Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC1018(01)

Bericht betreffende de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika en een gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

PB C 314 van 18.10.2012, p. 12–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 314/12


Bericht betreffende de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika en een gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

2012/C 314/10

Bij arrest van 8 mei 2012 in zaak T-158/10 heeft het Gerecht van de Europese Unie („het Gerecht”) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2010 van de Raad van 19 januari 2010 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van ethanolamine uit de Verenigde Staten van Amerika (1) („definitieve antidumpingverordening” of „de bestreden verordening”) nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op The Dow Chemical Company („Dow Chemical” of „de betrokken onderneming”).

Ingevolge het arrest van 8 mei 2012 valt de invoer in de Europese Unie van door Dow Chemical vervaardigde ethanolamine niet langer onder de bij Verordening (EU) nr. 54/2010 ingestelde antidumpingmaatregelen.

1.   Informatie voor de douaneautoriteiten

Bijgevolg moeten de definitieve antidumpingrechten die zijn betaald op grond van Verordening (EU) nr. 54/2010 betreffende de invoer in de Europese Unie van ethanolamine, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2922 11 00 (monoëthanolamine) (TARIC-code 2922110010), ex 2922 12 00 (diëthanolamine) (TARIC-code 2922120010) en 2922 13 10 (triëthanolamine), van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, vervaardigd door Dow Chemical (aanvullende TARIC-code A115), worden terugbetaald of kwijtgescholden. De terugbetaling of kwijtschelding moet overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten worden aangevraagd.

2.   Gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek

Het Gerecht heeft Verordening (EU) nr. 54/2010 bij arrest van 8 mei 2012 nietig verklaard. Het Gerecht constateerde dat de Raad twee beoordelingsfouten had gemaakt: i) door te concluderen dat er gedurende het tijdvak van het nieuwe onderzoek („het TNO”) nog steeds sprake was van dumping, en door op basis hiervan dus aan te nemen dat het waarschijnlijk was dat de dumping zou worden voortgezet; en ii) door vast te stellen dat de reserveproductiecapaciteit van ethanolamine in de Verenigde Staten 60 000 ton bedroeg.

Het Hof en het Gerecht (2) erkennen dat, wanneer een procedure uit meerdere administratieve fasen bestaat, de nietigverklaring van een van deze fasen niet de gehele procedure nietig verklaart. De antidumpingprocedure is een voorbeeld van een dergelijke uit meerdere fasen bestaande procedure. Bijgevolg houdt de nietigverklaring van delen van de definitieve antidumpingverordening niet de nietigverklaring van de gehele procedure vóór de vaststelling van de verordening in kwestie in. Verder zijn de instellingen van de Europese Unie overeenkomstig artikel 266 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verplicht het arrest van 8 mei 2012 van het Gerecht uit te voeren. Bijgevolg hebben de instellingen van de Unie bij de uitvoering van het arrest de mogelijkheid om alleen de aspecten van de bestreden verordening te corrigeren die tot de nietigverklaring van de verordening hebben geleid en de niet-bestreden delen waarop het arrest geen betrekking heeft ongewijzigd te laten (3). Er zij op gewezen dat alle andere bevindingen in de bestreden verordening die niet werden bestreden binnen de hiervoor vastgestelde termijnen en derhalve niet door het Hof en het Gerecht werden onderzocht en geen aanleiding hebben gegeven tot de nietigverklaring van de bestreden verordening, van kracht blijven.

De Commissie heeft bijgevolg besloten het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, dat krachtens Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (4) (vervangen door Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (5)) („de basisverordening”) werd geopend, te heropenen. De heropening betreft uitsluitend de uitvoering van de bevinding van het Gerecht, zoals hierboven beschreven.

3.   Procedure

De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité besloten dat de gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek gerechtvaardigd is. Daarom gaat zij over tot gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, dat krachtens artikel 11, lid 2, van de basisverordening bij een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt bericht (6) werd geopend.

De heropening betreft uitsluitend de uitvoering van het bovengenoemde arrest voor wat de vaststelling van voortzetting of herhaling van dumping in het TNO en de reserveproductiecapaciteit van ethanolamine in de Verenigde Staten aangaat.

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt uiteen te zetten en informatie en bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 4, onder a), vermelde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij hierom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 4, onder b), vermelde termijn worden ingediend.

4.   Termijnen

a)   Om zich kenbaar te maken en informatie te verstrekken

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen twintig dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

b)   Aanvragen van een mondeling onderhoud

Binnen dezelfde termijn van twintig dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

5.   Schriftelijke opmerkingen en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie en correspondentie, die door de belanghebbenden op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (7) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

6.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende geen toegang verleent tot de nodige gegevens, deze niet binnen de vastgestelde termijn verstrekt dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies, zowel in positieve als in negatieve zin, worden getrokken.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

7.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8).

8.   Raadadviseur-auditeur

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de raadadviseur-auditeur van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van het directoraat-generaal Handel (http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/hearing-officer/index_en.htm).


(1)  PB L 17 van 22.1.2010, blz. 1.

(2)  Zaak T-2/95 Industrie des poudres sphériques (IPS) tegen Raad [1998] Jurispr. II-3939.

(3)  Zaak C-458/98 P Industrie des poudres sphériques (IPS) tegen Raad [2000] Jurispr. I-08147.

(4)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(5)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(6)  PB C 270 van 25.10.2008, blz. 26.

(7)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst).

(8)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


Top