Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0140

    Zaak T-140/16: Beroep ingesteld op 5 april 2016 — Le Pen/Parlement

    PB C 191 van 30.5.2016, p. 37–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.5.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 191/37


    Beroep ingesteld op 5 april 2016 — Le Pen/Parlement

    (Zaak T-140/16)

    (2016/C 191/50)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Jean-Marie Le Pen (La Trinité-sur-Mer, Frankrijk) (vertegenwoordigers: M. Ceccaldi en J.-P. Le Moigne, advocaten)

    Verwerende partij: Europees Parlement

    Conclusies

    nietigverklaring van het besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 29 januari 2016, waarvan kennis is gegeven bij brief nr. D 302191 d.d. 5 februari 2016, dat is vastgesteld ter uitvoering van artikel 68 van gewijzigd besluit 2009/C 159/01 van het Bureau van het Europees Parlement van 19 mei en 9 juli 2008„houdende de uitvoeringsbepalingen van het Statuut van de leden van het Europees Parlement”, waarbij ten aanzien van verzoekende partij een vordering is vastgesteld van 320 026,23 EUR voor ten onrechte betaalde bedragen in het kader van de assistentie aan de parlementsleden en waarbij redenen zijn gegeven voor de terugvordering ervan;

    nietigverklaring van debetnota nr. 2016-195 van 4 februari 2016, waarbij verzoekende partij ervan op de hoogte werd gesteld dat te haren aanzien een vordering is vastgesteld ten gevolge van het besluit van de secretaris-generaal van 29 januari 2016, terugvordering van ten onrechte als assistentie aan de parlementsleden betaalde bedragen, toepassing van artikel 68 van de uitvoeringsbepalingen van het Statuut van de leden en van de artikelen 78, 79 en 80 van het Financieel Reglement;

    verwijzing van het Europees Parlement in alle kosten van de procedure;

    veroordeling van het Europees Parlement veroordelen tot het betalen aan Jean-Marie Le Pen van het bedrag van 50 000,00 EUR als vergoeding van invorderbare kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij twee middelen aan.

    1.

    Eerste middel: gebreken die leiden tot de externe onwettigheid van de bestreden handelingen. Dit middel valt uiteen in twee onderdelen.

    Eerste onderdeel: het Bureau van het Europees Parlement, en niet de secretaris-generaal, is bevoegd voor financiële besluiten die de politieke partijen, en derhalve de leden, aanbelangen.

    Tweede middel: het Bureau van het Europees Parlement kan de aard en de reikwijdte van zijn bevoegdheid niet wijzigen. De secretaris-generaal kan geen enkele wettige volmacht van de voorzitter van het Bureau van het Parlement aantonen, die hem de bevoegdheid geeft de bestreden handelingen inzake het afwikkelen van financiële vraagstukken betreffende een lid vast te stellen en mee te delen.

    2.

    Tweede middel: gebreken die leiden tot de interne onwettigheid van de bestreden handelingen. Dit middel valt uiteen in vier onderdelen.

    Eerste onderdeel: de bestreden handelingen geven blijk van een kennelijke beoordelingsfout.

    Tweede onderdeel: het Bureau van het Europees Parlement heeft geen enkel bewijs geleverd ter rechtvaardiging van de bestreden handelingen.

    Derde onderdeel: de bestreden handelingen geven blijk van misbruik van bevoegdheid en van procedure.

    Vierde onderdeel: de bestreden handelingen zijn discriminerend.


    Top