Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2013/335/03

    Oproep tot het indienen van voorstellen — COMM-C2/01/13 — Structurele steun voor Europese openbare organisaties die onderzoek naar overheidsbeleid doen (denktanks) en voor maatschappelijke organisaties op Europees niveau — Programma „Europa voor de burger” (2014-2020)

    PB C 335 van 16.11.2013, p. 7–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.11.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 335/7


    Oproep tot het indienen van voorstellen — COMM-C2/01/13

    Structurele steun voor Europese openbare organisaties die onderzoek naar overheidsbeleid doen (denktanks) en voor maatschappelijke organisaties op Europees niveau — Programma „Europa voor de burger” (2014-2020)

    2013/C 335/03

    OPGELET:

    Deze oproep tot het indienen van voorstellen is afhankelijk van:

    de definitieve goedkeuring, zonder ingrijpende wijzigingen, van de verordening tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” (2014-2020), hierna „het Programma” te noemen, door de wetgevende autoriteit;

    de instemming of het ontbreken van bezwaar van het comité dat is ingesteld bij de verordening tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger”;

    de beschikbaarheid van de begrotingsmiddelen die in de ontwerpbegroting voor 2014 zijn voorzien na de vaststelling van de begroting voor 2014 door de begrotingsautoriteit of zoals voorzien in de regeling inzake voorlopige twaalfden.

    Het programma vormt de wettelijke basis van deze oproep tot het indienen van voorstellen.

    1.   DOELSTELLINGEN

    1.1.   Algemene doelstellingen van het programma

    Het programma sluit nauw aan bij de algemene doelstelling om de Unie dichter bij de burgers te brengen en heeft tot doel:

    bij te dragen tot een beter begrip, onder de burgers, van de Unie, haar geschiedenis en diversiteit;

    Europees burgerschap te bevorderen en het klimaat voor democratische en burgerparticipatie op het niveau van de Unie te verbeteren.

    1.2.   Specifieke doelstellingen van het Programma

    De specifieke doelstellingen van het Programma zijn:

    bewustmaking ten aanzien van het gedenken en de gemeenschappelijke geschiedenis, de identiteit en het doel van de Unie, d.w.z. de bevordering van vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren, door debat, reflectie en netwerkvorming te stimuleren;

    aanmoediging van democratische en burgerparticipatie op het niveau van de Unie door het inzicht van de burgers in beleidsvorming van de Unie te ontwikkelen en door de mogelijkheden om op het niveau van de Unie maatschappelijk en intercultureel betrokken te raken en vrijwilligersactiviteiten te ontplooien, te bevorderen.

    1.3.   Thematische prioriteiten

    Voor 2014 zijn de volgende thematische prioriteiten vastgesteld:

    Onderdeel 1:   Europees gedenken

    Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie heeft de EU tot doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.

    In dit verband steunt het programma „Europa voor de burger” organisaties die stilstaan bij de oorzaken van totalitaire regimes in de Europese moderne geschiedenis alsmede bij andere sleutelmomenten en ijkpunten in de recente Europese geschiedenis. Tot de historische gebeurtenissen die in 2014 worden herdacht, behoren met name de honderdste verjaardag van het begin van de Eerste Wereldoorlog, de vijfentwintigste verjaardag van de val van de Berlijnse muur en het tienjarig jubileum van de uitbreiding van de Europese Unie met de landen van Midden- en Oost-Europa.

    Onderdeel 2:   Democratische betrokkenheid en burgerparticipatie

    Van 22 tot en met 25 mei 2014 worden in alle lidstaten de verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden. Dit zijn de eerste parlementsverkiezingen sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, dat de rol van EU-burgers als politieke actoren heeft versterkt middels artikel 11 VEU.

    In dit verband wordt in het kader van onderdeel 2 van het programma „Europa voor de burger” steun verleend aan organisaties die zich inspannen om burgers bij het democratische leven van de EU te betrekken, zowel op het niveau van de lokale democratie als wat de participatie van de burgers in het EU-beleid betreft.

    2.   DOEL VAN DEZE OPROEP

    De oproep heeft tot doel organisaties te selecteren die via hun permanente, dagelijkse en normale activiteiten een wezenlijke bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma „Europa voor de burger” als bedoeld onder de punten 1.1 en 1.2 hierboven.

    De oproep tot het indienen van voorstellen betreft structurele steun, exploitatiesubsidie genoemd, aan instellingen die een doel van algemeen belang voor de EU nastreven, teneinde bewustmaking ten aanzien van het Europees gedenken (onderdeel 1) te stimuleren of democratische en burgerparticipatie (onderdeel 2) aan te moedigen. De oproep is bedoeld ter medefinanciering van de exploitatiekosten die noodzakelijk zijn om een organisatie in staat stellen om onafhankelijk te opereren en de in het jaarlijkse werkprogramma beoogde activiteiten te verrichten. Deze activiteiten moeten gericht zijn op het verwezenlijken van de statutaire doelstellingen van de organisatie en moeten bijdragen aan de ontwikkeling en uitvoering van een of meer doelstellingen van het programma.

    Er wordt steun verleend aan organisaties in de vorm van partnerschapskaders voor vier jaar (2014-2017) die in aansluiting op deze oproep tot het indienen van voorstellen worden toegekend. Partnerschapskaderovereenkomsten zijn samenwerkingsmechanismen tussen een bepaalde organisatie en het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (1).

    Op grond van deze partnerschapskaderovereenkomsten worden jaarlijkse exploitatiesubsidies verleend.

    3.   SUBSIDIABILITEITSCRITERIA

    Aanvragen die aan de volgende criteria voldoen, worden aan een grondige evaluatie onderworpen.

    3.1.   Formele criteria

    Alleen voorstellen die worden ingediend in een van de officiële talen van de EU met behulp van het officiële onlineaanvraagformulier, die volledig ingevuld en ondertekend zijn en die worden ingediend binnen de aangegeven termijn worden in behandeling genomen.

    Het aanvraagformulier moet vergezeld gaan van alle andere documenten die in het aanvraagformulier worden genoemd.

    Aanvragen worden in aanmerking genomen indien zij:

    a)

    voldoen aan de voorwaarden zoals vastgesteld onder de punten 4 en 5 van deze oproep;

    b)

    zijn ingediend voor 20 december 2013, 12:00 uur (Brusselse tijd);

    c)

    zijn ingediend met behulp van het naar behoren ingevulde officiële aanvraagformulier (zie punt 13);

    d)

    zijn ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger van de organisatie;

    e)

    beschikken over een begroting waarbij uitgaven en inkomsten met elkaar in evenwicht zijn;

    f)

    voldoen aan de financiële voorwaarden als bedoeld onder punt 5 van deze oproep.

    3.2.   In aanmerking komende landen

    Aanvragen van juridische entiteiten (rechtspersonen) die zijn gevestigd in een van de volgende landen worden in aanmerking genomen:

    a)

    EU-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden;

    b)

    Aanvragen van entiteiten uit andere landen (de EVA-landen, de toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten) worden alleen in aanmerking genomen indien deze landen in 2014 een Memorandum van overeenstemming hebben ondertekend met de Europese Commissie. In dat geval kunnen aanvragers uit deze landen uiterlijk op 31 december 2014 een aanvraag indienen voor een partnerschapskaderovereenkomst met een looptijd van drie jaar, van 2015 tot en met 2017.

    3.3.   In aanmerking komende aanvragers

    3.3.1.   Categorieën organisaties

    Alleen organisaties die tot de volgende categorieën behoren, komen in aanmerking voor een partnerschapskaderovereenkomst:

    A.

    Maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij het Europees gedenken (onderdeel 1):

    organisaties die activiteiten uitvoeren die verband houden met de oorzaken van totalitaire regimes in de hedendaagse Europese geschiedenis (in het bijzonder, maar niet uitsluitend, het nazisme dat heeft geleid tot de Holocaust, het fascisme, het stalinisme en totalitaire communistische regimes) en ter herdenking van hun slachtoffers;

    organisaties die activiteiten uitvoeren die verband houden met andere sleutelmomenten en ijkpunten in de recente Europese geschiedenis;

    organisaties die zich richten op de gemeenschappelijke waarden van de EU: bewustmaking van de burgers ten aanzien van het belang om democratische waarden in Europa te handhaven en te bevorderen, bijvoorbeeld door het herdenken van Europese persoonlijkheden als de grondleggers van het Europese project of anderen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan latere stadia van de Europese eenwording;

    B.

    Maatschappelijke organisaties op Europees niveau (onderdeel 2):

    overkoepelende organisaties, netwerken en andere maatschappelijke organisaties die zich richten op de aanmoediging van democratische en burgerparticipatie op het niveau van de Unie door het inzicht van burgers in beleidsvorming van de Unie te ontwikkelen en door de mogelijkheden om op het niveau van de Unie maatschappelijk betrokken te raken te bevorderen;

    C.

    Europese organisaties die onderzoek doen naar overheidsbeleid (denktanks) (onderdelen 1 en 2):

    deze organisaties slaan een brug tussen onderzoek en beleidsvorming op Europees niveau. Zij helpen oplossingen te vinden voor problemen en vergemakkelijken de interactie tussen wetenschappers, intellectuelen en besluitvormers. Deze oproep is gericht op denktanks die zich hoofdzakelijk bezighouden met het formuleren van de doelstellingen en prioriteiten van het programma „Europa voor de burger” en activiteiten uitvoeren die verder gaan dan onderzoek alleen en niet uitsluitend gericht zijn op specialisten. Beide onderdelen zijn hierbij betrokken;

    D.

    Pan-Europese platforms van organisaties (onderdeel 2):

    kenmerkend voor dergelijke platforms is dat de leden zelf overkoepelende organisaties (platforms) zijn op Europees niveau. Deze pan-Europese platforms vertegenwoordigen een zeer groot aantal Europese burgers en bestrijken een breed spectrum aan beleidsterreinen.

    3.3.2.   In aanmerking komende organisaties

    Exploitatiesubsidies worden alleen toegekend aan organisaties die een doelstelling van algemeen Europees belang nastreven en:

    a)

    geen winstoogmerk hebben;

    b)

    een actieve rol spelen op het terrein van Europees burgerschap (Europees gedenken en democratische betrokkenheid en burgerparticipatie) als bedoeld in hun statuten of taakomschrijving en onder een van de hierboven aangeduide categorieën vallen;

    c)

    wettelijk gevestigd zijn en ten minste vier jaar rechtspersoonlijkheid bezitten (op de datum van indiening van de aanvraag) in een van de in aanmerking komende landen;

    d)

    hun activiteiten uitvoeren in in aanmerking komende landen;

    e)

    de volgende geografische dekking hebben:

    maatschappelijke organisaties op Europees niveau (categorie B) en maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij het Europees gedenken (categorie A) moeten leden hebben of activiteiten uitvoeren in ten minste 12 in aanmerking komende landen;

    pan-Europese platforms van organisaties (categorie D) moeten ten minste twintig overkoepelende organisaties omvatten, die elk in ten minste 15 lidstaten leden moeten hebben, en die tezamen de 28 lidstaten moeten bestrijken;

    Europese organisaties die onderzoek doen naar overheidsbeleid (denktanks) hoeven geen specifieke geografische dekking te hebben om in aanmerking te worden genomen.

    Natuurlijke personen en openbare lichamen komen niet voor deze oproep in aanmerking.

    3.4.   Subsidiabele activiteiten

    De activiteiten van de aanvrager moeten een wezenlijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling en uitvoering van de algemene en specifieke doelstellingen van het Programma.

    De aanvragers moeten het volgende overleggen:

    een strategisch werkprogramma voor een periode van vier jaar vanaf 2014; en

    een gedetailleerd jaarlijks werkprogramma voor een periode van twaalf maanden vanaf 2014.

    In het werkprogramma van de aanvragende organisatie moeten de statutaire activiteiten, waaronder conferenties, seminars, rondetafelgesprekken, vertegenwoordiging, communicatie en promotie, alsmede de overige periodieke Europese activiteiten in verband met de activiteiten van het programma „Europa voor de burger” zijn opgenomen.

    3.5.   Subsidiabiliteitsperiode

    De partnerschapskaderovereenkomst heeft een looptijd van vier jaar. Wat de specifieke jaarlijkse subsidies betreft, moet de subsidiabiliteitsperiode overeenstemmen met het begrotingsjaar van de aanvrager, zoals dat blijkt uit de gecertificeerde rekeningen van de organisatie.

    Voor aanvragers met een begrotingsjaar dat van het kalenderjaar verschilt, vangt de subsidiabiliteitsperiode aan op de begindatum van hun begrotingsjaar in 2014.

    4.   TOEKENNINGSCRITERIA

    Bij het beoordelen van de aanvragen worden de onderstaande toekenningscriteria gehanteerd:

    Overeenstemming met de doelstellingen van het programma en het programmaonderdeel: 30 %

    Het voorgestelde werkprogramma moet aansluiten bij de doelstellingen van het programma „Europa voor de burger”.

    Het werkprogramma van de organisatie moet bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma „Europa voor de burger”.

    De missie van de aanvrager moet stroken met de doelstellingen van het programma „Europa voor de burger”.

    Kwaliteit van het activiteitenplan/werkprogramma: 30 %

    Het voorgestelde werkprogramma moet geschikt zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de organisatie.

    Samenhang: de verschillende doelstellingen van de voorgestelde activiteiten moeten met elkaar overeenstemmen en de voorgestelde bijdragen en middelen moeten zijn afgestemd op de doelstellingen.

    Doelmatigheid: de beoogde resultaten moeten tegen redelijke kosten worden verwezenlijkt.

    De werkprogramma's moeten een duidelijk uitgewerkte Europese dimensie hebben.

    Organisaties die gebruikmaken van nieuwe werkmethoden of die innovatieve activiteiten voorstellen, genieten prioriteit.

    Verspreiding: 15 %

    Organisaties die subsidies ontvangen moeten zich de nodige inspanningen getroosten om ervoor te zorgen dat de resultaten worden benut en verspreid.

    Het voorgestelde werkprogramma moet een multiplicatoreffect creëren en zo een breder publiek bereiken dan alleen de direct betrokkenen.

    Er moet worden voorzien in een realistisch en praktisch uitvoerbaar verspreidingsplan om een effectieve overdracht en uitwisseling van de beoogde resultaten van het werkprogramma mogelijk te maken.

    Impact en rol van de burgers: 15 %

    Het aantal partners, deelnemers, beleidsbijdragen en landen dat betrokken is bij de activiteiten moet groot genoeg zijn om te waarborgen dat het voorgestelde werkprogramma een werkelijk Europese reikwijdte heeft.

    Impact: het werkprogramma moet gericht zijn op de verwezenlijking van de doelstellingen, met name wat concrete bijdragen aan de beleidsvorming betreft.

    Duurzaamheid: het voorgestelde werkprogramma moet gericht zijn op de verwezenlijking van langetermijneffecten.

    Het voorgestelde werkprogramma moet de deelnemers de gelegenheid bieden om zich actief in te zetten voor de activiteiten en de geconstateerde problemen aan te pakken.

    er moet worden gestreefd naar een evenwicht tussen burgers die al actief zijn binnen organisaties/instellingen en burgers die daar nog niet bij zijn betrokken.

    Organisaties die burgers uit ondervertegenwoordigde of kansarme groepen bij hun activiteiten betrekken, genieten prioriteit.

    De mate waarin het gebrek aan financiering de uitvoering van het werkprogramma belemmert (10 %)

    In het werkprogramma dient een gedetailleerde analyse te worden verschaft van de ontwikkeling van de uitgaven en alle medefinancieringsregelingen gedurende de afgelopen drie jaar.

    In de voorstellen moet worden aangetoond dat er onvoldoende andere financieringsbronnen beschikbaar zijn om het werkprogramma uit te voeren.

    In de voorstellen moet worden aangetoond in hoeverre het gevraagde bedrag noodzakelijk is voor de uitvoering van het werkprogramma.

    In de voorstellen moet worden aangetoond in hoeverre het noodzakelijk is dit werkprogramma nu uit te voeren om de doelstellingen van de oproep te verwezenlijken en in hoeverre een vertraging in dit opzicht schadelijk zou zijn.

    5.   FINANCIERINGSVOORWAARDEN

    EU-subsidies fungeren als stimulans om activiteiten uit te voeren die zijn aangewezen op steun van de Unie. Ze zijn gebaseerd op het beginsel van medefinanciering. EU-subsidies vormen een aanvulling op de eigen financiële middelen van de aanvragende organisatie en/of eventuele nationale, regionale of particuliere steun die de organisatie geniet.

    Aanvaarding van de aanvraag houdt geen toezegging in tot het toekennen van een subsidie ter hoogte van het door de begunstigde gevraagde bedrag. Daarnaast mag het toegekende bedrag in geen geval hoger zijn dan het gevraagde bedrag. Toekenning van subsidie is geen toekenningsgrond voor de daaropvolgende jaren.

    De financiële steun van de Unie mag niet meer bedragen dan 70 % van de subsidiabele geraamde kosten voor alle categorieën organisaties, met uitzondering van pan-Europese platforms van organisaties (zie punt 3.3.1), waarvoor een maximum van 90 % is vastgesteld.

    Per categorie wordt ten hoogste de volgende subsidie toegekend:

    Type

    Minimumbedrag

    Maximumbedrag

    Maximaal medefinancieringspercentage

    A.

    Maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij het Europees gedenken (onderdeel 1)

    60 000 EUR

    200 000 EUR

    70 %

    B.

    Maatschappelijke organisaties die op Europees niveau actief zijn (onderdeel 2)

    60 000 EUR

    200 000 EUR

    70 %

    C.

    Europese organisaties die onderzoek doen naar overheidsbeleid (denktanks) (onderdelen 1 en 2)

    60 000 EUR

    350 000 EUR

    70 %

    D.

    Platforms van pan-Europese organisaties (onderdeel 2)

    60 000 EUR

    600 000 EUR

    90 %

    Het streven is ongeveer 8 organisaties te selecteren onder onderdeel 1 „Europees gedenken” en ongeveer 26 organisaties onder onderdeel 2 „Democratische en burgerparticipatie” van het programma „Europa voor de burger”.

    5.1.   Contractvoorwaarden

    Wanneer een aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangt de begunstigde hetzij een partnerschapskaderbesluit en een subsidiebesluit, hetzij een partnerschapskaderovereenkomst en een subsidieovereenkomst, afhankelijk van zijn wettelijke vestigingsplaats.

    Het partnerschapskader formaliseert een samenwerkingsmechanisme voor de lange termijn tussen de Commissie en haar partners (zie punt 3.1). Het kan de vorm aannemen van een partnerschapskaderbesluit (Framework Partnership Decision, FPD) of van een partnerschapskaderovereenkomst (FPA).

    Op basis van het FPD of de FPA worden specifieke jaarlijkse subsidies toegekend in de vorm van:

    een subsidiebesluit: een eenzijdige rechtshandeling op grond waarvan een subsidie wordt toegekend aan een begunstigde. Anders dan bij de subsidieovereenkomst hoeft de begunstigde het subsidiebesluit niet te ondertekenen en kan bij ontvangst/inkennisstelling onmiddellijk met de activiteit worden begonnen. Het ontvangstbesluit bespoedigt derhalve het proces. Een subsidiebesluit is van toepassing op begunstigden die in de EU zijn gevestigd.

    een subsidieovereenkomst: moet worden ondertekend door de begunstigde en onmiddellijk aan het EACEA worden teruggezonden. Het EACEA ondertekent de overeenkomst als laatste. Een subsidieovereenkomst is van toepassing op begunstigden die buiten de EU zijn gevestigd.

    Modellen van het subsidiebesluit en de subsidieovereenkomst zijn verkrijgbaar op de volgende website: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php

    De algemene voorwaarden die van toepassing zijn op het subsidiebesluit en de subsidieovereenkomst kunnen worden geraadpleegd in het gedeelte „Documents register” (Register van documenten) van de website van het EACEA http://eacea.ec.europa.eu/index.htm

    6.   BEGROTINGSMIDDELEN

    In totaal is voor de partnerschapskaderovereenkomsten met een looptijd van vier jaar (2014-2017) een bedrag van 27,04 miljoen EUR beschikbaar. Ongeveer een derde van dit bedrag is bestemd voor Europese organisaties die onderzoek doen naar overheidsbeleid (denktanks).

    In totaal is voor in 2014 toegekende specifieke jaarlijkse subsidies voor 2014 een bedrag van 6,76 miljoen EUR beschikbaar. De Europese Commissie is voornemens middels deze oproep ca. 34 organisaties te financieren.

    De structurele steun wordt gefinancierd uit begrotingslijn 16.02.01 van de algemene begroting van de Europese Unie.

    De Europese Commissie behoudt zich het recht voor om niet alle beschikbare fondsen toe te kennen.

    7.   INDIENINGSTERMIJN/INDIENINGSPROCEDURE

    De uiterste termijn voor het indienen van aanvragen is 20 december 2013, 12:00 uur 's middags (Brusselse tijd).

    Raadpleeg de volgende webpagina voor nadere informatie over de indieningsprocedure: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php

    Aanvragen dienen te worden ingediend met behulp van het enige elektronische formulier voor het aanvragen van subsidie (eForm) dat momenteel beschikbaar is. Alle gegevensvelden van het eForm moeten worden ingevuld.

    Bovendien moeten de volgende documenten bijgevoegd bij het eForm:

    een verklaring op erewoord die is ondertekend door de persoon die gemachtigd is om namens de aanvragende organisatie wettelijk bindende verplichtingen aan te gaan;

    een volledig ingevuld begrotingsformulier;

    ingevuld formulier „Juridische entiteit”;

    ingevuld formulier „Financiële identificatiegegevens”.

    Aanvragen die per post, per fax of via e-mail worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

    De Europese Commissie en het Uitvoerend Agentschap behouden zich het recht voor om indien nodig om aanvullende informatie te verzoeken.

    Alle documenten moeten via elektronische weg worden verzonden/geüpload naar het volgende adres:

    http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php

    Alleen aanvragen die aan de subsidiabiliteitscriteria voldoen, worden in overweging genomen. Indien een aanvraag als niet-subsidiabel wordt beschouwd, wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld middels een brief waarin de redenen voor de afwijzing worden vermeld.

    Voor het einde van de selectieprocedure wordt geen informatie verstrekt over het resultaat van afzonderlijke aanvragen. De resultaten van de selectieprocedure worden bekendgemaakt in het voorjaar van 2014 op de volgende webpagina:

    http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/funding/2014/index_en.php

    Aanvragers die voor financiering zijn geselecteerd ontvangen een EU-subsidieovereenkomst resp. een EU-subsidiebesluit. Aanvragers wier aanvragen niet zijn geselecteerd, worden daarvan schriftelijk in kennis gesteld. Ingediende aanvragen worden niet geretourneerd.

    Checklist van door de aanvrager in te dienen documenten:

    1.

    Ingevuld aanvraagformulier (e-formulier);

    2.

    Ingevuld begrotingsformulier (aan het e-formulier hechten);

    3.

    Ondertekende verklaring op erewoord (aan het e-formulier hechten);

    4.

    Ingevuld formulier „Juridische entiteit” (beschikbaar op: http://ec.europa.eu/budget/contracts_grants/info_contracts/legal_entities/legal_entities_en.cfm#en (aan het e-formulier hechten);

    5.

    Ingevuld formulier „Financiële identificatiegegevens” (beschikbaar op: http://ec.europa.eu/budget/library/contracts_grants/info_contracts/financial_id/fich_sign_ba_gb_en.pdf (aan het e-formulier hechten).


    (1)  Onder voorbehoud van de vaststelling van de beschikking van de Commissie tot vaststelling van een nieuw mandaat voor de periode 2014-2020 voor het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur.


    Top