This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CN0633
Case C-633/11 P: Appeal brought on 8 December 2011 by Grand Hotel Abi d’Oru SpA against the judgment delivered by the General Court (Fourth Chamber) on 20 September 2011 in Joined Cases T-394/08, T-408/08, T-453/08 and T-454/08 Regione autonoma della Sardegna and Others v Commission
Zaak C-633/11 P: Hogere voorziening ingesteld op 8 december 2011 door Grand Hotel Abi d’Oru SpA tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 20 september 2011 in de gevoegde zaken T-394/08, T-408/08, T-453/08 en T-454/08, Regione autonoma della Sardegna e.a./Commissie
Zaak C-633/11 P: Hogere voorziening ingesteld op 8 december 2011 door Grand Hotel Abi d’Oru SpA tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 20 september 2011 in de gevoegde zaken T-394/08, T-408/08, T-453/08 en T-454/08, Regione autonoma della Sardegna e.a./Commissie
PB C 118 van 21.4.2012, p. 10–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.4.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/10 |
Hogere voorziening ingesteld op 8 december 2011 door Grand Hotel Abi d’Oru SpA tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 20 september 2011 in de gevoegde zaken T-394/08, T-408/08, T-453/08 en T-454/08, Regione autonoma della Sardegna e.a./Commissie
(Zaak C-633/11 P)
2012/C 118/15
Procestaal: Italiaans
Partijen
Rekwirante: Grand Hotel Abi d’Oru SpA (vertegenwoordigers: D. Dodaro en R. F. Masuri, avvocati)
Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Regione autonoma della Sardegna, Selene di Alessandra Cannas Sas e.a.
Conclusies
— |
het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 20 september 2011 in de gevoegde zaken T-394/08, T-408/08, T-453/08 en T-454/08 wegens onjuiste opvatting van de middelen van het beroep, onjuiste rechtsopvatting en gebrek aan logische samenhang van en tegenstrijdigheden in de motivering vernietigen voor zover daarbij
|
— |
beschikking 2008/854/EG van de Commissie van 2 juli 2008 betreffende de steunregeling „Regionale wet nr. 9 van 1998 — onrechtmatige toepassing van steunmaatregel N 272/98” C 1/04 (ex NN 158/03 en CP 15/2003) (PB L 302, blz. 9) nietig verklaren; |
— |
de Europese Commissie verwijzen in de kosten van beide instanties. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het bestreden arrest zou op een onjuiste toepassing van artikel 254 EG en van verordening (EG) nr. 659/99 berusten en op een motivering die gebrek aan logische samenhang en tegenstrijdigheden vertoont, voor zover in dat arrest wordt overwogen dat „de correctiebeschikking uitsluitend was gericht tot de Italiaanse Republiek en niet tot de begunstigden van de litigieuze regeling [en dat] [b]ijgevolg […] artikel 254, lid 3, EG de Commissie niet [verplichtte] Grand Hotel Abi d’Oru kennis te geven van de correctiebeschikking” (punt 107 van het arrest). Die overweging is volgens rekwirante in tegenspraak met de punten 71 en 72 van dat arrest.
Het arrest zou geen verklaring bieden voor de verschillende functionele kwalificatie van de correctiebeschikking en van de beschikking houdende inleiding van het formele onderzoek. Dat laatstgenoemde beschikking deel uitmaakt van een proceduregang die reeds was ingeleid, heeft volgens rekwirante tot gevolg dat rekening moet worden gehouden met de partijen die reeds in concreto hebben deelgenomen aan die procedure. De door het Gerecht gemaakte fout bestaande in de gelijkstelling van de correctiebeschikking met de beschikking houdende inleiding van het formele onderzoek zou tot een verkeerde beoordeling van de draagwijdte van artikel 20, lid 1, van de verordening nr. 659/1999 inhouden.
Het bestreden arrest zou verder berusten op een onjuiste opvatting van de middelen van het beroep, op een onjuiste rechtsopvatting en op gebrek aan logische samenhang van en tegenstrijdigheden in de motivering, voor zover het Gerecht zelfs niet stilzwijgend heeft aangegeven om welke redenen het het bezwaar inzake een kennelijke fout van de Commissie bij de beoordeling van het stimulerende effect van de steun heeft afgewezen.
Ten slotte zouden zowel de Commissie in de bestreden beschikking als het Gerecht in het bestreden arrest de bedoelingen van rekwirante onjuist hebben opgevat door aan te nemen dat deze laatste een beschikking betreffende een algemene regeling als beschikking betreffende een individueel geval wilde opvatten, en door die vergissing geen aandacht hebben besteed aan het belang dat de elementen die rekwirante voor hen heeft aangedragen, voor de beoordeling van de algemene draagwijdte van de steunregeling kon hebben.