This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CA0242
Case C-242/14: Judgment of the Court (Second Chamber) of 25 June 2015 (request for a preliminary ruling from the Landgericht Mannheim — Germany) — Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH v Gerhard und Jürgen Vogel GbR, Jürgen Vogel, Gerhard Vogel (Reference for a preliminary ruling — Community plant variety rights — Regulation (EC) No 2100/94 — Derogation provided for in Article 14 — Use by farmers of the product of the harvest for propagating purposes without the holder’s authorisation — Farmers under an obligation to pay equitable remuneration for such use — Period within which that remuneration must be paid in order to be able to benefit from the derogation — Whether it is possible for the holder to have recourse to Article 94 — Infringement)
Zaak C-242/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 25 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Mannheim — Duitsland) — Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH/Gerhard und Jürgen Vogel GbR, Jürgen Vogel, Gerhard Vogel [Prejudiciële verwijzing — Communautair kwekersrecht — Verordening (EG) nr. 2100/94 — Afwijking in de zin van artikel 14 — Gebruik door de landbouwers van het oogstproduct voor vermeerderingsdoeleinden zonder toestemming van de houder van het kwekersrecht — Verplichting tot betaling door de landbouwers van een billijke vergoeding voor dat gebruik — Termijn waarin deze vergoeding moet worden betaald om in aanmerking te komen voor de afwijking — Mogelijkheid voor de houder om zich te beroepen op artikel 94 — Inbreuk]
Zaak C-242/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 25 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Mannheim — Duitsland) — Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH/Gerhard und Jürgen Vogel GbR, Jürgen Vogel, Gerhard Vogel [Prejudiciële verwijzing — Communautair kwekersrecht — Verordening (EG) nr. 2100/94 — Afwijking in de zin van artikel 14 — Gebruik door de landbouwers van het oogstproduct voor vermeerderingsdoeleinden zonder toestemming van de houder van het kwekersrecht — Verplichting tot betaling door de landbouwers van een billijke vergoeding voor dat gebruik — Termijn waarin deze vergoeding moet worden betaald om in aanmerking te komen voor de afwijking — Mogelijkheid voor de houder om zich te beroepen op artikel 94 — Inbreuk]
Information about publishing Official Journal not found, p. 15–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.8.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 279/15 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 25 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Mannheim — Duitsland) — Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH/Gerhard und Jürgen Vogel GbR, Jürgen Vogel, Gerhard Vogel
(Zaak C-242/14) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Communautair kwekersrecht - Verordening (EG) nr. 2100/94 - Afwijking in de zin van artikel 14 - Gebruik door de landbouwers van het oogstproduct voor vermeerderingsdoeleinden zonder toestemming van de houder van het kwekersrecht - Verplichting tot betaling door de landbouwers van een billijke vergoeding voor dat gebruik - Termijn waarin deze vergoeding moet worden betaald om in aanmerking te komen voor de afwijking - Mogelijkheid voor de houder om zich te beroepen op artikel 94 - Inbreuk])
(2015/C 279/18)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Mannheim
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH
Verwerende partijen: Gerhard und Jürgen Vogel GbR, Jürgen Vogel, Gerhard Vogel
Dictum
Om in aanmerking te komen voor de afwijking in de zin van artikel 14 van verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht, van de verplichting om de toestemming van de houder van het betrokken kwekersrecht te verkrijgen, is een landbouwer die, zonder contractuele afspraken met deze houder, door aanplanting verkregen teeltmateriaal van een beschermd plantenras (zaaigoed) heeft gebruikt, krachtens dit artikel 14, lid 3, vierde streepje, gehouden tot betaling van de uit hoofde van afwijking verschuldigde billijke vergoeding binnen een termijn die afloopt aan het einde van het verkoopseizoen waarin dat gebruik plaatsvond, dat wil zeggen uiterlijk op 30 juni na de zaaidatum.