EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014XR2333

Resolutie van het Comité van de Regio’s — Voorstellen van het Comité van de Regio’s voor het nieuwe wetgevingsmandaat van de Europese Unie

PB C 271 van 19.8.2014, p. 6–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/6


Resolutie van het Comité van de Regio’s

Voorstellen van het Comité van de Regio’s voor het nieuwe wetgevingsmandaat van de Europese Unie

2014/C 271/02

Naar aanleiding van de verkiezingen voor het Europees Parlement en vooruitlopend op de nieuwe ambtstermijn van de Europese Commissie formuleert HET COMITÉ VAN DE REGIO’S (CvdR) hierbij een aantal verwachtingen en voorstellen voor het nieuwe wetgevingsmandaat van de Europese Unie:

1.

De steden en regio’s van Europa zijn belangrijke partners om het vertrouwen in de Europese Unie te vergroten.

1.1.

Tijdens het nieuwe wetgevingsmandaat van de Europese Unie moet vooral worden beoogd om meer en betere banen te scheppen, duurzame en territoriaal evenwichtige groei te realiseren en onze gedeelde waarden te promoten, zodat de burgers meer vertrouwen krijgen in het Europese project.

1.2.

Lokale en regionale overheden verlenen de EU niet alleen democratische legitimiteit, maar fungeren tevens als motor om de EU-doelstellingen te bevorderen en plaatselijk onder de aandacht te brengen. Multilevel governance zorgt ervoor dat alle bestuurslagen bij de uitoefening van hun bevoegdheden samenwerken. Subsidiariteit en multilevel governance gaan hand in hand met een krachtig lokaal en regionaal zelfbestuur.

1.3.

Lokale en regionale overheden zijn verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van twee derde van de rechtstreekse openbare investeringen in de EU, maar zijn hard getroffen door de economische en financiële crisis, waardoor de overheidsuitgaven in de afgelopen drie jaar met meer dan 20 % zijn gedaald en de verschillen tussen de regio’s groter zijn geworden. Tegelijkertijd neemt de financiële druk op lokale en regionale overheden veelal toe omdat ze de hoge werkloosheid en sociale uitsluiting moeten aanpakken.

2.

Investeren in Europa’s gemeenten en regio’s voor meer banen, groei en duurzaamheid

2.1.

Het CvdR stelt voor om de voor eind 2016 geplande tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020 aan te grijpen om te onderzoeken of het binnen het totale budget van het huidige MFK mogelijk is om veranderingen aan te brengen in de maximumbedragen voor betalingskredieten, gezien de toename van de nog niet gehonoreerde betalingsaanvragen (RAL) en de steeds grotere moeite die de EU heeft om haar juridische verplichtingen na te komen, en om ervoor te zorgen dat de begroting in overeenstemming is met de evoluerende strategische prioriteiten van de EU.

2.2.

Het CvdR verzoekt de Commissie maatregelen voor te stellen om het absorptievermogen van de lidstaten te helpen vergroten en een heroverweging te maken van haar analyse op grond waarvan nationale en regionale medefinanciering van door de EU gesteunde investeringen niet wordt meegenomen bij de berekening van begrotingstekorten. Ook zou de Commissie moeten overwegen om openbare investeringen van de EU op middellange termijn ambitieuzer te ondersteunen.

2.3.

Het Europa 2020-initiatief inzake projectobligaties zou naar aanleiding van de resultaten van de onafhankelijke volledige evaluatie in 2015 moeten worden verlengd en verruimd.

2.4.

Het CvdR verzoekt de Commissie een mededeling over de kwaliteit van overheidsuitgaven te presenteren om ervoor te zorgen dat bij de toekomstige vormgeving van EU-beleid o.m. de OESO-beginselen inzake doeltreffende overheidsinvesteringen concreet gestalte krijgen.

2.5.

De Commissie wordt ook gevraagd een groenboek op te stellen om de synergie tussen de EU-begroting en nationale en subnationale begrotingen te versterken zodat een optimaal gebruik van de EU-begroting wordt gewaarborgd.

2.6.

Het CvdR zou graag zien dat de Commissie en de Europese Investeringsbank de praktische ondersteuning van lokale en regionale overheden opvoeren, zodat deze vakkundiger omgaan met innovatieve financiële instrumenten.

3.

Een meer gebiedsgerichte insteek van EU-beleid en verkleining van de regionale verschillen

3.1.

Het CvdR verzoekt de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten om bij de geplande herziening van de EU-strategie voor groei en banen hier ook een territoriale dimensie aan toe te voegen.

3.2.

Er zou voor de hele EU een strategie moeten worden toegepast en actie moeten worden ondernomen om de culturele en taalkundige verscheidenheid en het erfgoed van Europa in stand te houden en te promoten. Beleidsvormers moeten beslist meer aandacht besteden aan het duurzame werkgelegenheids- en groeipotentieel van cultuur en erfgoed.

3.3.

Het dringt er tevens op aan dat subnationale overheden nauwer betrokken worden bij de nieuwe coördinatie van het economische en financiële beleid als onderdeel van het Europees Semester.

3.4.

De Commissie wordt verzocht de resultaten van de inbreng van lokale en regionale overheden in de programmering, uitvoering en eventuele herprogrammering van de partnerschapsovereenkomsten en operationele programma’s te evalueren, zoals vereist in de verordeningen betreffende de Europese structuur- en investeringsfondsen en de Europese gedragscode voor partnerschap, en passende aanbevelingen voor te stellen indien lidstaten deze bepalingen niet naleven.

3.5.

De EU-instellingen zouden in verdere voorstellen ter verdieping van de Economische en Monetaire Unie meer rekening moeten houden met de territoriale dimensie, en de Europese Commissie en de lidstaten zouden speciale aandacht moeten schenken aan regionale en lokale overloopeffecten en de mogelijke gevolgen daarvan voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en de territoriale samenhang, vooral met het oog op het Instrument voor convergentie en concurrentievermogen en andere belangrijke financieel-economische hervormingen in de EU.

3.6.

Het CvdR zou graag zien dat territoriale-effectbeoordelingen verplicht worden in effectbeoordelingen door de Commissie.

3.7.

De Commissie wordt verzocht een witboek over territoriale samenhang op te stellen waarin het concept economische, sociale en territoriale samenhang kracht wordt bijgezet, zodat het mogelijk wordt om de groeiende regionale verschillen in de EU aan te pakken en om het debat over het meten van de kwaliteit van het bestaan, waarbij verder moet worden gekeken dan naar het bbp alleen, nieuw leven in te blazen. Er zijn nog steeds grote economische en sociale verschillen tussen regio’s: daarom is het van cruciaal belang dat het beleid voor economische, sociale en territoriale samenhang kracht wordt bijgezet, met speciale aandacht voor minder ontwikkelde regio’s.

3.8.

De Commissie wordt verzocht om stedelijke en stedelijk/landelijke duurzame ontwikkeling te bevorderen via een witboek over geïntegreerde stedelijke ontwikkeling.

3.9.

Het CvdR benadrukt dat er behoefte is aan een territoriale visie op de Europese Unie en zou dan ook graag zien dat het Europees Perspectief voor Ruimtelijke Ontwikkeling wordt geactualiseerd.

3.10.

Het zou goed zijn om speciale nadruk te leggen op de ontwikkeling van grensoverschrijdende oplossingen, interregionale netwerken en macroregionale strategieën, mede door het gebruik van de Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking uit te breiden als instrument voor ander EU-beleid.

3.11.

De Commissie wordt verzocht om vaart te zetten achter de voltooiing en uitbouw van het TEN-T-kernnetwerk en de kernnetwerkcorridors en om lokale en regionale overheden een grotere inbreng te geven in de uitwerking van werkplannen voor de corridors en meer te betrekken bij de corridorplatforms.

4.

De EU moet worden voorbereid op nieuwe beleidsuitdagingen

Meer steun voor onderwijs, opleiding en cultuur

4.1.

Het CvdR verzoekt de Commissie om met een voorstel te komen voor de Europese coördinatie van de modernisering van het beroep van leerkracht.

4.2.

De Commissie zou een kwaliteitskader voor opvang en onderwijs voor jonge kinderen moeten voorstellen, alsook een EU-kader voor de erkenning van vaardigheden en kwalificaties die via formeel en niet-formeel leren zijn verkregen.

4.3.

Ook vraagt het CvdR de Commissie om met concrete voorstellen te komen ter bevordering van de digitale geletterdheid van burgers van alle leeftijden.

4.4.

Het verwacht van de Europese Commissie dat ze de rol van de lokale en regionale overheden erkent wat de ontwikkeling van het toekomstige beleid inzake justitie en binnenlandse zaken betreft; het dringt er met name op aan om de lokale en regionale dimensie in aanmerking te nemen bij de uitwerking van haar activiteiten inzake de bevordering van de grondrechten en een alomvattend Europees migratiebeleid.

4.5.

Het CvdR benadrukt het belang van de jongerengarantieregelingen als een mechanisme om de hoge werkloosheid onder Europese jongeren te bestrijden en om hen nieuwe kansen te bieden. Het pleit derhalve voor een toename van de middelen voor dit programma en voor meer steun voor de lokale en regionale overheden bij de voorbereiding, ontwikkeling en tenuitvoerlegging van deze instrumenten.

4.6.

Voorts zou het een goede zaak zijn om cultuur en creativiteit beter te integreren in de herziene Europa 2020-strategie en de toekomstige vlaggenschipinitiatieven ter zake.

Hernieuwde aandacht voor integratie in Europa’s steden en regio’s

4.7.

Het CvdR verzoekt de Commissie nauw met regionale en lokale overheden samen te werken om migranten te helpen inburgeren, ook als middel om de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en te reageren op de demografische uitdagingen van de EU.

4.8.

Het CvdR pleit ervoor dat demografische verandering erkend wordt als prioritair aandachtsgebied bij het opstellen van desbetreffende EU-wetgeving en bij de tenuitvoerlegging van alle EU-financieringsprogramma’s voor de periode 2014-2020.

4.9.

Het CvdR breekt nogmaals een lans voor een Europese strategie inzake dakloosheid.

4.10.

De Commissie zou beleidsmaatregelen voor de integratie van Roma op nationaal, regionaal en lokaal niveau efficiënter moeten coördineren en monitoren. In dit verband wordt voorgesteld nauwer samen te werken met de „Alliantie van steden en regio’s voor de integratie van Roma” van de Raad van Europa.

Meer concurrentiekracht en innovatie op lokaal en regionaal niveau

4.11.

Er zou een initiatief op touw moeten worden gezet betreffende een regionaal programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Regulatory Fitness and Performance Programme — REFIT) om de administratieve rompslomp voor met name kleine en middelgrote bedrijven te verminderen. Lokale en regionale overheden zouden een prominentere rol moeten krijgen bij de herziening van de Small Business Act.

4.12.

Om de innovatiekloof tussen EU-regio’s te verkleinen zou de Commissie meer moeten inzetten op strategieën voor slimme specialisatie in Europa. Het CvdR dringt aan op een actieplan voor het initiatief Ladder naar topkwaliteit (Stairway to Excellence) waarmee praktische tips worden verschaft en permanent kan worden toegezien op het verband tussen Europese onderzoeksprogramma’s (Horizon 2020) en Europese structuur- en investeringsfondsen.

4.13.

Er zouden maatregelen moeten worden getroffen om de interne markt te voltooien door de lasten bij de uitoefening van vrije en gereglementeerde beroepen in de lidstaten te reduceren. Het CvdR gaat ervan uit dat de Europese Commissie in de eerste helft van het nieuwe wetgevingsmandaat werk zal maken van alle wetgevingsvoorstellen die in het actieplan Ondernemerschap 2020 zijn aangekondigd, zodat er vaart kan worden gezet achter de uitvoering van het actieplan en het scheppen van banen op lokaal en regionaal niveau.

4.14.

Er zou een Europees actieplan moeten komen voor innovatie in de publieke sector, met speciale nadruk op lokaal en regionaal bestuur.

4.15.

Het CvdR stelt voor om een evaluatie te maken van het Witboek „Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte” (2011), waarbij ook gedebatteerd zou moeten worden over de vraag hoe het EU-vervoersbeleid er na 2020 zou moeten uitzien.

Een nieuwe koers voor de Europese energiestrategie aan de hand van lokale en regionale oplossingen op het vlak van klimaatverandering en duurzame ontwikkeling

4.16.

De Commissie wordt verzocht om speciale aandacht te schenken aan de rol van lokale en regionale overheden bij de uitstippeling van een geïntegreerd Europees energiebeleid. Er zijn decentrale oplossingen voor energiekwesties nodig om ons minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen. In dit verband moet de EU zorgen voor een gelijk speelveld voor kleinere energieproducenten.

4.17.

De Commissie zou een actieplan tegen energiearmoede moeten opstellen waarin maatregelen op Europees, nationaal en regionaal/lokaal niveau worden gecombineerd.

4.18.

Het CvdR verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten om de rol van de lokale en regionale overheden expliciet in aanmerking te nemen bij de tenuitvoerlegging van ambitieuze, bindende doelstellingen inzake de terugdringing van de CO2-uitstoot en het aandeel hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiency en om het partnerschapsprincipe op dit gebied, in lijn met het EU-cohesiebeleid, verder te ontwikkelen. Ook roept het de EU-instellingen en lidstaten op om de reikwijdte van het Burgermeestersconvenant te vergroten als zijnde het Europese instrument voor de integratie van de lokale en regionale overheden in het EU-beleid voor klimaatverandering en om hiervoor de benodigde middelen uit te trekken voor de periode na 2020.

4.19.

Het CvdR roept de Europese Commissie op om zich bij de herziening en ontwikkeling van beleid inzake lucht, water en geluidsoverlast te laten leiden door een brongerichte aanpak, d.w.z. om milieuproblemen direct bij de bron aan te pakken en daarbij rekening te houden met de ervaringen van lokale en regionale overheden, die vaak de taak hebben om beleidsmaatregelen ten uitvoer te leggen zonder dat ze directe invloed hebben op de oorzaak van de problemen.

Nieuw elan voor het plattelandsontwikkelings- en landbouwbeleid

4.20.

De Europese Commissie zou er goed aan doen om op basis van een geïntegreerde territoriale benadering een echte strategie voor duurzame landelijke ontwikkeling voor te stellen.

4.21.

Het CvdR zou graag zien dat de vangnetmaatregelen van het hervormde GLB (gemeenschappelijk landbouwbeleid) worden aangevuld met gerichtere maatregelen om tegenwicht te bieden aan de marktvolatiliteit.

4.22.

Het CvdR dringt aan op een effectbeoordeling om na te gaan wat de gevolgen voor de landbouw zullen zijn van de handelsovereenkomsten waarover momenteel wordt onderhandeld.

Voortzetting van het EU-uitbreidingsbeleid, versterking van het partnerschap met de buurlanden van de EU en betere benutting van decentrale samenwerking

4.23.

De Commissie wordt verzocht om lokale en regionale overheden uit de toetredingslanden te ondersteunen en een grotere rol te geven bij de hervorming van het openbaar bestuur, en om in haar jaarlijkse voortgangsverslagen specifiek in te gaan op de situatie op het gebied van decentralisering.

4.24.

De EU moet bij de ondersteuning van de landen van het Oostelijk Partnerschap (OP) voortvarend optreden door de lokale en regionale democratie en de decentraliseringsprocessen te steunen en het gebruik van programma’s voor samenwerking tussen lokale en regionale overheden uit de OP- en EU-landen aan te moedigen.

4.25.

Het CvdR verzoekt de Commissie het Europees Nabuurschap in te zetten als middel om de sociale en territoriale samenhang in de mediterrane partnerlanden te vergroten en om de samenwerking tussen de lokale en regionale overheden aan te moedigen.

4.26.

In dit verband wordt de Commissie gevraagd om ook de zuidelijke nabuurschapslanden in aanmerking te laten komen voor het LAF-programma (Local Administration Facility ) en om voor het Middellandse Zeegebied duurzame migratiebeleidsmaatregelen te formuleren en te implementeren waarbij alle belanghebbenden, met name nationale regeringen en regionale en lokale overheden, worden betrokken.

4.27.

Lokale en regionale overheden zouden inspraak moeten krijgen in de ontwikkeling van Integratiepartnerschappen met derde landen en in andere preventieve plannen rond de bevordering van cirkelmigratie.

4.28.

Het CvdR gaat ervan uit dat er voor lokale en regionale overheden een rol zal zijn weggelegd bij de concrete vormgeving van een territoriale benadering van ontwikkeling, waarbij o.m. hun uitgebreide ervaring met decentrale ontwikkelingssamenwerking wordt benut. Het zou graag zien dat er steun komt voor de bijdrage van lokale en regionale overheden aan het Europees Jaar voor Ontwikkeling 2015 en voor lokale/regionale ontwikkelingsstrategieën.

4.29.

Het CvdR stelt voor om de onderhandelingen over een trans-Atlantisch handels- en investeringspartnerschap (TTIP) met de Verenigde Staten voort te zetten, op voorwaarde dat transparantie en democratische participatie in acht worden genomen en sociale en milieunormen worden gevrijwaard. Het zou hierbij ook graag als belanghebbende partij worden aangemerkt.

De banden met de burger aanhalen

4.30.

Het CvdR verzoekt de Commissie een voorstel tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement te presenteren om de erkenning van de democratische functie van het Europees Parlement kracht bij te zetten, bijv. door voor de hele EU een gemeenschappelijke kiesdrempel voor vertegenwoordiging in het Europees Parlement vast te stellen en de uitoefening van het stemrecht te vergemakkelijken door een Europees kiezersregister voor stellen.

4.31.

Het CvdR stelt voor om bij een evaluatie van de strategie Communiceren over Europa in partnerschap steun te verlenen aan de rol die lokale en regionale overheden spelen bij het informeren van de burgers over de EU en haar beleid. De Commissie wordt verzocht nauwer met het CvdR samen te werken bij de toepassing van een echt decentraal communicatiebeleid op regionaal en lokaal niveau, met name via haar vertegenwoordigingen in de lidstaten.

5.

Nauwere samenwerking met de Europese instellingen

5.1.

Het CvdR zou graag betrokken worden bij de komende onderhandelingen over een nieuwe interinstitutionele overeenkomst inzake betere wetgeving.

5.2.

Het stelt voor dat het CvdR en de Europese Commissie aan de hand van hun samenwerkingsovereenkomst nauwer met elkaar gaan samenwerken in de prelegislatieve fase, teneinde strategische initiatieven voor de langere termijn uit te stippelen en in het EU-beleid meer te streven naar oplossingen die op multilevel governance zijn gebaseerd.

5.3.

Het Europees Parlement wordt verzocht om op basis van het in 2014 gesloten samenwerkingsakkoord meer met het CvdR samen te werken, niet alleen in het wetgevingsproces, maar ook tijdens het Europees Semester en bij de beoordeling van de territoriale impact van EU-wetgeving.

5.4.

Het CvdR verzoekt om gelijke behandeling van lokale en regionale overheden en hun verenigingen ten aanzien van de wijzigingen in de plicht tot registratie in het transparantieregister, zoals bedoeld in de nieuwe Interinstitutionele Overeenkomst (IO) betreffende het transparantieregister.

5.5.

De Raad wordt voorgesteld om de samenwerking met het CvdR te intensiveren op gebieden die voor lokale en regionale overheden van cruciaal belang zijn.

Gedaan te Brussel, 26 juni 2014.

De voorzitter van het Comité van de Regio’s

Michel LEBRUN


Top