EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0335

Zaak C-335/13: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 november 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Scottish Land Court — Verenigd Koninkrijk) — Robin John Feakins/The Scottish Ministers [Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk landbouwbeleid — Bedrijfstoeslagregeling — Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie — Artikel 18, lid 2 — Nationale reserve — Uitzonderlijke omstandigheden — Beginsel van gelijke behandeling]

PB C 7 van 12.1.2015, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

12.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 7/8


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 november 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Scottish Land Court — Verenigd Koninkrijk) — Robin John Feakins/The Scottish Ministers

(Zaak C-335/13) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Bedrijfstoeslagregeling - Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie - Artikel 18, lid 2 - Nationale reserve - Uitzonderlijke omstandigheden - Beginsel van gelijke behandeling])

(2015/C 007/10)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Scottish Land Court

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Robin John Feakins

Verwerende partij: The Scottish Ministers

Dictum

1)

Artikel 18, lid 2, van verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1974/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004, moet aldus worden uitgelegd dat het enerzijds van toepassing is wanneer een landbouwer voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van twee of meer van de artikelen 19 tot en met 23 bis van die verordening, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1974/2004, en anderzijds wanneer een landbouwer die voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van ten minste een van de artikelen 19 tot en met 23 bis van dezelfde verordening, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1974/2004, ook voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van ten minste een van de artikelen 37, lid 2, 40, 42, lid 3, en 42, lid 5, van verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001.

2)

Artikel 18, lid 2, van verordening nr. 795/2004, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1974/2004, is ongeldig voor zover het eraan in de weg staat dat een landbouwer die met uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 40 van verordening nr. 1782/2003 te kampen heeft gehad, zowel een aanpassing van zijn referentiebedrag op grond van die bepaling als een aanvullend referentiebedrag uit de nationale reserve op grond van een van de artikelen 19 tot en met 23 bis van verordening nr. 795/2004, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1974/2004, kan krijgen, terwijl een landbouwer die niet met dergelijke omstandigheden te kampen heeft gehad en aan wie een met toepassing van artikel 37, lid 1, van verordening nr. 1782/2003 berekend referentiebedrag is toegekend, dat bedrag kan cumuleren met een referentiebedrag uit de nationale reserve op grond van een van de artikelen 19 tot en met 23 bis van verordening nr. 795/2004, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1974/2004.


(1)  PB C 260 van 7.9.2013.


Top