EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0016

Zaak C-16/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado Contencioso-Administrativo de Madrid (Spanje) op 19 januari 2015 — María Elena Pérez López/Servicio Madrileño de Salud (Comunidad de Madrid)

PB C 96 van 23.3.2015, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 96/8


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado Contencioso-Administrativo de Madrid (Spanje) op 19 januari 2015 — María Elena Pérez López/Servicio Madrileño de Salud (Comunidad de Madrid)

(Zaak C-16/15)

(2015/C 096/10)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Juzgado Contencioso-Administrativo de Madrid

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: María Elena Pérez López

Verwerende partij: Servicio Madrileño de Salud (Comunidad de Madrid)

Prejudiciële vragen

1)

Is artikel 9.3 van Ley 55/2003, de 16 de diciembre, del Estatuto Marco del Personal Estatutario de los Servicios de Salud (wet 55/2003 van 16 december 2003 houdende het kaderstatuut voor statutair personeel van de gezondheidsdiensten) in strijd met de op 18 maart 1999 door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten Raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad (1), van 28 juni 1999, en dient dit derhalve buiten toepassing te blijven, aangezien door dit artikel misbruik als gevolg van het gebruik van opeenvolgende aanstellingen op oproepbasis in de hand wordt gewerkt, voor zover:

a)

daarin geen maximale totale duur van opeenvolgende aanstellingen op oproepbasis wordt vastgesteld, noch een maximaal aantal vernieuwingen ervan?

b)

het geheel aan de beoordeling van de overheid wordt overgelaten om te beslissen of structurele arbeidsplaatsen moeten worden gecreëerd bij meer dan twee aanstellingen van 12 maanden of langer binnen een periode van twee jaar voor de uitvoering van dezelfde werkzaamheden?

c)

aanstellingen op oproepbasis kunnen worden verricht zonder dat wordt vereist dat de concrete objectieve reden van tijdelijke, conjuncturele of buitengewone aard die een dergelijke aanstelling rechtvaardigt, hierbij wordt vermeld?

2)

Is artikel 11.7 van de Orden de la Consejería de Economía y Hacienda de la Comunidad de Madrid, de fecha 28 de enero de 2013 (besluit van 28 januari 2013 van het regionaal ministerie van Economie en Financiën van de autonome regio Madrid) in strijd met de op 18 maart 1999 door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten Raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999, en dient dit derhalve buiten toepassing te blijven, aangezien in dit artikel wordt bepaald dat „als de einddatum van de aanstelling is aangebroken in elk geval moet worden overgegaan tot ontslag en eindafrekening over de periode waarin de werkzaamheden verricht zijn, zelfs als dezelfde persoon aansluitend een nieuwe aanstelling krijgt”, aldus ongeacht of de concrete objectieve reden die de aanstelling rechtvaardigde, heeft opgehouden te bestaan, zoals is bepaald in clausule 3.1 van de Raamovereenkomst?

3)

Is de uitlegging van de derde alinea van artikel 9.3 van Ley 55/2003, de 16 de diciembre, artikel 9.3 van Ley 55/2003, de 16 de diciembre, del Estatuto Marco del Personal Estatutario de los Servicios de Salud (wet 55/2003 van 16 december 2003 houdende het kaderstatuut voor statutair personeel van de gezondheidsdiensten) in overeenstemming met het doel van de op 18 maart 1999 door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten Raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999, welke uitlegging inhoudt dat, als voor de uitvoering van dezelfde werkzaamheden meer dan twee aanstellingen van 12 maanden of langer binnen een periode van twee jaar worden gegeven, de personeelsformatie van de instelling moet worden uitgebreid met een structurele arbeidsplaats, waardoor de werknemer met een aanstelling op oproepbasis een aanstelling op interim basis krijgt?

4)

Is het in overeenstemming met het non-discriminatiebeginsel, neergelegd in de op 18 maart 1999 door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten Raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999, dat voor tijdelijk statutair personeel op oproepbasis dezelfde vergoeding geldt als die welke geldt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst op oproepbasis, gelet op de wezenlijke overeenkomst tussen beide situaties? Het zou immers onbegrijpelijk zijn als werknemers met gelijke kwalificaties, die hun diensten verrichten bij hetzelfde bedrijf (Servicio Madrileño de Salud, gezondheidsdienst Madrid), dezelfde functie uitoefenen en voorzien in een identieke conjuncturele behoefte, verschillend worden behandeld wanneer hun arbeidsrelatie eindigt, zonder dat er een kennelijke reden is die het onmogelijk maakt arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd onderling te vergelijken om discriminatie te voorkomen.


(1)  PB L 175, blz. 43.


Top