24.8.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 279/55

—

nietigverklaring van het besluit van 26 juni 2014 waarbij de Commissie een verhoging van 20 % toekent van de vergoeding bedoeld in artikel 14 van de regeling voor de verzekering tegen ongevallen en beroepsziekten van de ambtenaren van de Gemeenschappen, in de tot en met 31 december 2006 geldende versie, op grond van ernstige onregelmatigheden van het advies dat de medische commissie heeft uitgebracht op 8 januari 2014, voor zover daarbij verzoekers verzoeken niet volledig zijn ingewilligd en slechts 20 % vergoeding is toegekend krachtens artikel 14 van de gemeenschappelijke regeling wegens aantasting van de cardio-respiratoire functie, zonder rekening te houden met psychische problemen en de verstoring van de slaap als gevolg van doorligwonden aan de linkerzijde;

—

veroordeling van de Commissie tot betaling van de schade welke pro bono et aequo wordt begroot 50  000 EUR voor verzoekers immateriële schade en voor de schade als gevolg van de vertraging van de betaling van de toegekende vergoeding;

—

veroordeling van de Commissie tot betaling van door haar zelf te berekenen vertragingsrente over 98  372,51 EUR voor de periode tussen het verstrijken van zes maanden na de indiening van het verzoek van verslechtering en de datum van de daadwerkelijke betaling van het kapitaal, tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met twee punten;

—

veroordeling van de Commissie tot betaling van door haar zelf te berekenen vertragingsrente over het bedrag da na afloop van deze procedure zal worden begroot, vanaf de datum van het arrest tot en met de datum van daadwerkelijke betaling, tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met twee punten;

—

in elk geval, verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.