EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0245

Zaak C-245/11: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 november 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Asylgerichtshof — Oostenrijk) — K/Bundesasylamt (Verordening (EG) nr. 343/2003 — Bepaling welke lidstaat verantwoordelijk is voor behandeling van asielverzoek dat door onderdaan van derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend — Humanitaire clausule — Artikel 15 van deze verordening — Persoon aan wie in lidstaat asiel is verleend die aan ernstige ziekte lijdt en daarom afhankelijk is van hulp van asielzoeker — Artikel 15, lid 2, van verordening — Verplichting van deze volgens criteria van hoofdstuk III van deze verordening niet verantwoordelijke lidstaat tot behandeling van door deze asielzoeker ingediend asielverzoek — Voorwaarden)

PB C 9 van 12.1.2013, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

12.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 9/15


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 november 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Asylgerichtshof — Oostenrijk) — K/Bundesasylamt

(Zaak C-245/11) (1)

(Verordening (EG) nr. 343/2003 - Bepaling welke lidstaat verantwoordelijk is voor behandeling van asielverzoek dat door onderdaan van derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend - Humanitaire clausule - Artikel 15 van deze verordening - Persoon aan wie in lidstaat asiel is verleend die aan ernstige ziekte lijdt en daarom afhankelijk is van hulp van asielzoeker - Artikel 15, lid 2, van verordening - Verplichting van deze volgens criteria van hoofdstuk III van deze verordening niet verantwoordelijke lidstaat tot behandeling van door deze asielzoeker ingediend asielverzoek - Voorwaarden)

2013/C 9/23

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Asylgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: K

Verwerende partij: Bundesasylamt

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Asylgerichtshof — Uitlegging van de artikelen 3, lid 2, en 15 van verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50, blz. 1) — Verplichting van een lidstaat tot behandeling om humanitaire redenen van een bij hem ingediende asielaanvraag, ook al is deze lidstaat volgens de criteria van verordening (EG) nr. 343/2003 daarvoor niet verantwoordelijk — Nauwe band tussen de asielzoeker en een zeer kwetsbare persoon aan wie in die lidstaat reeds asiel is verleend

Dictum

In omstandigheden als die in het hoofdgeding moet artikel 15, lid 2, van verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten is ingediend, aldus worden uitgelegd dat een lidstaat die niet op grond van de criteria van hoofdstuk III van deze verordening verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek, verantwoordelijk wordt. Het staat aan de lidstaat die de verantwoordelijke lidstaat in de zin van deze verordening is geworden, de daaruit voortvloeiende verplichtingen op zich te nemen. Hij stelt de lidstaat die voorheen verantwoordelijk was, daarvan in kennis. Deze uitlegging van dit artikel 15, lid 2, geldt ook wanneer de op grond van de criteria van hoofdstuk III van deze verordening verantwoordelijke lidstaat niet overeenkomstig lid 1, tweede zin, van dit artikel een verzoek in die zin heeft gedaan.


(1)  PB C 269 van 10.09.2011.


Top