This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CA0158
Case C-158/11: Judgment of the Court (Second Chamber) of 14 June 2012 (reference for a preliminary ruling from the Cour de cassation — France) — Auto 24 SARL v Jaguar Land Rover France SAS (Competition — Article 101 TFEU — Motor vehicle sector — Regulation (EC) No 1400/2002 — Block exemption — Selective distribution system — Concept of ‘specified criteria’ concerning a quantitative selective distribution system — Refusal to grant authorisation as a distributor of new motor vehicles — Lack of precise, objective, proportionate and non-discriminatory quantitative selection criteria)
Zaak C-158/11: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juni 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Auto 24 SARL/Jaguar Land Rover France SAS (Mededinging — Artikel 101 VWEU — Motorvoertuigensector — Verordening (EG) nr. 1400/2002 — Groepsvrijstelling — Selectief distributiestelsel — Begrip „gespecificeerde criteria” met betrekking tot kwantitatief selectief distributiestelsel — Weigering tot erkenning als distributeur van nieuwe voertuigen — Ontbreken van precieze, objectieve, evenredige en niet-discriminerende kwantitatieve selectiecriteria)
Zaak C-158/11: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juni 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Auto 24 SARL/Jaguar Land Rover France SAS (Mededinging — Artikel 101 VWEU — Motorvoertuigensector — Verordening (EG) nr. 1400/2002 — Groepsvrijstelling — Selectief distributiestelsel — Begrip „gespecificeerde criteria” met betrekking tot kwantitatief selectief distributiestelsel — Weigering tot erkenning als distributeur van nieuwe voertuigen — Ontbreken van precieze, objectieve, evenredige en niet-discriminerende kwantitatieve selectiecriteria)
PB C 227 van 28.7.2012, p. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
28.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 227/5 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juni 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Auto 24 SARL/Jaguar Land Rover France SAS
(Zaak C-158/11) (1)
(Mededinging - Artikel 101 VWEU - Motorvoertuigensector - Verordening (EG) nr. 1400/2002 - Groepsvrijstelling - Selectief distributiestelsel - Begrip „gespecificeerde criteria” met betrekking tot kwantitatief selectief distributiestelsel - Weigering tot erkenning als distributeur van nieuwe voertuigen - Ontbreken van precieze, objectieve, evenredige en niet-discriminerende kwantitatieve selectiecriteria)
2012/C 227/07
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour de cassation
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Auto 24 SARL
Verwerende partij: Jaguar Land Rover France SAS
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Cour de cassation — Uitlegging van artikel 1, lid 1, sub f, van verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector (PB L 203, blz. 30) — Selectief distributiestelsel — Weigering tot erkenning als distributeur van nieuwe voertuigen van het merk Land Rover — Begrip „gespecificeerde criteria” in het kader van een kwantitatief selectief distributiestelsel — Ontbreken van precieze, objectieve, evenredige en niet-discriminerende kwantitatieve selectiecriteria
Dictum
In het kader van een kwantitatief selectief distributiestelsel in de zin van verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector, moeten onder de term „gespecificeerde criteria” in artikel 1, lid 1, sub f, van deze verordening criteria worden verstaan waarvan de precieze inhoud kan worden vastgesteld. Om de in deze verordening neergelegde vrijstelling te genieten, hoeft een dergelijk stelsel niet te berusten op objectief gerechtvaardigde criteria die eenvormig en zonder onderscheid worden toegepast op eenieder die om erkenning verzoekt.