This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013TA1213(34)
Report on the annual accounts of the European Union Fundamental Rights Agency for the financial year 2012, together with the Agency’s replies
Verslag over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Bureau
Verslag over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Bureau
PB C 365 van 13.12.2013, p. 245–250
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 365/245 |
VERSLAG
over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Bureau
2013/C 365/34
INLEIDING
1. |
Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (hierna: „Bureau” ofwel „FRA”), gevestigd te Wenen, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad (1). Het Bureau heeft ten doel, de betrokken instanties van de Unie en haar lidstaten bij de toepassing van het recht van de Unie betreffende de grondrechten bijstand en expertise te verlenen (2). |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
2. |
De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Bureau. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
3. |
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:
|
De verantwoordelijkheid van de leiding
4. |
Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (5) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Bureau, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:
|
De verantwoordelijkheid van de controleur
5. |
De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Bureau geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn. |
6. |
De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. |
7. |
De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring. |
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
8. |
Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Bureau op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. |
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
9. |
Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig. |
10. |
De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. |
OPMERKINGEN OVER DE WETTIGHEID EN REGELMATIGHEID VAN DE VERRICHTINGEN
11. |
In 2012 kocht het Bureau bij twee leveranciers schoonmaakdiensten in via kadercontracten volgens het cascadesysteem. Vanwege een schrijffout tijdens de evaluatie van de offertes was de rangschikking van de contractanten onjuist. Eén in 2012 gegund contract ter waarde van 56 784 euro en de betrokken betalingen zijn onregelmatig. Naar aanleiding van de controle van de Rekenkamer heeft het Bureau de rangschikking van de contractanten aangepast. |
OPMERKINGEN OVER INTERNEBEHEERSINGSMAATREGELEN
12. |
Het Bureau beschikte in 2012 niet over een formele procedure voor verificatie achteraf. Begin 2013 werd er echter na een alomvattende risicoanalyse door het Bureau een formele procedure ingevoerd. |
OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER
13. |
Hoewel de begrotingsuitvoering voor titel III (beleidsuitgaven) met 49 % van de vastgelegde kredieten laag was, was dit niet het gevolg van vertragingen bij de uitvoering van het jaarlijks werkprogramma van het Bureau en weerspiegelt het de meerjarige aard van de activiteiten. Het Bureau heeft een begrotingsplanningmodule ingevoerd die rechtstreeks gekoppeld is aan zijn jaarlijks werkprogramma en de betalingen werden gepland en uitgevoerd overeenkomstig de beleidsmatige behoeften. |
Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 15 juli 2013.
Voor de Rekenkamer
Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA
President
(1) PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1.
(2) Ter informatie geeft bijlage I een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau.
(3) Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.
(4) Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.
(5) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(6) De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, indien relevant, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.
(7) Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
BIJLAGE
Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (Wenen)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag |
Verzamelen van informatie
|
||||||||||||||||||
Bevoegdheden van het Bureau (Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad) |
Doelstellingen
Taken
|
||||||||||||||||||
Organisatie |
Raad van bestuur Samenstelling Eén door elke lidstaat aangewezen onafhankelijk persoon, één door de Raad van Europa aangewezen onafhankelijk persoon en twee vertegenwoordigers van de Commissie. Taken Vaststellen van de begroting, het werkprogramma en de jaarverslagen. Vaststellen van de definitieve begroting en de lijst van het aantal ambten. Advies uitbrengen over de definitieve rekeningen. Dagelijks bestuur Samenstelling
Wetenschappelijk comité Samenstelling
Directeur Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie, met inachtneming van het advies van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (die hun voorkeur aangeven). Externe controle Europese Rekenkamer. Interne audit Dienst Interne Audit (DIA) van de Europese Commissie. Kwijtingverlenende autoriteit Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. |
||||||||||||||||||
In 2012 (2011) ter beschikking van het Bureau gestelde middelen |
Definitieve begroting 20,376 (20,180) miljoen euro waarvan 99 % (99 %) subsidie van de Unie Personeelsbestand per 31 december 2012 72 (72) posten in de lijst van het aantal ambten, waarvan 70 (70) bezet + 22 (22) andere dienstverbanden (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen) Totaalaantal personeelsleden: 94 (94), waarvan er:
|
||||||||||||||||||
Producten en diensten 2012 (2011) (1) |
FRANET Aantal bijdragen van de 28 nationale contactpunten (nationale groepen): 185 (29) Aantal bijdragen van de partner die is belast met EU- en internationale analyse: 1 (0) Aantal bijdragen van de partner die is belast met vergelijkende analyse: 1 (0) Aantal vergaderingen: 3 (2) (1 met 4 deelnemers, 1 met 10 deelnemers en 1 met 20 deelnemers) Onderzoeksverslagen Aantal verslagen: 13 (26) plus 23 (113) taalversies Aantal vergaderingen: 2 (11) Jaarverslagen: 2 (2) plus 3 (2) taalversies Samenvatting jaarverslag: 1 (1) plus 2 (4) taalversies FRA-adviezen: 3 Factsheets: 11 (10) plus 118 (149) taalversies Niet-onderzoeksdocumenten Diverse FRA-publicaties: 5 (5) plus 31 (27) taalversies Posters: 20 (1) Voornaamste conferenties en evenementen Conferentie over de grondrechten: 1 (1) Evenement „Diversity Day”: 1 (1) FRA-symposium: 1 (1) Vergadering van het Platform voor de grondrechten: 1 (0) Gemeenschappelijk seminar met het (Deense) EU-voorzitterschap: 1 (0) Samenwerking met instellingen en organen op EU- en lidstaatniveau Lidstaten: 7 (13) Raad van de EU: 9 (9) Europese Commissie: 12 (18) Europees Parlement: 20 (10) Europees Hof van Justitie: 1 (1) Comité van de Regio’s: 1 (3) Europees Economisch en Sociaal Comité: 1 (1) Europese ombudsman: 1 (0) Platform voor de grondrechten: 3 (3) Raad van Europa: 24 (10) OVSE: 2 (3) Verenigde Naties: 2 (2) Gespecialiseerde organen (nationale mensenrechtenorganisaties en organen voor de bevordering van gelijke behandeling): 3 (4) Overige vergaderingen en rondetafelconferenties: 12 (20) |
||||||||||||||||||
Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. |
(1) NB: Sinds 2011 maken we onderscheid tussen verslagen en factsheets en vermelden we tevens voor elke categorie uitdrukkelijk het totale aantal taalversies.
Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.
ANTWOORD VAN HET BUREAU
11. |
Het Bureau heeft de schrijffout in de evaluatie van de offertes gecorrigeerd en het raamcontract met instemming van alle betrokken partijen dienovereenkomstig aangepast. Bovendien werkt het Bureau aan een verbetering van zijn software voor het beheer van aanbestedingen en contracten zodat dergelijke schrijffouten in de toekomst niet meer kunnen voorkomen. Deze software wordt gebruikt voor de opstelling van aanbestedingen en zal nu ook een module voor elektronische evaluatie bevatten. Op verzoek van de Commissie heeft het Bureau ermee ingestemd om de software via een dienstverleningsovereenkomst aan de Commissie ter beschikking te stellen. |
12. |
Het Bureau is van mening dat het systeem voor interne controle adequaat is en redelijke zekerheid biedt, onder meer aan de hand van optimale werkwijzen. Bovendien heeft het Bureau in 2013, na een interne risicobeoordeling en overeenkomstig het verzoek van de Rekenkamer, een formele procedure voor verificatie achteraf ingevoerd. |
13. |
Het Bureau is ingenomen met deze opmerking aangezien de Rekenkamer de meerjarige aard van de meeste van de operationele projecten van het Bureau bevestigt. De begrotingsuitvoering van het Bureau voor het jaar 2012 laat voor de titels I en II een betalingsuitvoeringspercentage van respectievelijk 98 % en 89 % zien. Het betalingsuitvoeringspercentage van 49 % voor titel III is goed gerechtvaardigd omdat het strookt met de tenuitvoerlegging van het jaarlijks werkprogramma van het Bureau. Om de efficiëntie nog te verhogen, heeft het Bureau een begrotingsplanningmodule (Budget Module) ingevoerd die rechtstreeks gekoppeld is aan het jaarlijks werkprogramma. De overdrachten hebben betrekking op betalingskredieten die nodig zijn om bestaande juridische verbintenissen na te komen. |