EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013TA1213(30)

Verslag over de jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

PB C 365 van 13.12.2013, p. 213–220 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 365/213


VERSLAG

over de jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

2013/C 365/30

INLEIDING

1.

Het Voorzieningsagentschap van Euratom (hierna: „het Agentschap”), gevestigd te Luxemburg, werd opgericht in 1958 (1). Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad (2) verving de eerdere statuten van het Agentschap. Het Agentschap heeft als voornaamste taken, de Unie te voorzien van deskundigheid betreffende de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten en de markt te volgen.

2.

Van 2008 tot en met 2011 ontving het Agentschap geen eigen begroting ter dekking van zijn werkzaamheden. De Commissie nam alle uitgaven van het Agentschap voor de uitvoering van zijn werkzaamheden voor haar rekening. Voor 2012 kreeg het Agentschap van de Commissie een eigen begroting, die echter slechts een klein deel van zijn uitgaven dekt, zoals wordt verduidelijkt in de toelichtende paragrafen (10 en 11).

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van het Agentschap, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar;

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (5) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, almede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Agentschap omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van het Agentschap goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Agentschap.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle het Europees Parlement en de Raad (6) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controleprocedures die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Toelichtende paragraaf

10.

Zonder iets af te doen aan het in paragraaf 9 gegeven oordeel, wil de Rekenkamer de aandacht vestigen op de volgende kwestie. Tussen 2008 en 2011 ontving het Agentschap geen eigen begroting en werden alle uitgaven rechtstreeks door de Europese Commissie gefinancierd en voldaan. Naar het oordeel van de Rekenkamer is deze situatie in strijd met de statuten van het Agentschap.

11.

Na de opmerkingen van de Rekenkamer kende de Commissie aan het Agentschap voor 2012 een eigen begroting ten bedrage van 98 000 euro (104 000 euro inclusief de financiële ontvangsten uit eigen investeringen). Hoewel in artikel 54 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en in artikel 6 van de statuten van het Agentschap wordt bepaald dat het Agentschap financiële zelfstandigheid heeft, worden de meeste uitgaven van het Agentschap (personeel, kantoorruimte en IT-systemen) nog steeds rechtstreeks door de Commissie gefinancierd. Wat de personeelskosten betreft, is dit bepaald in artikel 4 van de statuten van het Agentschap. De bepalingen zijn tegenstrijdig en dit druist in tegen de vereiste financiële zelfstandigheid van het Agentschap.

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR

12.

Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 15 juli 2013.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB 27 van 6.12.1958, blz. 534.

(2)  PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15.

(3)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(6)  Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).


BIJLAGE I

Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond / Loopt nog / Nog af te handelen / N.v.t.)

2011

Zonder iets af te doen aan het in paragraaf 10 gegeven oordeel, wil de Rekenkamer andermaal de aandacht vestigen op de volgende kwestie. Artikel 54 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bepaalt dat het Agentschap financiële zelfstandigheid bezit. Artikel 7 van de statuten van het Agentschap bepaalt dat „de uitgaven van het Agentschap bestaan uit de administratieve uitgaven voor het personeelsbestand en het Comité, alsmede uit de uitgaven ten gevolge van contracten met derde partijen”. In werkelijkheid heeft het Agentschap sinds 2008 geen budget meer gekregen. Gezien deze situatie heeft de Europese Commissie de in artikel 7 genoemde uitgaven rechtstreeks voldaan. Naar het oordeel van de Rekenkamer is deze situatie in strijd met de statuten van het Agentschap en de Rekenkamer is van mening dat het Agentschap en de Commissie samen met alle betrokken partijen maatregelen moeten overwegen om een einde te maken aan deze situatie.

Loopt nog


BIJLAGE II

Voorzieningsagentschap van Euratom (Luxemburg)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

Gemeenschappelijk voorzieningsbeleid voor nucleair materiaal (te weten ertsen, grondstoffen, bijzondere splijtstoffen), overeenkomstig de beginselen (met name gelijke toegang voor alle gebruikers) en doelstellingen (voorzieningszekerheid) die zijn opgenomen in het Euratom-Verdrag:

het Voorzieningsagentschap van Euratom werd rechtstreeks opgericht bij artikel 52 van het Euratom-Verdrag, dat werd ondertekend in 1957. Het volledige hoofdstuk 6 („Leveringen”) van dat verdrag is gewijd aan het Agentschap, zijn taken en bevoegdheden;

het Voorzieningsagentschap van Euratom is voorts onderworpen aan zijn statuten, die zijn vastgesteld bij besluit van de Raad over de rechtsgrondslag van artikel 54 van het Euratom-Verdrag.

Bevoegdheden van het Agentschap

[zoals bepaald bij het Euratom-Verdrag, en hoofdzakelijk hoofdstuk 6 daarvan, en bij Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van statuten voor het Voorzieningsagentschap van Euratom]

Doelstellingen

De voorziening verzekeren van nucleair materiaal (zoals hierboven omschreven) door middel van een gemeenschappelijk voorzieningsbeleid volgens het beginsel van gelijke en niet-discriminatoire toegang tot hulpbronnen (artikel 52 van het Euratom-Verdrag).

Ervoor zorgen dat alle gebruikers in de Gemeenschap op gelijke en billijke wijze worden voorzien van ertsen en kernbrandstof (artikel 2, onder d), van het Euratom-Verdrag).

Markttendensen die van invloed kunnen zijn op de continuïteit van de voorziening van nucleair materiaal en nucleaire diensten aan de Europese Unie observeren en volgen (artikel 1 van de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom).

Bijdragen aan het beleid van de Gemeenschap door haar te voorzien van deskundigheid, informatie en advies over onderwerpen die verband houden net de werking van de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten (artikel 1 van de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom).

Taken

Krachtens het Euratom-Verdrag heeft het Voorzieningsagentschap van Euratom een optierecht op de op het grondgebied van de lidstaten geproduceerde ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen alsook een exclusief recht tot sluiting van contracten voor de levering van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen van binnen of buiten de Gemeenschap.

Gezien het bovenstaande behoort het tot de taken van het Voorzieningsagentschap van Euratom:

de tussen de betrokken partijen overeengekomen te beoordelen en dan ook elk contract of elke contractwijziging betreffende de levering van de in artikel 52 van het Euratom-Verdrag bedoelde materialen al dan niet uitsluitend onder bepaalde voorwaarden te sluiten;

in kennis te worden gesteld van alle contracten betreffende de verwerking, omzetting of vorming van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen bedoeld in artikel 75 van het Euratom-Verdrag en deze te behandelen;

in kennis te worden gesteld van alle overdrachten en alle in- en uitvoerverrichtingen met kleine hoeveelheden ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen bedoeld in artikel 74 van het Euratom-Verdrag en deze te behandelen;

dossiers aan te leggen en alle voorbereidingen te treffen voor een besluit van de Commissie in de gevallen waarin de Euratom-regels collegiale overeenstemming voorschrijven (zoals de artikelen 59 en 60 van het Euratom-Verdrag);

naar gelang van het geval de contracten te beheren die het Agentschap heeft gesloten of waarvan het in kennis is gesteld;

informatie te verzamelen en te verwerken met het oog op een continu toezicht op de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten in de EU (artikel 1 van de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom);

voor intern gebruik en/of voor het publiek regelmatig verslag uit te brengen over de werking van de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten;

de Gemeenschap op verzoek te voorzien van deskundigheid en advies over enig onderwerp in verband met de werking van de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten (artikel 1 van de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom);

het raadgevend comité van Euratom te contacteren en te raadplegen overeenkomstig artikel 13 van de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom;

naar gelang van het geval – eveneens door het bieden van secretariaatsdiensten – deel te nemen aan de vergaderingen van genoemd raadgevend comité, die gewoonlijk twee maal per jaar plaatsvinden (artikel 14 van de statuten).

Organisatie

Het Agentschap heeft rechtspersoonlijkheid en financiële zelfstandigheid (artikel 54 van het Euratom-Verdrag).

Het opereert onder toezicht van de Commissie (artikel 53 van het Euratom-Verdrag) zonder winstoogmerk (artikel 2 van de statuten).

De directeur-generaal en het personeel van het Voorzieningsagentschap van Euratom moeten ambtenaren van de Europese Gemeenschappen zijn of worden. Zij moeten een veiligheidsgoedkeuring hebben. Hun salaris wordt betaald door de Commissie (artikel 4 van de statuten).

In het Euratom-Verdrag (artikel 54) en de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (artikel 9) worden het kapitaal van het Agentschap en de voorwaarden voor de storting ervan bepaald.

Directeur-generaal

Benoemd door de Commissie (artikel 53 van het Euratom-Verdrag) voor onbepaalde tijd.

De taken en bevoegdheden van de directeur-generaal worden met name vastgesteld in de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (artikel 3, maar ook de artikelen 13 en 14).

Toezicht op het Voorzieningsagentschap van Euratom door de Commissie

Krachtens artikel 53 van het Euratom-Verdrag en artikel 5 van de statuten van Euratom:

kan de Commissie Euratom richtlijnen geven;

heeft de Commissie recht van veto over de beslissingen van het Agentschap.

Raadgevend comité

Krachtens artikel 11 van de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom bestaat het uit leden uit de lidstaten die intuitu personae worden aangesteld voor een (verlengbare) termijn van drie jaar.

Het Comité helpt het Agentschap bij de uitvoering van zijn taken, vormt een verbindingsorgaan tussen het Voorzieningsagentschap van Euratom en de producenten en gebruikers van de nucleaire industrie (artikel 13 van de statuten).

Het Comité kan worden geraadpleegd over alle vraagstukken binnen de bevoegdheid van het Agentschap. Het moet advies uitbrengen over alle in artikel 13 van de statuten genoemde aangelegenheden. Het vergadert gewoonlijk twee maal per jaar.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Interne audit

Dienst Interne Audit (DIA) van de Europese Commissie.

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement.

In 2012 ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

Begroting

104 000 euro, waarvan:

subsidie van de Commissie: 98 000 euro

inkomsten uit investeringen en bankrente: 6 000 euro

Personeelsbestand per 31 december 2012

Aantal voor het Agentschap bestemde ambten in de EU-begroting: 9 AD (waaronder de directeur-generaal) en 16 AST.

Aantal werkelijk aan het Agentschap toegewezen ambten: 7 AD (één bezet door een tijdelijk functionaris) en 10 AST (één bezet door een tijdelijk functionaris).

Andere personeelsleden: 1 GND-ambt, vacant (arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen).

Totaalaantal personeelsleden: 17 (inclusief de directeur-generaal).

Geleverde producten en diensten in 2012

Voorziening verzekerd

Behandelde transacties

Het Agentschap behandelde in 2012 ongeveer 270 transacties, waaronder contracten, wijzigingen en kennisgevingen betreffende de startactiviteiten

Interdepartementaal overleg (ISC). Commissiebesluiten voorbereid

Het Agentschap bereidde het Commissiebesluit voor inzake een procedure op basis van artikel 65 in verband met artikel 60 van het Euratom-Verdrag;

Het Agentschap leverde input voor de procedure inzake zijn begroting 2013.

Door het Agentschap behandelde overlegprocedures: 46, waarvan 11 werden gestart door directoraat-generaal Energie van de Commissie.

Verslagen

In 2012 produceerde het Agentschap:

zijn jaarverslag over 2011;

drie kwartaalverslagen over de uraniummarkt;

zes tweemaandelijkse overzichten nucleair nieuws;

45 wekelijkse berichten met nucleair nieuws voor lezers binnen de Europese Commissie.

Deelname aan activiteiten van het raadgevend comité van het Voorzieningsagentschap van Euratom

Het raadgevend comité van het Agentschap vergaderde naar behoren tweemaal met de steun en deelname van het Agentschap op 10 mei 2012 en 8 november 2012.

Het Agentschap faciliteerde de activiteiten van twee werkgroepen van zijn raadgevend comité.

IT-ondersteuning voor activiteiten

Verdere ontwikkeling / onderhoud van de databank PLUTO voor contractenbeheer.

Invoering van het CIRCABC-communicatie-instrument via internet ter ondersteuning van de werkgroepen van het raadgevend comité.

Actualisering van de website van het Agentschap.

Betrekkingen met andere Europese instellingen en internationale samenwerking

Het Voorzieningsagentschap van Euratom werkt onder toezicht van de Commissie, die richtlijnen uitvaardigt aan het Agentschap, een vetorecht kan uitoefenen op zijn beslissingen en zijn directeur-generaal benoemt (artikel 53 van het Euratom-Verdrag).

Jaarlijks moet het Agentschap aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie verslag uitbrengen over de activiteiten van het voorgaande jaar, met inbegrip van het werkprogramma van het komende jaar.

Internationale samenwerking met het IAEA (Internationaal Agentschap voor Atoomenergie) en het Agentschap voor kernenergie (NEA) van de OESO. In dat verband neemt het Voorzieningsagentschap van Euratom deel aan:

de gezamenlijke NEA/IAEA Uraniumgroep;

de NEA-groep op hoog niveau voor de voorzieningszekerheid van medische radio-isotopen.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

11.

Het agentschap is het eens met de Rekenkamer dat het bedrag van de subsidie slechts een klein deel van zijn administratieve uitgaven dekt; het grootste deel moet nog steeds rechtstreeks door de Commissie worden gefinancierd.

Het Agentschap ziet geen contradictie tussen de bepalingen van artikel 4, lid 1 en artikel 6, lid 1, van zijn statuten.


Top