Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0430

    Zaak C-430/14: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 21 januari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — Valsts ieņēmumu dienests/Artūrs Stretinskis [Prejudiciële verwijzing — Douane-unie — Communautair douanewetboek — Artikel 29, lid 1, onder d) — Bepaling van de douanewaarde — Verordening (EEG) nr. 2454/93 — Artikel 143, lid 1, onder h) — Begrip „verbonden personen” in het kader van de bepaling van de douanewaarde — Familiebanden tussen de koper, die een natuurlijk persoon is, en de bestuurder van de verkopende onderneming]

    PB C 98 van 14.3.2016, p. 12–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.3.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 98/12


    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 21 januari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — Valsts ieņēmumu dienests/Artūrs Stretinskis

    (Zaak C-430/14) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Douane-unie - Communautair douanewetboek - Artikel 29, lid 1, onder d) - Bepaling van de douanewaarde - Verordening (EEG) nr. 2454/93 - Artikel 143, lid 1, onder h) - Begrip „verbonden personen” in het kader van de bepaling van de douanewaarde - Familiebanden tussen de koper, die een natuurlijk persoon is, en de bestuurder van de verkopende onderneming])

    (2016/C 098/14)

    Procestaal: Lets

    Verwijzende rechter

    Augstākā tiesa

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Valsts ieņēmumu dienests

    Verwerende partij: Artūrs Stretinskis

    Dictum

    Artikel 143, lid 1, onder h), van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 46/1999 van de Commissie van 8 januari 1999, moet aldus worden uitgelegd dat een koper die een natuurlijke persoon is en een verkoper die een rechtspersoon is waarbinnen een verwant van de koper daadwerkelijk over het vermogen beschikt om de verkoopprijs van de verkochte goederen ten gunste van de koper te beïnvloeden, moeten worden beschouwd als verbonden personen in de zin van artikel 29, lid 1, onder d), van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 82/97 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996.


    (1)  PB C 421 van 24.11.2014.


    Top