EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC1213(03)

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 384 van 13.12.2012, p. 17–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 384/17


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 384/15

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„FAL OYSTER”

EG-nummer: UK-PDO-0005-0885-22.07.2011

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Fal Oyster”

2.   Lidstaat of derde land:

Verenigd Koninkrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.7.

Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren.

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

„Fal Oyster” is de benaming voor oesters die in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart met gebruikmaking van traditionele zeilboten en roeiboten in het aangewezen gebied worden opgevist.

De „Fal Oyster” behoort tot de oestersoort Ostrea edulis, die algemeen bekend staat als de platte oester of inheemse oester. Zij heeft een min of meer ronde of ongelijke, ovaalvormige schelp met een ruw, schilferig oppervlak. De schelp is aan de buitenzijde bruin van kleur of crèmekleurig met lichtbruine of blauwachtige concentrische strepen. De binnenzijden zijn zeer glad en parelachtig, wit of blauwgrijs van kleur, vaak met donkerdere vlekken.

De beide schelphelften (kleppen) hebben niet dezelfde vorm. De linkerklep is hol en is vastgegroeid aan het substraat; de rechterklep is plat en zit in de linkerklep. De oester kan zowat 110 mm groot worden. De „Fal Oyster” wordt slechts geoogst van 1 oktober tot en met 31 maart met gebruikmaking van traditionele methoden die uniek zijn voor het vangstgebied.

De „Shellfish Association of Great Britain” vermeldt de volgende organoleptische kenmerken:

geur: jodium;

smaak: sappig met toetsen van meloen, sla en komkommer;

nasmaak: lichte nasmaak van tin en koper die blijft hangen;

textuur: vast en zout.

Qua voorkomen is het visvlees crèmekleurig terwijl de baard opaak en grijs is.

Na de oogst en de zuivering worden de levende oesters „in de schelp” geleverd aan detailhandelaren of restaurants in heel het Verenigd Koninkrijk of uitgevoerd. De houdbaarheid van het levende product is zowat 5 dagen.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De oesters worden in het afgebakende gebied gekweekt en daar uitsluitend in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart met gebruikmaking van traditionele, niet-gemotoriseerde vaartuigen geoogst.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

Het gebied waar de „Fal Oyster” wordt geproduceerd, kan worden gedefinieerd als het visserijgebied van de haven van Truro („Truro Port Fishery”). Op juridisch vlak is het gebied in het visserijbesluit „Truro Port Fishery Order” (1936, gewijzigd in 1975) omschreven als alle delen van de havens van Truro en Falmouth en van de beddingen van de rivieren Truro, Fal en Tresillian die samen een oppervlakte van 2 721 acres (1,101 hectare) hebben.

Dit gebied kan worden beschreven als liggend ten noorden van een lijn die wordt getrokken van Trefusis Point en St. Mawes Castle tot aan de lijn die wordt gevormd door het gemiddelde laagwaterpeil bij een gewoon getij. De grens van het visserijgebied is de lijn van het gemiddelde laagwaterpeil en die valt samen met de kust, behalve bij de ingangen van de kreken, die de bovengrens van het visserijgebied vormen bij Mylor, St. Just en Malpas.

Het afgebakende gebied is het enige gereglementeerde visserijgebied voor de inheemse oester in zuidwest Engeland.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

De Fal is een natuurlijk, wild visserijgebied waar de oesters niet worden gekweekt. Er is bij de ongekweekte, natuurlijke oesterbedden wel enigszins sprake van „beheer” omdat het substraat („cultch” genaamd) op een andere plaats terechtkomt nadat het door de kor is opgevist. Dat zorgt ervoor dat het visserijgebied vruchtbaar blijft en het occasionele extra slepen van de oesterbedden zonder dat oesters worden geoogst („harrowing” genaamd = eggen), zorgt voor betere oesterbedden en voor een goede hechting van jonge oesters aan het substraat.

De rivieren van het Falgebied worden vanuit valleien met steile hellingen gevoed en zijn rijk aan mineralen en levende organismen. Het estuarium is ook zeer diep waardoor het water niet alleen circuleert maar ook bij ieder getij wordt vervangen. Dit unieke milieu genereert plankton waarmee de oesters zich voeden.

Bovendien is aangetoond dat alle mijnen in de omgeving van Cornwall natte mijnen zijn waar het water moet worden opgepompt of op natuurlijke wijze wegvloeit in de Carnonvallei, die in het estuarium en het stroomgebied van de Fal uitmondt. Dat water bevat veel mineralen die uniek zijn voor het gebied. Het zijn deze mineralen, en meer specifiek koper en zink, die bijdragen aan de kenmerkende metaalsmaak van de „Fal Oysters”. De „Fal Oyster” verschilt derhalve uit organoleptisch oogpunt van andere oesters uit het gebied.

Het sterke verband tussen het visserijgebied en het product blijkt uit de verslagen van de visserijsector waarin de kweek, de vangst en de verkoop van de „Fal Oyster” in en rond de Fal en naburige rivieren worden beschreven. Historische verslagen bevatten beschrijvingen van zeilboten en roeiboten die met gebruikmaking van korren de oesters opvissen. De beschrijvingen stemmen sterk overeen met die van de methoden en de uitrusting die heden ten dage worden gebruikt. In talrijke verslagen worden historische en heden ten dage gebruikte oogstmethoden beschreven die in geen enkel ander gebied worden toegepast.

Bij de historische en traditionele methoden worden de korren gesleept door zeilboten en roeiboten en worden geen motoren ingezet om de oesters te oogsten. Deze traditionele oogstmethode komt tot uiting in de knowhow en de uitrusting die door de ene generatie vissers aan de volgende wordt doorgegeven. Er kan worden aangetoond dat de boten van generatie op generatie zijn overgegaan en dat sommige boten meer dan 100 jaar oud zijn. Voorbeelden van de overgeleverde knowhow zijn het talent om de oesters te lokaliseren, de zorgvuldige wijze waarop de oesteroogst wordt behandeld en de methode om, gebruikmakend van het getij en de wind, bepaalde oesterbedden te slepen.

Gedurende de hele 19e eeuw zijn er verwijzingen naar de oestervisserij — de kweek, de oogst, het sorteren en de verkoop — in het gebied van de haven van Falmouth te vinden.

In de loop van de 20e eeuw werden gemeenteverordeningen uitgevaardigd die de oogstmethoden tot de traditionele technieken, met name uitsluitend zeilen en roeien, beperkten, en voor een duurzame visserij zorgden. De vloot van zowat 100 boten werd evenwel op dramatische wijze afgeslankt in de jaren 80 toen ziekte het oesterbestand ernstig deed slinken waardoor de oestervisserij onrendabel werd. Het herstel verliep langzaam maar de vloot werd geleidelijk uitgebreid en de „Oyster Fishery Management Group” (organisatie voor het beheer van de oestervisserij) zag het licht. Deze organisatie bracht de vissers, de verwerkers en de toezichthouder bij elkaar om de visserij te beheren.

5.2.   Specificiteit van het product:

De link tussen de kenmerken van de „Fal Oyster” en het visserijgebied is de lokale traditionele oogstmethode, die uniek is in het gebied. Het oogsten van de oesters gebeurt met korren die over de zeebedding worden gesleept door zeil- en roeiboten. Deze korren en boten zijn vergelijkbaar met de historische exemplaren, waarvan de eerste beschrijvingen dateren van 1750.

Het visvlees van de oester is vast en zijdeachtig en heeft een glad oppervlak. Het is crèmekleurig terwijl de baard opaak en grijs is. De smaak is zout en zoet met sappige toetsen van meloen, sla en komkommer. Een lichte nasmaak van tin en koper blijft hangen.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De smaak van een oester wordt bepaald door het milieu waarin ze groeit. Het visserijgebied van de Fal wordt gevoed vanuit de omringende valleien, die rijk zijn aan mineralen en levende organismen. Bovendien kan door de diepte van het estuarium van de Fal het water zowel circuleren als bij ieder getij worden vervangen en is er dus een uniek gehalte aan zowel zout zeewater als zoet rivierwater. Het milieu genereert plankton waarmee de oesters zich dan voeden en dat resulteert in de eetkwaliteit van de „Fal Oyster”, die wordt beschreven als zouter, metaalachtiger, romiger en zoeter dan andere soorten uit andere visgronden.

De kenmerken van de „Fal Oyster” worden aan het gebied gelinkt door de voor dit gebied unieke traditionele methode om de oesters te oogsten en door de van generatie op generatie overgeleverde vaardigheden zoals het talent om de oesters te lokaliseren, om de oesteroogst zorgvuldig te behandelen en om bepaalde oesterbedden te slepen met gebruikmaking van het getij en de wind.

Het gebruik van de benaming „Fal Oyster” en de reputatie die deze oester dankzij haar fijne smaak en kwaliteit heeft verworven, zijn de vrucht van de onvermoeibare ijver van de verwerkende bedrijven en van de leden van de „Oyster Fishery Management Group”. Alle leden maken gebruik van de benaming „Fall Oyster” en brengen hun hoogwaardige producten op de markt via de groothandel, die de oesters dan verder levert aan zijn afnemers. De oesters zijn zeer gegeerd door restaurants, zowel in het VK als daarbuiten.

In 1996 zag het „Fal Oyster Festival” het licht. Dit festival betekent de start van het oesterseizoen. Het is ook bedoeld om de diversiteit en de kwaliteit van de schaal- en schelpdieren van Cornwall te prijzen en om eer te betuigen aan een van de laatste resterende traditionele oesterindustrieën die de oesters met zeilboten en met manueel voortbewogen platte rivierschuiten sleept.

Rick Stein, de beroemde chef, verleent zijn steun aan het festival en heeft in Falmouth ter ere van de Fal Oyster een restaurant met een zeevruchtenbar geopend. De „Fal Oyster” werd ook in films en kookboeken en door culinaire journalisten lof toegezwaaid.

„Fal Oysters” kunnen rekenen op erkenning van de Slow Food-beweging „Ark of Taste” en worden beschreven als een van de weinige overblijvende inheemse oesterbestanden in het VK.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://archive.defra.gov.uk/foodfarm/food/industry/regional/foodname/products/documents/fal-oyster-pdo-120912.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Top