EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013TA1213(12)

Verslag over de jaarrekening van de Europese Bankautoriteit betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

PB C 365 van 13.12.2013, p. 80–88 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 365/80


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Bankautoriteit betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

2013/C 365/12

INLEIDING

1.

De Europese Bankautoriteit (hierna: „Autoriteit” ofwel „EBA”), gevestigd te Londen, is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (1). De Autoriteit heeft als taak, bij te dragen tot de invoering van kwalitatief hoogstaande gemeenschappelijke regulerings- en toezichtnormen en -praktijken alsmede tot de consistente toepassing van de juridisch bindende handelingen van de Unie, de delegatie van taken en verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten te stimuleren en te vergemakkelijken, marktontwikkelingen op haar bevoegdheidsgebied te volgen en te beoordelen en de bescherming van depositohouders en beleggers te bevorderen (2).

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van de Autoriteit. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van de Autoriteit, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar;

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (5) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de Autoriteit, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van de Autoriteit omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van de Autoriteit goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van de Autoriteit.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de Autoriteit geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de Autoriteit op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

10.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER DE WETTIGHEID EN REGELMATIGHEID VAN DE VERRICHTINGEN

11.

Ter dekking van het hogere schoolgeld verleent de Autoriteit aan personeelsleden met kinderen op de lagere of middelbare school een onderwijsbijdrage bovenop de in het Statuut vastgelegde onderwijstoelage (8). De onderwijsbijdragen over 2012 bedroegen in totaal ongeveer 76 000 euro. Deze betalingen vallen niet onder het Statuut en zijn dus onregelmatig.

OPMERKINGEN OVER INTERNEBEHEERSINGSMAATREGELEN

12.

Overeenkomstig de IT-strategie van de Autoriteit, die was ontworpen door haar voorganger (9), werden de essentiële IT-toepassingssystemen van de EBA tot december 2013 uitbesteed aan een externe dienstenverlener (10). Dit vormt een risico omdat de controle en het toezicht van de Autoriteit op haar IT-systemen wordt beperkt.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

13.

Het globale niveau van vastgelegde kredieten was 89 %, variërend van 84 % voor titel I (personeelsuitgaven) en 86 % voor titel II (administratieve uitgaven) tot 100 % voor titel III (beleidsuitgaven) (11). De overdracht van vastgelegde kredieten was hoog voor titel II (45 %), vooral door oorzaken buiten de controle van de Autoriteit, zoals de vergeefse zoektocht naar nieuwe gebouwen of de vertraagde uitvoering van bepaalde IT-projecten doordat de nodige informatie moeilijk te krijgen was bij de voorganger. Voor titel III was de overdracht van vastgelegde kredieten hoog (85 %), voornamelijk wegens de complexiteit en langdurigheid van twee procedures voor IT-aankopen (die niettemin volgens plan werden afgewikkeld), vertraging bij het starten en uitvoeren van drie andere IT-projecten en de late indiening van de facturen voor bepaalde IT-diensten door de leveranciers.

OVERIGE OPMERKINGEN

14.

De Rekenkamer ontdekte in de gecontroleerde wervingsprocedures de volgende tekortkomingen, die invloed hebben op de doorzichtigheid en de gelijke behandeling: kandidaten kregen een totale score in plaats van een score voor elk selectiecriterium; er was geen bewijs dat de vragen voor de sollicitatiegesprekken en tests reeds vóór de datum van de onderzoeken waren vastgesteld.

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR

15.

Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 15 juli 2013.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

(2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Autoriteit.

(3)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, indien relevant, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(7)  Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

(8)  Artikel 3 van bijlage VII voorziet in tweemaal de basistoelage van 252,81 euro = 505,62 euro.

(9)  Comité van Europese bankentoezichthouders.

(10)  Banque de France.

(11)  Na analyse van de behoeften voor de rest van het jaar werd de begroting in september 2012 gewijzigd en werden de kredieten met 8,9 % verlaagd.


BIJLAGE I

Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond / Loopt nog / Nog af te handelen / N.v.t.)

2011

De lage begrotingsuitvoeringspercentages wijzen op problemen bij de planning en uitvoering van de begroting.

Loopt nog

2011

De begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2011 beliep 12,7 miljoen euro. Overeenkomstig haar oprichtingsverordening (1) werd 60 % van de begroting voor 2011 gefinancierd uit bijdragen van de lidstaten en de EVA-landen en 40 % uit de EU-begroting. Eind 2011 boekte de Autoriteit een positief begrotingsresultaat van 3,6 miljoen euro. Overeenkomstig de artikelen 15, lid 4, en 16, lid 1, van haar financieel reglement werd het volledige bedrag vervolgens in de boekhouding opgenomen als een verplichting jegens de Europese Commissie.

Loopt nog

2011

Er werden tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van drie juridische verbintenissen die voorafgaand aan de begrotingsvastleggingen waren aangegaan (742 000 euro).

Afgerond

2011

Het boekhoudsysteem van de Autoriteit moet nog door de rekenplichtige worden gevalideerd, zoals voorgeschreven in het Financieel Reglement.

Afgerond

2011

Niet alle gecontroleerde aanbestedingsprocedures strookten volledig met de bepalingen van het algemene Financieel Reglement. Contracten ter waarde van 299 182 euro werden krachtens de nationale regelgeving gegund en leidden in 2011 tot betalingen van 248 775 euro. De Autoriteit moet waarborgen dat alle nieuwe contracten worden gegund met volledige inachtneming van de aanbestedingsvoorschriften van de EU.

Afgerond

2011

De Autoriteit dient de transparantie van de wervingsprocedures te verbeteren: voorafgaand aan de beoordeling van aanvragen werden er geen wegingsfactoren voor selectiecriteria vastgesteld, noch minimaal vereiste cijfers om te worden uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken of om te worden opgenomen in de lijst met geschikte kandidaten. Bij één selectieprocedure was de toegekende graad niet in overeenstemming met de kennisgeving van vacature.

Loopt nog


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12, artikel 62, lid 1.


BIJLAGE II

Europese Bankautoriteit (Londen)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikelen 26 en 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

Artikel 26:

„1.   De Unie stelt de maatregelen vast die ertoe bestemd zijn om de interne markt tot stand te brengen en de werking ervan te verzekeren, overeenkomstig de bepalingen terzake van de Verdragen.

2.   De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen.

3.   Op voorstel van de Commissie stelt de Raad de noodzakelijke beleidslijnen en voorwaarden vast om een evenwichtige vooruitgang in het geheel der betrokken sectoren te garanderen.”

Artikel 114:

„1.   Tenzij in de Verdragen anders is bepaald, zijn de volgende bepalingen van toepassing voor de verwezenlijking van de doeleinden van artikel 26. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen.”

Bevoegdheden van de Autoriteit

(Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Parlement en de Raad)

Doelstellingen

a)

De verbetering van de werking van de interne markt, daaronder met name begrepen een solide, effectief en consistent niveau van regulering en toezicht;

b)

het verzekeren van de integriteit, transparantie, efficiëntie en ordelijke werking van de financiële markten;

c)

de versterking van de internationale coördinatie van het toezicht;

d)

het voorkomen van reguleringsarbitrage en het bevorderen van gelijke concurrentievoorwaarden;

e)

het waarborgen van behoorlijke regulering en toezicht met betrekking tot het aangaan van kredietrisico’s en andere risico’s;

f)

een betere consumentenbescherming.

Taken

a)

Bijdragen tot de invoering van kwalitatief hoogstaande gemeenschappelijke regulerings- en toezichtnormen en -praktijken;

b)

bijdragen tot de consistente toepassing van de juridisch bindende handelingen van de Unie;

c)

stimuleren en vergemakkelijken van de delegatie van taken en verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten;

d)

nauw samenwerken met het ESRB (1);

e)

organiseren en verrichten van collegiale toetsingen van de bevoegde autoriteiten;

f)

volgen en beoordelen van marktontwikkelingen op haar bevoegdheidsgebied;

g)

verrichten van economische marktanalyses om aan te tonen dat de Autoriteit zich van haar taken heeft gekweten;

h)

bevorderen van de bescherming van depositohouders en beleggers;

i)

bijdragen tot de consistente en samenhangende werking van de colleges van toezichthouders, de monitoring, beoordeling en meting van het systeemrisico, de ontwikkeling en coördinatie van herstel- en afwikkelingsplannen, waarbij in de gehele Unie een hoge beschermingsgraad wordt geboden aan depositohouders en beleggers en er methoden voor de afwikkeling van failliet gaande financiële instellingen worden ontwikkeld alsmede een beoordeling van de noodzaak tot passende financieringsinstrumenten;

j)

vervullen van alle andere specifieke taken die in deze verordening of in andere wetgevingshandelingen zijn vastgesteld;

k)

bekendmaken en regelmatig bijwerken van informatie op haar website over haar activiteiten;

l)

overnemen, voor zover van toepassing, van de huidige, lopende taken van het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBT).

Organisatie

Raad van toezichthouders

Samengesteld uit de voorzitter, één vertegenwoordiger per lidstaat (hoofd van NTA (2)), Commissie, ECB (3), ESRB, EIOPA (4) en ESMA (5).

Raad van bestuur

Samengesteld uit de voorzitter en zes andere leden van de raad van toezichthouders.

Voorzitter

Benoemd door de raad van toezichthouders.

Uitvoerend Directeur

Benoemd door de raad van toezichthouders.

De bezwaarcommissie

Gemengd orgaan van de drie ETA’s.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement.

In 2012 (2011) ter beschikking van de Autoriteit gestelde middelen

Begroting 2012

20,7 (12,7) miljoen euro

waarvan:

 

subsidie van de Europese Unie: 8,3 (5,1) miljoen euro

 

bijdragen van de lidstaten: 12,1 (7,4) miljoen euro

 

bijdragen van waarnemers: 0,3 (0,2) miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december 2012

68 (40) tijdelijke personeelsleden

12 (6) arbeidscontractanten

14 (5) gedetacheerde nationale deskundigen

Producten en diensten in 2012

Publieke raadplegingen over 23 ontwerpen van technische regulerings- en uitvoeringsnormen, waarvan 16 over kapitaal/eigen middelen.

Voorlegging aan de Commissie van het eerste ontwerp van technische reguleringsnormen inzake kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen volgens de Europese verordening inzake marktinfrastructuur.

Publicatie van zes richtsnoeren, vier discussiedocumenten en 14 raadplegingsdocumenten.

Uitbrengen van zeven adviezen aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad, drie brieven met commentaar over boekhoudkwesties aan de stichting IASB/IFRS en een brief met commentaar over auditkwesties aan IAASB.

Follow-up van twee EBA-aanbevelingen: die van juli 2011 over een EU-brede stresstest en die van december 2011 (uit te voeren tegen 30 juni 2012) over herkapitalisatie (toezicht op de kapitaalplannen van banken, bekendmaking van afzonderlijke gegevens over de kapitaalsituatie van 61 banken).

Werk in verband met de colleges van toezichthouders voor meer consistentie in de toezichtspraktijken, een betere coördinatie van de activiteiten en de uitwerking van gemeenschappelijke besluiten over bedrijfseigen prudentiële vereisten, met specifieke aandacht voor de 40 grootste internationale banken binnen de EU.

Deelneming aan 116 vergaderingen en activiteiten van colleges.

Ontwikkeling van de EBA-handleiding crisisbeheersing voor de omgang met noodsituaties, die de informatie-uitwisseling binnen de colleges en met de EBA in noodsituaties betreft.

Ontwikkeling van een document over goede praktijken voor consistentie in de inhoud en uitwerking van gemeenschappelijke besluiten.

Afgifte van een aantal deskundigenverslagen, bijvoorbeeld over onderzoek van het prudentiële kader bij mkb-leningen, over het toezicht in het kader van Basel III/CRD IV, over de beoordeling van de mededelingen van banken in antwoord op de in de richtlijn kapitaalvereisten genoemde vereisten van pijler 3, over de werking van de colleges en de uitvoering van de actieplannen voor colleges enz.).

Uitvoering van risicoanalyses, beoordeling en toezicht, presentatie van risicoverslagen aan een hele reeks belanghebbenden (o.a. jaarverslag aan het Europees Parlement, halfjaarlijkse en driemaandelijkse bijwerkingen en verslagen en een wekelijks overzicht betreffende de liquiditeits- en financieringsvoorwaarden voor Europese banken), versterking van de infrastructuur voor risicobeoordeling en analyse, inclusief onderzoek van interne en externe gegevens.

Input leveren voor en bijdragen aan de herziening van het Europees systeem voor financieel toezicht in het kader van artikel 81 van de EBA-verordening, samen met ESMA en EIOPA (verstrekking van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens en zelfbeoordelingsverslag aan de Commissie).

Bijdragen aan het programma van het Internationaal Monetair Fonds voor de beoordeling van de financiële sector in de EU.

Werk betreffende Euribor- en benchmark-onderwerpen, verricht samen met ESMA, inclusief het uitbrengen van aanbevelingen aan de nationale instanties en die van Euribor-EBF en werk aan beginselen inzake het kiezen van benchmarks.

Uitvoering van enquêtes bij de nationale bevoegde instanties over de nationale regels inzake beroepsaansprakelijkheidsverzekering en over verantwoorde kredietverstrekking en behandeling van kredietnemers met betalingsproblemen, publicatie van het „Consumer Trends Report 2012”.

Organisatie van de EBA-consumentenbeschermingsdag in oktober 2012.

Oprichting van de Permanente Commissie Consumentenbescherming en financiële innovatie (SCConFin) en haar subgroepen inzake verantwoorde kredietverstrekking en behandeling van uitstaande schulden; indexfondsen en contracten ter verrekening van verschillen („contracts for difference”).

Organisatie en coördinatie van 13 seminars voor personeel van de EBA en de nationale toezichthoudende autoriteiten.

Vaststelling van een reeks essentiële prestatie-indicatoren voor de financiële sector, met regelmatige rapportage aan de raad van bestuur van de EBA.

Verdere uitbreiding van het geïntegreerde e-HR systeem (Allegro) ter bevordering van een efficiënte en transparante werkomgeving.

11 vergaderingen van de raad van toezichthouders (zeven vergaderingen waarbij de deelnemers fysiek bijeenkwamen, vier teleconferenties), acht vergaderingen van de raad van bestuur (zes vergaderingen waarbij de deelnemers fysiek bijeenkwamen, twee teleconferenties).

Ongeveer 180 vergaderingen van interne comités, groepen, taskforces en panels van de EBA.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens.


(1)  Europees Comité voor systeemrisico.

(2)  Nationale toezichthoudende autoriteit.

(3)  Europese Centrale Bank.

(4)  Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen.

(5)  Europese Autoriteit voor effecten en markten.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens.


ANTWOORD VAN DE AUTORITEIT

11.

Het hoge schoolgeld en het ontbreken van een Europese school in Londen vormen grote obstakels voor het aantrekken en behouden van hooggekwalificeerd personeel met voldoende ervaring om EBA’s opdracht te kunnen uitvoeren.

Omdat de onderhandelingen met de Britse autoriteiten op dit punt niets hebben opgeleverd, heeft de Autoriteit een intern beleid vastgesteld dat discriminatie moet vermijden en gelijke kansen in het kader van het personeelsbeleid moet bevorderen. In die zin volgt het de geest van het Statuut. EBA-functionarissen hebben recht op dezelfde sociale ondersteuning voor onderwijskosten als personeel onder het Statuut in andere locaties.

De achtergrond en redenen voor deze benadering zijn altijd tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure uitvoerig toegelicht in de begroting van de Autoriteit (Personeelsbeleidsplan).

12.

De Autoriteit is het eens met de opmerking van de Rekenkamer. Dankzij de nieuwe IT-strategie, die de raad van bestuur in 2012 heeft goedgekeurd en in 2013 heeft doorgevoerd, zal de Autoriteit grotere controle krijgen op haar IT-systemen met ingang van 1 januari 2014, wanneer het contract met de huidige IT-dienstverlener eindigt.

13.

EBA neemt nota van de opmerking van de Europese Rekenkamer.

De overdrachten in titel III die verband houden met IT kunnen worden toegeschreven aan de startfase van de Autoriteit en de implementatie van een nieuwe IT-strategie die streeft naar een geleidelijke stopzetting van „geërfde” oplossingen en de vorming van een robuust IT-platform in de lijn van EBA’s mandaat voor de lange termijn. Zodra de startfase is afgerond zullen de uitgaven voor IT beter over het hele boekjaar gespreid zijn, wat het risico van kredietoverdrachten aanzienlijk zal beperken.

14.

EBA erkent de door de Rekenkamer vastgestelde tekortkomingen en heeft onmiddellijk correctieve maatregelen getroffen. Sinds januari 2013 krijgen kandidaten een score voor elk van de selectiecriteria afzonderlijk en in de wervingsdossiers wordt systematisch aangetoond dat de vragen en tests zijn vastgesteld voordat de examens en interviews aanvangen.


Top