Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0730

    Zaak T-730/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 18 december 2015 door DI tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 15 oktober 2015 in zaak F-113/13, DI/EASO

    PB C 98 van 14.3.2016, p. 46–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.3.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 98/46


    Hogere voorziening ingesteld op 18 december 2015 door DI tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 15 oktober 2015 in zaak F-113/13, DI/EASO

    (Zaak T-730/15 P)

    (2016/C 098/61)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirerende partij: DI (Boekarest, Roemenië) (vertegenwoordigers: I. Vlaic en G. Iliescu, advocaten)

    Andere partij in de procedure: Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

    Conclusies

    De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

    het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 15 oktober 2015 in zaak F-113/13 volledig te vernietigen;

    de hogere voorziening toe te wijzen;

    het besluit van EASO om rekwirant te ontslaan nietig te verklaren en hem te verplichten om alle rechtsgevolgen van dat besluit ongedaan te maken en de feitelijke situatie op overeenkomstige wijze te herstellen;

    EASO te veroordelen tot betaling van het bedrag van 90 000 EUR aan rekwirant ter vergoeding van zijn materiële schade en van het bedrag van 500 000 EUR ter vergoeding van zijn immateriële schade, en

    EASO te verwijzen in de volledige kosten die rekwirant in de procedure in zaak F-113/13 voor het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft gemaakt alsmede in die van de onderhavige procedure.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan het feit dat rekwirants beroep in eerste aanleg ontvankelijk en gegrond was voor wat betreft de overeenstemming tussen de middelen en feiten zoals uiteengezet in de klacht tijdens de administratieve procedure en die welke voor het Gerecht voor ambtenarenzaken zijn uiteengezet.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan een schending van het beginsel van toegang tot een eerlijke proces en het ontbreken van een eerlijk onderzoek in de precontentieuze fase. Rekwirants klacht tijdens de administratieve procedure werd afgewezen door dezelfde persoon als de persoon die rekwirant aanvankelijk had ontslagen.

    3.

    Derde middel, ontleend aan schending van het beginsel van gelijke behandeling door het Gerecht voor ambtenarenzaken.


    Top