Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CN0542

    Zaak C-542/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Letland) op 27 november 2014 — SIA „VM Remonts” (voorheen SIA „DIV un KO” ), SIA „Ausma grupa” , SIA „Pārtikas kompānija” /Konkurences padome

    PB C 56 van 16.2.2015, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.2.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 56/6


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Letland) op 27 november 2014 — SIA „VM Remonts” (voorheen SIA „DIV un KO”), SIA „Ausma grupa”, SIA „Pārtikas kompānija”/Konkurences padome

    (Zaak C-542/14)

    (2015/C 056/08)

    Procestaal: Lets

    Verwijzende rechter

    Augstākā tiesa

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: SIA „VM Remonts” (voorheen SIA „DIV un KO”), SIA „Ausma grupa”, SIA „Pārtikas kompānija”

    Verwerende partij: Konkurences padome

    Prejudiciële vraag

    Moet artikel 101, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat voor de vaststelling dat een onderneming heeft deelgenomen aan een mededingingsbeperkende overeenkomst, het bewijs moet worden geleverd van persoonlijk gedrag van een directielid van de onderneming of van zijn kennis van of instemming met het gedrag van een persoon die uitbestede diensten verricht voor de onderneming en tegelijkertijd handelt voor rekening van andere deelnemers aan een eventuele verboden overeenkomst?


    Top