Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2013/162/07

    Oproep tot het indienen van voorstellen — Het Europese Investeringsbank-Instituut stelt twee nieuwe EIBURS-sponsorschappen voor in het kader van haar Kennisprogramma

    PB C 162 van 7.6.2013, p. 10–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.6.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 162/10


    Oproep tot het indienen van voorstellen — Het Europese Investeringsbank-Instituut stelt twee nieuwe EIBURS-sponsorschappen voor in het kader van haar Kennisprogramma

    2013/C 162/07

    Het Europese Investeringsbank-Instituut kanaliseert het merendeel van haar institutionele relaties met universiteiten via haar Kennisprogramma, dat uit drie verschillende programma’s bestaat:

    EIBURS, het programma EIB University Research Sponsorship,

    STAREBEI (STAges de REcherche BEI), een programma waarmee financiële middelen worden toegekend aan jonge onderzoekers die aan gezamenlijke projecten van de EIB en de universiteiten werken; en

    EIB-universitaire netwerken, een samenwerkingsmechanisme ten behoeve van universitaire netwerken die door hun specifieke eigenschappen bijzonder geschikt zijn voor de ondersteuning van de doelstellingen van de EIB-Groep.

    EIBURS verleent beurzen aan universitaire onderzoekscentra die zich bezighouden met onderzoek op gebieden en thema’s die voor de EIB grote betekenis hebben. De EIB zal gedurende drie jaar een bedrag van maximaal 100 000 EUR per jaar besteden aan beurzen. Deze beurzen worden via een competitief proces toegekend aan belangstellende universitaire faculteiten of onderzoekscentra die gelieerd zijn aan universiteiten in de EU of in kandidaat- dan wel potentiële kandidaat-lidstaten en over erkende expertise beschikken op de door de EIB geselecteerde gebieden; aldus kunnen zij hun activiteiten op deze gebieden uitbreiden. Winnende voorstellen hebben betrekking op de levering van uiteenlopende diensten (onderzoek, organisatie van cursussen en seminars, netwerken, verbreiding van resultaten, enz.), die zullen worden vastgelegd in contractuele afspraken met de Bank.

    Voor het academisch jaar 2013/2014 zijn in het kader van het EIBURS-programma twee nieuwe onderzoeksgebieden geselecteerd:

    Ontwikkeling van slimme steden: toepassen van in Europees en internationaal verband opgedane ervaringen op landen in het Middellandse Zeegebied

    Zowel op nationaal als internationaal niveau is het belang van stedelijke ontwikkeling voor de landen in het Middellandse Zeegebied sterk toegenomen. Binnen de EIB heeft dit steeds groter wordende belang gestalte gekregen via het FEMIP-programma. Het begrip „slimme steden” zal hierin mogelijk een steeds grotere rol spelen. Dit begrip werd oorspronkelijk gedefinieerd als het toepassen van ICT-middelen waarmee efficiënte, inclusieve en geïntegreerde stedelijke ontwikkeling mogelijk zou worden, maar werd later uitgebreid met aspecten als duurzaamheid, innovatie en bestuur, evenals investeringen in openbaar vervoer, efficiënt energiegebruik en onderzoekscentra. Niettemin dient er een kader te worden opgezet waarmee technologische aspecten en kwesties van openbaar bestuur kunnen worden gekoppeld aan de realiteit van stedelijk bestuur, stedelijke financiering en het opzetten van investeringsprogramma’s in de regio.

    Van het universitaire onderzoekscentrum dat EIBURS-steun zou ontvangen wordt verwacht dat het een onderzoeksprogramma opzet dat, voortbouwend op ervaringen die in Europees en internationaal verband zijn opgedaan, zich richt op de volgende belangrijke vraagstukken:

    Hoe kunnen initiatieven voor slimme steden bijdragen aan het bereiken van de belangrijkste doelstellingen op het gebied van stedelijke ontwikkeling?

    Wat is de beste manier om te bepalen of een voorstel voor slimme steden geschikt is om in de regio toe te passen?

    Welke eigenschappen en voorbeelden van beste praktijken binnen en buiten Europa zijn het meest geschikt om hierbij te hanteren?

    Welk soort concrete investeringen zouden mogelijk onderdeel kunnen uitmaken van een investeringsprogramma voor slimme steden, en hoe zou de bijdrage van alternatieve investeringen kunnen worden beoordeeld?

    In welke mate sluiten mogelijke initiatieven voor slimme steden aan op reeds bestaande vormen van stadsbeheer en -bestuur en financiering?

    Hoe kan de economische waarde van investeringen in slimme steden worden bepaald in vergelijking met alternatieve investeringsvormen, zodat de maatschappelijke waarde van de investeringen kan worden vastgesteld?

    Wat zijn de meest geschikte methoden om investeringen in slimme steden dan wel hiertoe opgezette investeringsprogramma’s te ontwikkelen en uit te voeren?

    De voorstellen dienen zich in ieder geval, doch niet uitsluitend, te richten op de landen van het FEMIP. De kandidaten worden aangemoedigd om partnerschappen aan te gaan met andere universiteiten en onderzoekscentra. De Bank kan ervoor zorgen dat de geselecteerde universiteit dan wel het geselecteerde onderzoekscentrum wordt opgenomen in haar netwerkactiviteiten, via de Unie voor het Middellandse Zeegebied of het Centrum voor integratie in het Middellandse Zeegebied.

    Versterken van administratieve capaciteit in Europa

    De capaciteit van overheidsinstellingen om uiteenlopende overheidsfuncties, waaronder het plannen en uitvoeren van diensten op het gebied van infrastructuur en dienstverlening, effectief en efficiënt uit te voeren, heeft grote invloed op het dagelijks leven van de burgers en op het functioneren van de private sector. De OESO doelt met het versterken van capaciteit op de middelen waarmee vaardigheden, ervaring, technische en bestuurlijke capaciteiten binnen een organisatiestructuur (aannemers of adviseurs) worden ontwikkeld — veelal door geleverde technische ondersteuning, kort of langlopend onderwijs, en specialistische input (zoals IT-systemen). Het ontwikkelen van menselijke, organisatorische, materiële en financiële middelen kan onderdeel uitmaken van dit proces.

    Het begrip „administratieve capaciteitsversterking” komt oorspronkelijk uit de ontwikkelingshoek, waar het vooral door de VN en de Wereldbank werd toegepast. Inmiddels is dit begrip een integraal onderdeel geworden van het Europees uitbreidingsproces, waarbij versterking van administratieve capaciteit een belangrijk element vormt van de steun die wordt verleend aan landen die tot de EU willen toetreden en het Communautaire Acquis willen overnemen. Zelfs na hun toetreding ontvangen de nieuwe EU-lidstaten financiële middelen, vooral uit de Structuurfondsen, waarmee zij zelf programma’s kunnen opzetten gericht op het versterken van hun administratieve capaciteit. Aangezien het gaat om miljarden, is het verbeteren van de doelmatigheid waarmee het openbaar bestuur omgaat met overheidsinvesteringen een dringende uitdaging. Op projectniveau biedt de EIB vaak steun aan de ontwikkeling van uitvoeringscapaciteit via haar technische bijstand aan zogenoemde Project Implementation Units.

    Er bestaat nauwelijks wetenschappelijk bewijs omtrent het wel of niet werken van maatregelen op het gebied van administratieve capaciteitsversterking in verschillende contexten. Op welke wijze wordt de administratieve capaciteit van instellingen op de lange termijn werkelijk versterkt? Kan men volstaan met het inzetten van een aantal goed opgeleide en -betaalde medewerkers, het vaststellen van Key Performance Indicators (KPI’s), en een transparante rapportage van kosten en baten? Zijn uitbestedingen en publiek-private-partnerschappen tovermiddelen waarmee de beperkte capaciteit in de overheidssector kan worden opgevangen? Zijn modellen alleen toe te passen binnen bepaalde sectoren, zoals vervoer, milieu en binnenlandse zaken, of zijn ze algemeen toepasbaar? Kan lering worden getrokken uit de ervaringen van overheden in andere EU-landen? Hoe gaan bestuurders tegenwoordig om met de resultaten van KPI-metingen, met het prioriteren van doelstellingen voor de inzet van middelen of met begrotingsdiscipline?

    Het doel van dit onderzoek is verdieping van de kennis van conceptuele kaders, diagnose, metingen en modellen waarmee administratieve capaciteit in de praktijk effectief kan worden versterkt. Onderzoeksvoorstellen zijn welkom voor ieder onderwerp waarmee kennis op dit gebied wordt bevorderd. De voorkeur gaat echter uit naar voorstellen die uitgaan van een pan-Europees perspectief en die zowel de theoretische als de praktische aspecten van administratieve capaciteitversterking omvatten, in combinatie met de planning en uitvoering van infrastructuren en daaraan gerelateerde overheidsdiensten. Met name voorstellen die gekoppeld zijn aan operationele besluitvorming en die mogelijkheden bieden om de aanwending van EU-middelen voor eersteklas investeringen beter te laten verlopen worden met belangstelling tegemoet gezien.

    De voorstellen moeten worden ingediend in het Engels of Frans, en de uiterste datum voor de presentatie van de voorstellen is 13 september 2013. Voorstellen die na deze datum zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. De voorstellen dienen te worden toegezonden aan:

     

    Elektronische versie:

    events.eibinstitute@eib.org

    en

     

    Papieren versie:

    EIB Institute

    98-100, boulevard Konrad Adenauer

    2950 Luxembourg

    LUXEMBOURG

    For the attention of Ms Luisa FERREIRA, Co-ordinator.

    Voor uitgebreide informatie betreffende de EIBURS-selectieprocedure en de andere programma’s en faciliteiten verwijzen wij u naar: http://institute.eib.org/


    Top