EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC0428(03)

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 125 van 28.4.2012, p. 5–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 125/5


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 125/05

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„MELA ALTO ADIGE”/„SÜDTIROLER APFEL”

EG-nummer: IT-PGI-0105-0207-09.09.2011

BOB ( ) BGA ( X )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Image

Etikettering

Nationale eisen

Overige (nader aan te geven)

2.   Aard van de wijziging:

Image

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

3.1.   Beschrijving van het product:

In artikel 2, punt 2.1, van het productdossier wordt gespecificeerd dat voor de productie van de „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” mutaties en klonen van de aangegeven variëteiten mogen worden gebruikt.

Aan de variëteiten die in het thans geldende productdossier zijn opgenomen, worden de variëteiten Pinova en Topaz toegevoegd. Die beide variëteiten worden sinds respectievelijk 1985 en 1992 in Alto Adige geteeld. Op dit moment maken die beide variëteiten een belangrijk deel uit van de appelteelt in Alto Adige.

Besloten is in artikel 2, punt 2.2, van het productdossier nader aan te geven in welke periode het suikergehalte en de hardheid van de vruchten moeten worden vastgesteld. De in die periode gemeten kwalitatieve parameters moeten worden beschouwd als geldig voor het gehele verkoopseizoen van het product, aangezien dankzij de moderne conserveringstechnieken geen sprake is van noemenswaardige achteruitgang van de hardheid en het suikergehalte.

In het productdossier worden ook vruchten van handelsklasse II opgenomen, maar alleen als zij via biologische teeltmethoden zijn verkregen.

Besloten is in artikel 2, punt 2.2, in de aan de variëteit GALA gewijde alinea de verwijzing naar „Royal Gala en soortgelijke” te schrappen, aangezien „Royal Gala” een geregistreerd handelsmerk blijkt te zijn en geen variëteit.

Besloten is in artikel 2, punt 2.2, is besloten in de aan de variëteit RED DELICIOUS gewijde alinea de verwijzing naar „Red Chief” te schrappen, aangezien „Red Chief”een geregistreerd handelsmerk blijkt te zijn en geen variëteit.

In artikel 2, punt 2.2, is in de aan de variëteit STAYMAN WINESAP gewijde alinea abusievelijk „Stayman” vermeld in plaats van „Staymanred”.

3.2.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

In artikel 5, punt 5.1, wordt de expliciete verwijzing naar de „geïntegreerde productie en/of de biologische landbouw” geschrapt. De aldus gewijzigde alinea maakt ook de toepassing van andere, recentere technologische teeltnormen met geringe milieuschade mogelijk.

In artikel 5, punt 5.3, tweede alinea, wordt de verwijzing naar de gemiddelde pH-waarde geschrapt. Men is van oordeel dat die in het productdossier opgenomen verwijzing geen enkele specifieke informatie biedt. Er wordt op gewezen dat de pH-meting deel uitmaakt van de bodemanalyses op basis waarvan vervolgens de in het productdossier genoemde bemestingsplannen worden vastgesteld.

In artikel 5, punt 5.3, derde alinea, wordt de verwijzing naar de analyses van de bladeren geschrapt. De informatie uit de bodemanalyses is voldoende om op basis daarvan een bemestingsplan te maken om ervoor te zorgen dat de boom de juiste hoeveelheid voedingsstoffen krijgt. De analyse van de bladeren wordt over het algemeen alleen toegepast als er sprake is van een zichtbaar tekort aan voedingselementen zoals bijvoorbeeld stikstof, zink en ijzer, maar is niet nuttig bij de planning van de onderhoudsbemesting.

In artikel 5, punt 5.5, vierde alinea, wordt de mogelijkheid van volledige onkruidbestrijding geïntroduceerd in die gebieden waar de fruitboomgaarden met netten worden overdekt ter bescherming tegen de meikever (Melolontha melolontha). Door deze praktijk kan de ontwikkeling van de larven van dat insect worden bestreden en kan de schade aan de teelt worden beperkt.

In artikel 5, punt 5.5, wordt de verwijzing naar een bepaalde irrigatieperiode geschrapt. Daardoor kan de irrigatie worden gepland overeenkomstig de werkelijke weersomstandigheden ter plaatse. Als voorbeeld wordt eraan herinnerd dat irrigatie na september vaak nodig is om eventuele vorstschade als gevolg van extreme droogte te voorkomen.

In artikel 5, punt 5.7, wordt het artikel zodanig opnieuw geformuleerd dat de maximale productie van 68 t/ha refereert aan die vruchten die voor de versmarkt zijn bestemd en dat dat wordt berekend als gemiddelde van de gehele productie van alle variëteiten in Alto Adige.

In artikel 5, punt 5.8, tweede alinea, worden de waarden in verband met de conservering geschrapt, omdat de conserveringstechnologieën zich voordurend ontwikkelen, hetgeen ook voordurend wijzigingen van de kritische factoren van het conserveringsproces als temperatuur en vochtigheidsgraad met zich meebrengt.

In punt 5.9 wordt aangegeven wat het verkoopseizoen van de „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” is op basis van de oogstperiode van de verschillende overeenkomstig het productdossier toegelaten appelvariëteiten. Voor herfstvariëteiten geldt een langer verkoopseizoen; zij worden pas vanaf half september geoogst. Bovendien zijn de conserveringstechnieken (AC-ULO en DCA) in Alto Adige de laatste jaren aanzienlijk verbeterd, waardoor de vruchten ook op de langere termijn aan hoge kwaliteitsnormen kunnen voldoen wanneer ook de goede landbouwpraktijken worden nageleefd en bij de pluk goed op de juiste rijpheidsgraad wordt toegezien.

Wat de verpakking betreft, wordt het productdossier bijgewerkt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 510/2006.

Artikel 5, punt 5.10, is opnieuw geformuleerd. In dit specifieke geval is de lijst met toegestane verpakkingstypen geschrapt, aangezien die reeds in de geldende norm zijn opgenomen.

3.3.   Etikettering:

Artikel 8 is korter en duidelijker geformuleerd. Daarin is bepaald dat de betrokken beschermde geografische aanduiding ofwel in het Italiaans kan worden vermeld, namelijk als „Mela Alto Adige — Indicazione geografica protetta”, ofwel in het Duits als „Südtiroler Apfel — geschützte geografische Angabe”, zowel op de verkoopverpakkingen als op de etiketten die op de verpakkingen worden aangebracht, alsmede op de afzonderlijke vruchten. Verder zijn de minimumafmetingen vastgesteld van de vermelding „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” op de etiketten op de verpakkingen, op de verkoopverpakkingen en op de etiketjes die op de vruchten worden aangebracht.

Bovendien wordt het gebruik van de benaming ook toegestaan in de nabijheid van handelsmerken. Deze mogen echter niet in al te lovende bewoordingen zijn gesteld en de koper niet misleiden.

Verwijzingen naar het percentage vruchten met etiketjes wordt geschrapt, zodat de producenten flexibeler kunnen omgaan met de voordurende veranderingen waar de groenten- en fruitmarkt om vraagt.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„MELA ALTO ADIGE”/„SÜDTIROLER APFEL”

EG-nummer: IT-PGI-0105-0207-09.09.2011

BOB ( ) BGA ( X )

1.   Naam:

„Mela Alto Adige”/„Südtiroler Apfel”

2.   Lidstaat of derde land:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie.1.6:

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is.:

De beschermde geografische aanduiding (BGA) „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” mag uitsluitend worden gebruikt voor appelen uit het in punt 4 omschreven geografische gebied, en omvat momenteel de volgende variëteiten, mutaties en/of klonen daarvan: Braeburn; Elstar; Fuji; Gala; Golden Delicious; Granny Smith; Idared; Jonagold; Morgenduft; Red Delicious; Stayman Winesap; Pinova; Topaz.

De aanduiding „Mela Alto Adige” IGP of „Südtiroler Apfel” ggA mag uitsluitend worden gebruikt voor appelen die voldoen aan de specifieke intrinsieke en extrinsieke kwaliteitskenmerken van elke betrokken variëteit met betrekking tot de volgende parameters: uiterlijk, handelsklasse en grootteklasse, chemische kenmerken en fysieke kenmerken. Voor het overige gelden voor elke variëteit en klasse de minimumkwaliteitseisen van de geldende EU-regelgeving.

Het suikergehalte en de hardheidswaarden, uitgedrukt in kg/cm2 van de vruchten, die binnen 2 maanden na de oogst worden vastgesteld, moeten voldoen aan de hieronder genoemde minimumwaarden voor de respectievelijke variëteiten:

Braeburn:

basiskleur schil: groen tot lichtgroen;

dekkleur schil: oranjerood tot felrood gestreept > 33 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 11 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Elstar;

basiskleur schil: geel;

dekkleur schil: felrood > 20 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 10,5 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Fuji:

basiskleur schil: lichtgroen — geel;

dekkleur schil: van lichtrood tot dieprood > 50 % van de oppervlakte lichtrood, waarvan 30 % dieprood;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 12,5 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Gala:

basiskleur schil: geelgroen — goudgeel;

dekkleur schil: ten minste 20 % van de oppervlakte rood (standaard-Gala); > 50 % bij de rode klonen;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 60 mm;

suikergehalte: meer dan 10,5 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Golden Delicious:

basiskleur schil: lichtgroen — geel;

dekkleur schil: op sommige plaatsen roze;

ruwschilligheid: tot 20 % van het oppervlak van de vrucht heeft een netvormige, fijne ruwschilligheid op maximaal 20 % van het oppervlak van de vruchten; voor biologische producten geldt de maximale ruwschilligheid van klasse II;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 11 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Granny Smith:

basiskleur schil: diepgroen;

dekkleur schil: eventueel een lichtroze blos;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 10 Brix;

hardheid: minimaal 5,5 kg/cm2.

Idared:

basiskleur schil: geelgroen;

dekkleur schil: uniform dieprood > 33 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 10 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Jonagold:

basiskleur schil: geelgroen;

dekkleur schil: felrood voor Jonagold: gestreept rood > 20 % van de oppervlakte; voor Jonagored: rood > 50 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 11 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Morgenduft:

basiskleur schil: van lichtgroen tot geel;

dekkleur schil: uniform felrood op ten minste 33 % van de oppervlakte; voor Dallago: helder dieprood op ten minste 50 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 10 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Red Delicious:

basiskleur schil: groengeel;

dekkleur schil: helder dieprood en rood gestreept > 75 % van de oppervlakte; voor rode klonen > 90 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 10 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Stayman Winesap:

basiskleur schil: groen gelig;

dekkleur schil: uniform rood, enigszins gestreept > 33 %; voor Red Stayman (Staymared): > 50 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 10 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Pinova:

basiskleur schil: lichtgroen — geel;

dekkleur schil: gestreept rood > 10 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 65 mm;

suikergehalte: meer dan 11 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

Topaz:

basiskleur schil: lichtgroen — geel;

dekkleur schil: gestreept rood > 33 % van de oppervlakte;

handelsklasse: Extra of I; voor biologische producten ook II;

grootteklasse: minimumdiameter 60 mm;

suikergehalte: meer dan 10,5 Brix;

hardheid: minimaal 5 kg/cm2.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De werkzaamheden in verband met de teelt en de oogst van de „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” moeten binnen het in punt 4 bedoelde productiegebied plaatsvinden.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:

Om beschadigingen van het product te voorkomen, zoals aan de schil, beurse plekken waardoor ook het vruchtvlees bruin wordt en andere veranderingen te voorkomen, moet de verpakking in het betrokken geografische gebied gebeuren. Mede daardoor is een verband ontstaan tussen de grote ervaring die is opgedaan bij de behandeling van het product na de oogst door de medewerkers die vanuit historisch perspectief al meer dan 40 jaar bij die werkzaamheden in het betrokken gebied in Alto Adige betrokken zijn.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Op de etiketten die op de verpakkingen, op de verkoopverpakkingen of op de afzonderlijke vruchten worden aangebracht, moet de vermelding in het Italiaans „Mela Alto Adige — Indicazione geografica protetta” of in het Duits„Südtiroler Apfel — geschützte geografische Angabe” worden aangebracht. De vastgestelde minimumhoogte van de vermeldingen „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” die op de etiketten van de verpakkingen of de verkoopverpakkingen worden aangebracht, bedraagt 2 mm. Voor de etiketjes die op de afzonderlijke vruchten worden aangebracht, bedraagt de minimumhoogte van de vermeldingen „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” 0,8 mm.

Het is geoorloofd om in combinatie met de beschermde geografische aanduiding grafische symbolen en/of aanduidingen te gebruiken die verwijzen naar namen of bedrijfsnamen, handelsmerken of individuele bedrijfslogo’s. Deze mogen echter niet in al te lovende bewoordingen zijn gesteld en de koper niet misleiden.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

Het productiegebied van de „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” strekt zich uit over een deel van de autonome provincie Bolzano — Alto Adige (Südtirol) en omvat het gehele grondgebied van 72 gemeenten.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Het klimaat van Alto Adige is zeer gunstig voor de appelteelt: de zon schijnt meer dan 300 dagen per jaar. In de nazomer en de herfst is tevens sprake van een kenmerkend en uitgesproken temperatuursverschil tussen dag en nacht. Overdag kan het maar liefst 30 °C worden, waarna de temperatuur 's nachts tot 8 à 10 °C kan dalen. Het grootste gedeelte van de productie wordt geleverd door bedrijven die hoger dan 500 meter boven zeeniveau liggen. De uitermate vruchtbare teeltgronden zijn licht, goed gedraineerd en zuurstofrijk, wat de ontwikkeling van de boomwortels ten goede komt. De bodem heeft een gemiddeld of hoog humusgehalte.

5.2.   Specificiteit van het product:

De „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” onderscheidt zich door zijn zeer uitgesproken kleur en smaak, zijn compacte vruchtvlees en de lange bewaartijd; deze kwaliteitskenmerken zijn toe te schrijven aan de combinatie van bodemgesteldheid, klimaat en de deskundigheid van de telers.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

Met de teeltmethoden die door de telers in Alto Adige worden toegepast kunnen appels van een dergelijke hoge kwaliteit worden geteeld, dankzij het optimale evenwicht dat tot stand is gebracht tussen vegetatiecyclus en productie. Bij de teelt van de „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” worden technieken en methoden met een geringe milieu-impact toegepast. De productiesystemen van de „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” zijn erop afgestemd om de bodem- en klimaateigenschappen die bij dit productiegebied horen zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. De combinatie van het aantal zonuren, de frisse nachten en de geringe neerslag zorgt er namelijk voor dat de vruchten uitermate smaakvol en zeer uitgesproken van kleur zijn. De ligging van de boomgaarden op een hoogte variërend van 200 tot 1 000 meter boven zeeniveau en de lichte, goed beluchte bodems garanderen het sterke aroma, het compacte vruchtvlees en de lange bewaartijd van de vrucht. Bovendien worden de voedingsstoffen toegevoegd door middel van een overeenkomstig de uitkomst van een bodemanalyse uitgebalanceerde bemesting die de kwaliteit van de vruchten bevordert en de ontwikkeling van ziektes beperkt.

Dankzij de gunstige bodemgesteldheid en klimaatomstandigheden heeft de appelteelt in Alto Adige zich van uitsluitend autochtone variëteiten uitgebreid tot de teelt van variëteiten uit andere landen, die goed passen bij het microklimaat ter plaatse, zoals uit vele bronnen blijkt. Reeds in de Middeleeuwen namelijk werden op de masi (boerderijen) in de bergen van Alto Adige verschillende appel- en perenvariëteiten geteeld voor de voedselbehoeften van de boerenfamilies zelf. In de tweede helft van de negentiende eeuw is de fruitteelt er uitgegroeid tot een florerende productie- en handelsactiviteit, met buitenlandse afnemers in Wenen, Innsbruck, München, Warschau en Sint Petersburg. Vanaf ± 1850 is begonnen met de modernisering van de fruitteelt in Alto Adige. In 1831 publiceert de onderwijzer Johann Iakob Pöll het eerste handboek van de fruitteelt en in 1872 wordt „fruitteelt” aan het kort daarvoor opgerichte Istituto agrario di San Michele all'Adige voor het eerst een apart schoolvak. Uit een kwekerijregister van de landbouwvereniging van Bolzano blijkt dat er reeds in 1856 maar liefst 193 bruikbare appelvariëteiten bestonden. In het belangrijkste historische werk over de groenten- en fruitteelt in Alto Adige van Karl Mader (1894 en 1904), worden tegen de 40 variëteiten genoemd die alle op grote schaal in het gehele gebied van Alto Adige werden geteeld.

Al deze milieufactoren en de eeuwenoude teelttradities dragen gezamenlijk bij tot de zowel op de Italiaanse als de internationale markt erkende faam van de als „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” bekend staande appelen, juist omdat de appelteelt zo sterk verbonden is met de bescherming van het voor die teelt zo kenmerkende landschap.

Momenteel omvat de gehele productieketen van deze appels ongeveer 8 000 producenten, die veelal in coöperatieverband werken, 2 500 werknemers in de verpakkingscentra en 12 000 werkkrachten voor de oogst.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot wijziging van het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Mela Alto Adige” of „Südtiroler Apfel” in het staatsblad van de Italiaanse Republiek (Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana), nr. 164 van 16 juli 2011.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link:

http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

of

rechtstreeks via de hompage van het ministerie van Landbouw-, levensmiddelen- en bosbouwbeleid (http://www.politicheagricole.it); klikken op „Qualità e sicurezza” (bovenaan rechts op het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Top