Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0309

    Zaak T-309/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 5 juni 2015 door CW tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 26 maart 2015 in zaak F-124/13, CW/Parlement

    PB C 270 van 17.8.2015, p. 37–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20150731056617072015/C 270/463092015TC27020150817NL01NLINFO_JUDICIAL20150605373711

    Zaak T-309/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 5 juni 2015 door CW tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 26 maart 2015 in zaak F-124/13, CW/Parlement

    Top

    C2702015NL3710120150605NL0046371371

    Hogere voorziening ingesteld op 5 juni 2015 door CW tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 26 maart 2015 in zaak F-124/13, CW/Parlement

    (Zaak T-309/15 P)

    2015/C 270/46Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirerende partij: CW (Brussel, België) (vertegenwoordiger: C. Bernard-Glanz, advocaat)

    Andere partij in de procedure: Europees Parlement

    Conclusies

    De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

    de hogere voorziening ontvankelijk te verklaren;

    het bestreden arrest te vernietigen;

    het betwiste besluit en het besluit tot afwijzing van de klacht nietig te verklaren;

    een schadevergoeding toe te kennen, en

    het Europees Parlement te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij twee middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan een verkeerde opvatting van het bewijsmateriaal door het Gerecht voor ambtenarenzaken alsmede aan een onjuiste rechtsopvatting, daar het heeft geoordeeld dat het tot aanstelling bevoegd gezag in het besluit tot afwijzing van de klacht de inhoud van het besluit houdende weigering van bijstand wilde bekrachtigen.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan een verkeerde opvatting van het bewijsmateriaal door het Gerecht voor ambtenarenzaken alsmede aan een onjuiste rechtsopvatting, daar het heeft geoordeeld dat het Parlement geen kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt bij de keuze van de maatregelen en methodes voor de toepassing van artikel 24 van het Ambtenarenstatuut.

    Top