Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013TA1213(16)

Verslag over de jaarrekening van het Europees Bureau voor visserijcontrole betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Bureau

PB C 365 van 13.12.2013, p. 113–119 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 365/113


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Bureau voor visserijcontrole betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Bureau

2013/C 365/16

INLEIDING

1.

Het Europees Bureau voor visserijcontrole (hierna: „Bureau” ofwel „EFCA”), gevestigd te Vigo, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad (1). De belangrijkste taak van het Bureau is het organiseren van de operationele coördinatie van de visserijcontroles en -inspecties van de lidstaten, om ervoor te zorgen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid effectief en uniform worden toegepast (2).

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Bureau. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van het Bureau, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar;

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (5) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Bureau, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Bureau omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van het Bureau goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Bureau.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Bureau geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Bureau op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

10.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

11.

Het niveau van de vastgelegde kredieten voor de diverse titels varieerde van 94 % tot 99 % van de totale kredieten, hetgeen erop wijst dat de juridische verbintenissen tijdig werden ondertekend. Het niveau van naar 2013 overgedragen vastgelegde kredieten was echter hoog voor titel II (administratieve uitgaven): 35 %, en voor titel III (beleidsuitgaven): 46 %. Voor titel II was dit grotendeels toe te schrijven aan gebeurtenissen waarop het Bureau geen invloed had, zoals de laattijdige facturering door de Spaanse instanties van de huurkosten voor de bureaus over 2012. Ook bestelde het Bureau, om te voorzien in de toegenomen operationele behoeften waarmee het in het laatste kwartaal van 2012 te maken kreeg, een groot volume aan goederen en diensten die tegen het einde van het jaar nog moesten worden geleverd. Voor het hoge niveau van overdrachten uit hoofde van titel III was een belangrijke reden de aanzienlijke werklast waarmee het Bureau werd geconfronteerd als gevolg van het grote aantal IT-projecten dat gedurende 2012 werd gestart ofwel liep. Deze werklast was van invloed op de tijdigheid van aanbestedingsprocedures voor IT-projecten die in 2012 van start gingen. Bovendien hoefden uitgaven voor opleiding voor, en dienstreizen van personeel en deskundigen in het laatste kwartaal van 2012 pas begin 2013 te worden vergoed.

OVERIGE OPMERKINGEN

12.

In reactie op het verslag over 2011 van de Rekenkamer trof het Bureau in juni 2012 corrigerende maatregelen ter verbetering van de transparantie van de wervingsprocedures. In 2012 betroffen de enige vastgestelde gebreken drie gecontroleerde wervingsprocedures die nog voorafgaand aan het verslag over 2011 van de Rekenkamer waren gestart: de kennisgevingen van vacature verschaften de kandidaten geen informatie over klachten- en beroepsprocedures; kandidaten kregen een algemene score in plaats van één score per selectiecriterium; er was geen bewijs dat de vragen voor de sollicitatiegesprekken en schriftelijke tests vóór de datum van de onderzoeken waren vastgesteld.

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR

13.

Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 10 september 2013.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.

(2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau.

(3)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, indien relevant, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(7)  Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).


BIJLAGE I

Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond / Loopt nog / Nog af te handelen / N.v.t.)

2011

De Rekenkamer constateerde dat de procedures voor de plaatsing van opdrachten verbeterd moeten worden. Het Bureau documenteerde de schatting van de waarde van opdrachten niet naar behoren in de aanbestedingsdossiers. Een aantal selectiecriteria voor inschrijvers moet specifieker zijn teneinde de transparantie van de procedures verder te verbeteren.

Afgerond

2011

Het Bureau beschikt nog niet over passende procedures voor de vastlegging en verantwoording van kosten die verband houden met het creëren van interne immateriële activa.

Afgerond

2011

Tijdens de benoemingsprocedure van de uitvoerend directeur handelde een lid van de raad van bestuur in strijd met de regels die gelden voor benoemingen op belangrijke posten door aan te kondigen voor welke kandidaat de Commissie zou gaan stemmen.

N.v.t.

2011

De Rekenkamer constateerde dat de procedures voor personeelsselectie verder moeten worden verbeterd. De kennisgevingen van vacature bevatten geen informatie over klachten- en beroepsprocedures. De vergaderingen van de jury werden onvoldoende gedocumenteerd en bij één werving week het tot aanstelling bevoegd gezag af van de volgorde van de lijst van de jury zonder dit te motiveren.

Loopt nog


BIJLAGE II

Europees Bureau voor visserijcontrole  (1) (Vigo)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikel 43 VWEU)

Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de in artikel 40, lid 1, bedoelde gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten in en stellen de overige bepalingen vast die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid na te streven.

Bevoegdheden van het Bureau

(Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1224/2009)

Doelstellingen

Bij deze verordening wordt een Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) opgericht dat tot doel heeft een operationele coördinatie van de visserijcontroles en -inspecties van de lidstaten te organiseren en de lidstaten te helpen met hun samenwerking, zodat ze voldoen aan de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid om te verzekeren dat dit beleid effectief en uniform wordt toegepast.

Taken/Opdracht

De door de lidstaten in verband met de controle- en inspectieverplichtingen van de EU verrichte controles en inspecties coördineren;

de door de lidstaten overeenkomstig deze verordening gebundelde inzet van de nationale controle- en inspectiemiddelen coördineren;

de lidstaten bij de verslaglegging over de visserijactiviteiten en de controles en inspecties aan de Commissie en aan derden bijstaan;

de lidstaten binnen zijn bevoegdheden bijstaan bij het vervullen van hun taken en verplichtingen uit hoofde van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

de lidstaten en de Commissie bijstaan bij het harmoniseren van de toepassing van het gemeenschappelijk visserijbeleid in de hele Unie;

bijdragen tot de werkzaamheden van de lidstaten en de Commissie inzake het onderzoek naar en de ontwikkeling van controle- en inspectietechnieken;

bijdragen tot de coördinatie van de opleiding van inspecteurs en de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten;

de operaties ter bestrijding van illegale, niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij overeenkomstig de voorschriften van de EU coördineren;

de uniforme uitvoering van de controleregeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid ondersteunen, met inbegrip van met name:

i)

de organisatie van de operationele coördinatie van controleactiviteiten van de lidstaten voor de uitvoering van specifieke controle- en inspectieprogramma’s, controleprogramma’s betreffende illegale, ongemelde en ongereglementeerde („IOO”) visserij en internationale controle- en inspectieprogramma’s;

ii)

de inspecties die nodig zijn voor de vervulling van de taken van het Bureau.

Opgemerkt zij dat, naast andere bevoegdheden, na de wijziging van de oprichtingsverordening van het Bureau bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad:

1.

functionarissen van het Bureau als inspecteur van de Unie kunnen worden aangewezen in internationale wateren;

2.

het Bureau de uitrusting mag aanschaffen of huren die voor de uitvoering van deze gezamenlijke inzetplannen nodig is;

3.

het Bureau na een kennisgeving door de Commissie of op eigen initiatief een noodeenheid opzet wanneer zich ernstig risico voor het gemeenschappelijk visserijbeleid voordoet.

Organisatie

Raad van bestuur

Samenstelling

De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en zes vertegenwoordigers van de Commissie.

Taken

Vaststellen van de begroting, het werkprogramma en het jaarverslag. Vaststellen van de definitieve begroting en de lijst van het aantal ambten. Advies uitbrengen over de definitieve rekeningen.

Uitvoerend Directeur

Benoemd door de raad van bestuur uit een lijst van ten minste twee kandidaten die door de Commissie zijn voorgedragen.

Externe Audit

Europese Rekenkamer.

Interne controle

Dienst Interne Audit van de Europese Commissie (DIA).

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad.

In 2012 (2011) ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

Definitieve begroting

Totale begroting 2012: 9,22 (12,85) miljoen euro

titel I — 6,22 (6,04) miljoen euro

titel II — 1,28 (1,23) miljoen euro

titel III — 1,71 (5,57) miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december 2012

54 (53) tijdelijke functionarissen opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan: 50 (52) bezet,

+ 5 (5) arbeidscontractanten opgenomen, waarvan 5 (4) bezet.

Totaal aantal posten: 59 (58), waarvan 55 (56) bezet.

Producten en diensten 2012 (2011)

Operationele coördinatie

Tenuitvoerlegging van het PGS (Plan voor gezamenlijke stationering) kabeljauwvisserij in de Noordzee, het Skagerrak, het Kattegat en het oostelijk deel van het Kanaal en de westelijke wateren (ten westen van Schotland en de Ierse Zee);

PGS kabeljauw- en zalmvisserij in de Baltische Zee;

PGS blauwvintonijnvisserij in de Middellandse Zee en het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan;

tenuitvoerlegging van het PGS in het gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan en het gebied van de Visserijorganisatie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan;

PSG pelagische soorten in de westelijke wateren van de Europese Unie;

ondersteunende activiteiten ter bestrijding van illegale, niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij;

consolidatie van de PGS’s door een regionale aanpak te stimuleren.

Capaciteitsopbouw

In kaart brengen van informatiesystemen die de visserijcontrole in de Europese Unie ondersteunen;

ontwikkelen en onderhouden van het kerncurriculum;

ontwikkeling van een samenwerkingsplatform voor opleiding op internet;

ondersteuning ten behoeve van de nationale opleidingsprogramma’s van de lidstaten;

opleiding van opleiders en opleiding van EU-inspecteurs voordat zij voor het eerst worden ingezet;

beheer, onderhoud, verbetering en ontwikkeling van de ICT-toezichtcapaciteiten; Systeem voor toezicht op schepen (VMS), Elektronisch rapportagesysteem (ERS), Fishnet;

activiteiten ter ondersteuning van de bestrijding van illegale niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij;

verlening van contractuele diensten om een patrouillevaartuig voor EFCA-visserij te huren;

geavanceerde opleiding voor EU-inspecteurs (ambtenaren die betrokken zijn bij de bestrijding van illegale niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij) (uitwisseling van beste praktijken, opfriscursussen enz.) en opleiding voor inspecteurs van derde landen op verzoek van de Europese Commissie.

(Zie het jaarlijkse werkprogramma 2012 van het Bureau voor nadere informatie.)

Bron: Door het Bureau verstrekte informatie.


(1)  Opgemerkt wordt dat de naam van het Bureau per 1 januari 2012 is veranderd van „Communautair Bureau voor visserijcontrole” in „Europees Bureau voor visserijcontrole”.

Bron: Door het Bureau verstrekte informatie.


ANTWOORD VAN HET BUREAU

11.

Het Bureau heeft kennis genomen van de opmerkingen van de Rekenkamer.

Met name met betrekking tot titel III heeft het Bureau te maken met complexe en langlopende IT-projecten. Bij elk nieuw IT-project zal zorgvuldige aandacht worden geschonken aan het optimaliseren van de doorlooptijd ervan, om waar mogelijk overdrachten van aanzienlijke bedragen naar het volgende jaar te voorkomen.

12.

Zoals reeds vermeld door de Rekenkamer heeft het Bureau in juni 2012 maatregelen getroffen ter verbetering van de door de Rekenkamer genoemde gebreken. De drie in de controle betrokken dossiers betreffen procedures van vóór deze datum.


Top