This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2014/373/12
Call for expression of interest — Scientific Committee on Occupational Exposure Limits (SCOEL) — Membership during its sixth term of office
Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling — Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia — Lidmaatschap gedurende de zesde ambtstermijn
Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling — Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia — Lidmaatschap gedurende de zesde ambtstermijn
PB C 373 van 21.10.2014, p. 14–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 373/14 |
Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling
Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia
Lidmaatschap gedurende de zesde ambtstermijn
(2014/C 373/12)
1. Onderwerp van de oproep
Naar aanleiding van de goedkeuring van Besluit 2014/113/EU van de Commissie (1) lanceert de Commissie een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling die is gericht tot wetenschappers die in aanmerking wensen te worden genomen voor het lidmaatschap van het Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia (hierna „het comité” genoemd) gedurende de zesde ambtstermijn daarvan.
De leden van het comité worden op persoonlijke titel benoemd voor een ambtstermijn van drie jaar.
De zesde ambtstermijn van het comité start naar verwachting begin 2015.
2. Het mandaat van het comité
Het comité is oorspronkelijk opgezet bij Besluit 95/320/EG van de Commissie (2) om de gezondheidseffecten van beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia te beoordelen. Dit besluit is recentelijk ingetrokken bij Besluit 2014/113/EU, waardoor de werkmethoden van het comité meer in overeenstemming worden gebracht met de gemeenschappelijke regels van de Commissie inzake deskundigengroepen. Daartoe is volgens het nieuwe besluit een nieuwe procedure voor de selectie van de leden van het comité nodig, via een open oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, om de transparantie en de gelijke behandeling van hooggekwalificeerde en hooggespecialiseerde wetenschappelijke deskundigen te garanderen. Ook benadrukt het besluit het blijvende belang van de ethische beginselen van uitmuntendheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en transparantie als basis voor het werk van het comité.
Overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 98/24/EG van de Raad (3) is het de taak van het comité de Commissie van wetenschappelijke aanbevelingen en adviezen te voorzien over een reeks van prioritaire chemische agentia. Deze aanbevelingen en adviezen worden door de Commissie gebruikt om EU-beleid te ontwikkelen op het gebied van de gezondheidsbescherming van werknemers, met name om grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia op EU-niveau vast te stellen overeenkomstig Richtlijn 98/24/EG en Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad (4). Het comité stelt door middel van een onafhankelijke wetenschappelijke beoordeling van de meest recente wetenschappelijke gegevens een evaluatie op van het verband tussen de gevolgen van gevaarlijke chemische agentia en het niveau van beroepsmatige blootstelling.
De aanbevelingen van het comité moeten wetenschappelijk betrouwbaar en valide, innovatief, goed onderbouwd, begrijpelijk en duidelijk zijn en moeten door een uitgebalanceerde, onbevooroordeelde en duidelijk vastgestelde procedure tot stand zijn gekomen.
De belangrijkste taak van het comité is om „op gezondheid gebaseerde” grenswaarden voor de beroepsmatige blootstelling vast te stellen door de effecten van blootstelling aan agentia in de lucht te evalueren. De aanbevolen niveaus moeten zodanig worden vastgesteld dat blootstelling, ook al vindt deze gedurende een werkzaam leven regelmatig plaats, geen negatieve gezondheidseffecten zal hebben op mensen die op enig moment aan die chemische agentia werden blootgesteld, en/of hun nageslacht (voor zover op dit moment kan worden voorspeld). Voor sommige negatieve effecten (met name genotoxiciteit, carcinogeniteit en sensibiliserende effecten op de luchtwegen), is het wellicht niet mogelijk om op basis van de bestaande kennis een veilige blootstellingsgrens vast te stellen. In deze gevallen kan het comité een reeks blootstellingsniveaus berekenen in verband met geraamde risico’s.
Behalve aanbevelingen in verband met grenswaarden voor de beroepsmatige blootstelling via de lucht, wordt het comité ook gevraagd aanbevelingen te geven voor biologische grenswaarden of biologische richtwaarden, en de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling die het aanbeveelt eventueel aan te vullen met verdere aantekeningen zoals absorptie via de huid, sensibiliseringspotentieel en carcinogeniteit.
Wetenschappelijk advies over aangelegenheden in verband met de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers moet worden georganiseerd in overeenstemming met de beste praktijken op het gebied van risicobeoordeling en moet worden gebaseerd op de ethische beginselen van uitmuntendheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en transparantie. Deze zijn uiteengezet in de Mededeling van de Commissie over het bijeenbrengen en benutten van deskundigheid door de Commissie: beginselen en richtsnoeren — „Verbetering van de kennisbasis voor beter beleid” (5).
Informatie over de activiteiten van het comité en, met name, over de methodologie voor het afleiden van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling en de lijst van vastgestelde aanbevelingen is te vinden op
http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=148&langId=en&intPageId=684
3. De rol van de leden van het comité
De leden van het comité moeten hooggekwalificeerde, gespecialiseerde, onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen zijn op verschillende gebieden die verband houden met chemische agentia, waaronder met name op het gebied van chemie, toxicologie, epidemiologie, bedrijfsgeneeskunde en arbeidshygiëne. Zij moeten ook over algemene vaardigheden beschikken die verband houden met de vaststelling van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling.
Van de leden van het comité wordt verwacht dat zij de vergaderingen van het comité ten minste vier keer per jaar bijwonen en dat zij actief bijdragen aan wetenschappelijke discussies, documenten beoordelen, deze becommentariëren, en optreden als „voorzitter” en/of als „rapporteur” (verantwoordelijke voor een specifiek dossier).
De leden van het comité wordt gevraagd de volgende taken uit te voeren:
— |
bijdragen aan de opstelling, bespreking en goedkeuring van wetenschappelijke aanbevelingen over grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling, hetzij als „rapporteur”, hetzij als ondersteuning van de „rapporteur”; |
— |
bijdragen aan wetenschappelijk advies over aangelegenheden die verband houden met chemische agentia, op verzoek van de Commissie; |
— |
advies geven over het uitvoeren en organiseren van de wetenschappelijke activiteiten van het comité. |
De werkdocumenten van het comité zijn in het Engels en vergaderingen vinden ook plaats in het Engels. De vergaderingen vergen een gedegen voorbereiding, waaronder het van tevoren lezen, kritisch beoordelen en opstellen van documenten.
Van kandidaten wordt verwacht dat zij, indien zij worden benoemd, zich ertoe verbinden actief aan de activiteiten van het comité deel te nemen.
De leden van het comité hebben recht op een bijzondere vergoeding, overeenkomstig Besluit 2014/113/EU, van maximaal 450 EUR per volledige werkdag die wordt besteed aan activiteiten die verband houden met hun deelname aan de vergaderingen. De reis- en verblijfkosten die de deelnemers maken om werkzaamheden in het kader van het comité uit te voeren, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de toepasselijke bepalingen (6).
4. Samenstelling van het comité
Overeenkomstig artikel 3 van Besluit 2014/113/EU zal het comité uit ten hoogste 21 individuele deskundigen bestaan, die worden geselecteerd uit een lijst van geschikte kandidaten die wordt opgesteld na evaluatie van de in aanmerking komende sollicitaties die zijn ingediend naar aanleiding van deze oproep tot het indienen van blijken van belangstelling.
5. Selectieprocedure
De selectieprocedure verloopt in twee stappen:
i) |
controle van de toelaatbaarheid van de sollicitaties; |
ii) |
beoordeling of de kandidaten aan de selectiecriteria voldoen, waarna een lijst met de meest geschikte kandidaten wordt opgesteld. |
Het selectiecomité bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie.
Iedere blijk van belangstelling zal door ten minste twee leden van het selectiecomité worden beoordeeld aan de hand van de toelatings- en selectiecriteria. Tijdens het selectieproces zal de Commissie ook de onafhankelijkheid van de deskundigen in overweging nemen (met name eventuele potentiële belangenconflicten), en zal zij zorgen voor een gebalanceerde verdeling van de leden van het comité naar geslacht en geografische herkomst.
De voorschriften
A. Toelatingscriteria
Iedere sollicitatie zal worden onderzocht aan de hand van de volgende toelatingscriteria:
i) |
een universitair diploma op een wetenschappelijk gebied dat relevant is voor het werk van het comité; |
ii) |
ten minste tien (10) jaar beroepservaring op een gebied dat relevant is voor de werkzaamheden van het comité, opgedaan nadat het in punt i) bedoelde diploma werd behaald; |
iii) |
staatburgerschap van een lidstaat van de EU; |
iv) |
in staat zijn in het Engels te werken: geselecteerde kandidaten moeten in staat zijn Engels te lezen en in het Engels te rapporteren, zowel schriftelijk als mondeling (7), aangezien dat de taal is waarin het overgrote merendeel van de betrokken wetenschappelijke literatuur in de internationale context is geschreven. |
B. Selectiecriteria
Sollicitaties die aan de toelatingsvoorwaarden voldoen, worden beoordeeld op basis van de volgende selectiecriteria.
i)
Bij de selectie van kandidaten zal de Commissie ernaar streven naar de best mogelijke balans tussen wetenschappelijke deskundigheid op de volgende gebieden:
chemie, toxicologie, epidemiologie, bedrijfsgeneeskunde, milieu en gezondheid, „exposure sciences” (wetenschap betreffende de blootstelling aan chemische agentia), respiratoire geneeskunde, dermatologie, zenuwstelsel, voortplantingstoxiciteit, genotoxiciteit/carcinogeniteit, pathologie, arbeidshygiëne, biologische monitoring, analytische methoden en ervaring met het vaststellen van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemicaliën, of andere wetenschappelijke disciplines die relevant zijn voor de werkzaamheden van het comité.
ii)
Kandidaten worden beoordeeld op de volgende ervaringsgebieden en vaardigheden:
— |
de beoordeling van de effecten van beroepsmatige blootstelling aan chemicaliën voor de menselijke gezondheid; |
— |
beroepsmatige ervaring in een multidisciplinaire wetenschappelijke omgeving, bij voorkeur in een internationale context; |
— |
publicatie van wetenschappelijke artikelen over onderwerpen die relevant zijn voor de ontwikkeling van wetenschappelijke voorstellen voor grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling; |
— |
lidmaatschap van nationale of internationale wetenschappelijke comités die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van wetenschappelijke aanbevelingen of de vaststelling van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemicaliën; |
— |
in ondersteunende zin bijdragen tot de werkzaamheden van nationale of internationale wetenschappelijke comités die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van wetenschappelijke aanbevelingen of de vaststelling van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemicaliën; |
— |
projectbeheer in verband met wetenschappelijke aangelegenheden. |
Kandidaten met ervaring op het gebied van de beoordeling van het effect van de blootstelling aan chemicaliën op de volksgezondheid op andere gebieden, zoals voedsel, milieu en consumentenbescherming kunnen ook in aanmerking worden genomen.
6. Benoeming van de leden
De Commissie zal de leden benoemen naargelang van de resultaten van de selectieprocedure en zal daarbij zorgen voor een evenwichtige geografische spreiding van de leden van het comité overeenkomstig artikel 3 van Besluit 2014/113/EU.
De namen van de benoemde leden zullen worden gepubliceerd in het register van deskundigengroepen van de Commissie en in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Persoonsgegevens zullen worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (8).
Voorafgaand aan benoeming behoudt de Commissie zich het recht voor documenten en certificaten te controleren om de juistheid en de toelaatbaarheid van de sollicitatie te bevestigen.
De leden van het comité zullen een ambtstermijn van drie jaar dienen.
Kandidaten die aan de eisen voor lidmaatschap voldoen, maar die niet worden benoemd, blijven overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2014/113/EU op een kandidatenlijst staan.
7. Ethische beginselen
Zoals bepaald in artikel 9 van Besluit 2014/113/EU, moet het wetenschappelijk advies van het comité gebaseerd zijn op de ethische beginselen van onafhankelijkheid, transparantie en vertrouwelijkheid.
1. Onafhankelijkheid
De leden van het comité verbinden zich ertoe onafhankelijk van enige externe invloed te handelen. Zij mogen hun verantwoordelijkheden aan niemand anders delegeren.
Zij leggen een verklaring af waarin zij zich ertoe verbinden te handelen in het openbaar belang en melden of zij al dan niet directe of indirecte belangen hebben die zouden kunnen worden geacht afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid.
De diensten van de Commissie nemen nota van elk gemeld belang en beslissen over de relevantie ervan.
2. Transparantie
Het comité ziet erop toe dat de redenering die wordt gevolgd in zijn besluitvormingsproces, zoals beschreven in zijn methodologie, duidelijk wordt weergeven in zijn aanbevelingen en adviezen.
3. Vertrouwelijkheid
Leden van het comité mogen informatie waarvan zij kennis nemen in het kader van hun werkzaamheden voor het comité, thematische workshops, werkgroepen of andere activiteiten die samenhangen met Besluit 2014/113/EU, niet openbaar maken. Deze eis komt bovenop die van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en die van artikel 12 van Besluit 2014/113/EU.
De leden van het comité moeten aan het begin van iedere ambtsperiode een vertrouwelijkheidsverklaring ondertekenen.
8. Gelijke kansen
De Commissie ziet er nauwgezet op toe dat bij haar procedures de beginselen van gelijke behandeling worden toegepast.
9. Indiening van de sollicitaties
Wetenschappers die belangstelling hebben om te solliciteren, wordt verzocht het onlinesollicitatieformulier in te vullen en in te dienen. Dit formulier is verkrijgbaar op:
http://ec.europa.eu/eusurvey/runner/SCOEL
De kandidaten wordt vriendelijk verzocht hun sollicitatieformulier in het Engels in te vullen om de selectieprocedure te vergemakkelijken.
Sollicitaties worden alleen als ontvankelijk beschouwd als zij het volgende omvatten:
— |
een ingevuld sollicitatieformulier; |
— |
een curriculum vitae, bij voorkeur niet langer dan drie bladzijden (kan op het daartoe bestemde punt worden geüpload naar het sollicitatieformulier); |
— |
een lijst van de wetenschappelijke publicaties van de kandidaat over de onderwerpen die relevant zijn voor de werkzaamheden van het comité (kan op het daartoe bestemde punt worden geüpload naar het sollicitatieformulier); |
— |
een verklaring op erewoord van de kandidaat, een verbintenisverklaring en een verklaring betreffende eventuele belangenconflicten (aan het einde van het sollicitatieformulier). |
In een later stadium kan om bewijsstukken worden gevraagd.
De Commissie zal de kandidaten zo snel mogelijk in kennis stellen van de uitkomst van de selectieprocedures.
10. Sluitingsdatum voor het insturen van sollicitaties
De sluitingsdatum voor het indienen van sollicitaties voor het lidmaatschap van het comité is 15.12.2014 (tijd: GMT + 1). Slechts juist ingevulde onlinesollicitaties die zijn ingediend via de website waarvan de link hierboven staat, worden in aanmerking genomen.
Kandidaten wordt sterk aangeraden niet tot de laatste dagen vóór de uiterste indieningsdatum te wachten, aangezien druk internetverkeer of een probleem met internetverbindingen er anders toe zou kunnen leiden dat zij hun sollicitatie niet op tijd kunnen indienen. Na de uiterste indieningsdatum zullen geen sollicitaties meer worden aanvaard.
(1) PB L 62 van 4.3.2014, blz. 18.
(2) PB L 188 van 9.8.1995, blz. 14.
(3) PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11.
(4) PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50.
(5) COM(2002) 713 definitief van 11 december 2002.
(6) Besluit C(2007) 5858 van de Commissie — Rules on the reimbursement of expenses incurred by people from outside the Commission invited to attend meetings in an expert capacity.
(7) Als richtsnoer geldt dat „in staat zijn in het Engels te werken” overeenkomt met niveau B2 of hoger, zoals omschreven in het referentiedocument van de Raad van Europa voor het Europees Taalportfolio („Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor moderne vreemde talen: leren, onderwijzen en beoordelen”). Voor meer informatie, zie http://europass.cedefop.europa.eu/en/resources/european-language-levels-cefr
(8) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.