This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0441
Case T-441/14: Action brought on 16 June 2014 — Brugg Kabel and Kabelwerke Brugg v Commission
Zaak T-441/14: Beroep ingesteld op 16 juni 2014 — Brugg Kabel en Kabelwerke Brugg/Commissie
Zaak T-441/14: Beroep ingesteld op 16 juni 2014 — Brugg Kabel en Kabelwerke Brugg/Commissie
PB C 303 van 8.9.2014, p. 36–38
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 303/36 |
Beroep ingesteld op 16 juni 2014 — Brugg Kabel en Kabelwerke Brugg/Commissie
(Zaak T-441/14)
2014/C 303/45
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partijen: Brugg Kabel AG (Brugg, Zwitserland) en Kabelwerke Brugg AG Holding (Brugg) (vertegenwoordigers: A. Rinne, A. Boos en M. Lichtenegger, Rechtsanwälte)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
Verzoeksters verzoeken het Gerecht:
— |
de artikelen 1, punt 2, en 2, sub b, en — voor zover het verzoeksters betreft — artikel 3 van het besluit van de Commissie van 2 april 2014 in zaak AT.39610 — Stroomkabels (hierna: „bestreden besluit”) overeenkomstig artikel 264, lid 1, VWEU nietig te verklaren; |
— |
subsidiair, de aan verzoeksters bij artikel 2, sub b, van het bestreden besluit opgelegde geldboete overeenkomstig artikel 261 VWEU en artikel 31 van verordening nr. 1/2003 te verlagen tot een niveau dat het Gerecht passend acht; |
— |
hoe dan ook, verweerster overeenkomstig artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht te verwijzen in verzoeksters’ kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters zes middelen aan.
1. |
De Commissie heeft de rechten van de verdediging en het recht op een eerlijk proces geschonden, doordat zij geen toegang tot het dossier heeft verleend en zij de informatieverzoeken en de punten van bezwaar in het Engels heeft toegezonden.
|
2. |
De Commissie is niet bevoegd ter zake van inbreuken in derde landen die geen effecten sorteren in de EER.
|
3. |
De Commissie heeft het vermoeden van onschuld geschonden doordat zij de bewijsmogelijkheden heeft gewijzigd en verruimd, wat de ene enkele voortgezette of voortdurende inbreuk betreft.
|
4. |
De Commissie heeft haar onderzoeks- en motiveringsplicht geschonden door feiten onjuist weer te geven en bewijzen te verdraaien.
|
5. |
De Commissie heeft het materiële recht geschonden, aangezien zij artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst onjuist heeft toegepast. De Commissie heeft artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst geschonden, aangezien zij op basis van de rechtsfiguur van de ene enkele voortgezette of voortdurende inbreuk aan verzoeksters afspraken van andere betrokken ondernemingen heeft toegerekend, waaraan verzoeksters objectief gezien niet hadden kunnen deelnemen. |
6. |
De Commissie heeft haar bevoegdheid misbruikt, doordat zij de geldboete onjuist heeft berekend.
|