetrokken, waarvoor Oekraïne zelf de middelen niet heeft.
De samenwerking tussen Oekraïne en de EU in de energiesector vindt plaats in het kader van de associatieovereenkomst en de associatieagenda tussen de EU en Oekraïne, het memorandum van overeenstemming over samenwerking op energiegebied tussen de EU en Oekraïne en het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap.
De ontginning van bronnen van niet-conventionele koolwaterstoffen, in het bijzonder schaliegas, wordt door een aantal factoren geremd, waaronder het ontbreken van wetgeving die de productie van dit type grondstof regelt.
Als lid van de energiegemeenschap is Oekraïne verplicht het derde energiepakket ten uitvoer te leggen. Het land is momenteel zijn energiesector aan het hervormen en zijn wetgeving aan het harmoniseren in overeenstemming met de aangegane verbintenissen. Zo is onlangs de wet inzake de aardgasmarkt aangenomen, die tot doel heeft in deze sector een doeltreffende en concurrerende omgeving te creëren.
Om in 2015 sectorhervormingen door te voeren, was Oekraïne van plan enkele wetsbesluiten op te stellen en aan te nemen om de gas- en elektriciteitsmarkt te liberaliseren.
In het bijzonder heeft het Oekraïense ministerie voor Energie en de Kolenindustrie, samen met het secretariaat van de energiegemeenschap, de wet inzake de aardgasmarkt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2009/73/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en Verordening (EG) nr. 715/2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten.
Voornoemde wet legt het wetgevend kader vast voor de hervorming van de gassector en bevat een plan voor de uitvoering ervan in overeenstemming met de Europese energiewetgeving, met inbegrip van de bepalingen van het derde energiepakket.
(1) Aangenomen op 22 maart 2016 in Brussel, België.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0094.
(3) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0088.
(4) PB C 332 E van 15.11.2013, blz. 28.
(5) PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3.
(6) PB L 39 van 8.2.2014, blz. 72.