Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011H1025(01)

    Aanbeveling van de Commissie van 21 oktober 2011 betreffende het gezamenlijk programmeringsinitiatief voor onderzoek Een stedelijk Europa — Mondiale uitdagingen, gezamenlijke Europese oplossingen

    PB C 312 van 25.10.2011, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    25.10.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 312/1


    AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

    van 21 oktober 2011

    betreffende het gezamenlijk programmeringsinitiatief voor onderzoek „Een stedelijk Europa — Mondiale uitdagingen, gezamenlijke Europese oplossingen”

    2011/C 312/01

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 181,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Duurzame ontwikkeling van Europese stedelijke gebieden is een belangrijke maatschappelijke kwestie in een context van zich versterkende mondiale trends als die van verstedelijking. Naar verwachting zal in 2050 bijna 70 percent van de wereldbevolking in steden wonen, terwijl dit momenteel nog slechts 50 percent is (1). Voor Europa geldt een nog hoger percentage: de prognose is dat tegen 2050 ongeveer 83 percent van de Europese bevolking (bijna 557 miljoen mensen) in steden wonen.

    (2)

    Urbanisatie doet een groot aantal onderling verbonden problemen ontstaan, onder meer sociale verarming en segregatie, stedelijke uitbreiding en congestie, diverse veiligheidsaspecten, verontreiniging en de effecten van klimaatverandering. Deze ontwikkelingen zetten de samenleving onder druk en veroorzaken een ongekende uitdaging voor de veerkracht, het beheer en het bestuur van stedelijke systemen in Europa en wereldwijd.

    (3)

    Een verstedelijkte ruimte biedt echter ook grote voordelen en Europa moet die voordelen benutten. Stedelijke gebieden zijn de motor van de groei van de Europese economie. Stedelijke agglomeraties en onderling verbonden steden zijn de speerpunten geworden van de ontwikkeling, niet alleen vanuit sociaaleconomisch oogpunt, maar ook op technologisch en geopolitiek gebied. Steden zijn „innovatiehubs” waarin kennis, beleid en praktijk samenkomen en waarin vernieuwende ideeën ontstaan, nieuwe technologieën worden gebruikt en frisse inzichten worden benut om een oplossing te bieden voor de uitdagingen van stedelijke ontwikkeling. Er is ook steeds meer bewijs voor de stelling dat netwerken van de grootste stedelijke centra — vaak wereldsteden genoemd — een groeiende invloed uitoefenen op internationale schaal, terwijl tegelijkertijd ook het belang van kleine en middelgrote steden moet worden onderstreept, gezien de impact die zij hebben op onder meer de ontwikkeling van regio’s. Europa wordt gekenmerkt door een grote stedelijke densiteit en door een groot aantal kleine en middelgrote steden waarvan de baten vanuit economisch, maatschappelijk en cultureel oogpunt moeten worden benut.

    (4)

    In de Europa 2020-strategie worden drie elkaar versterkende prioriteiten genoemd, namelijk slimme groei, duurzame groei en inclusieve groei (2). Duurzame stedelijke ontwikkeling kan er aanzienlijk toe bijdragen deze doelstellingen te bereiken. In haar vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie”, waartoe de aanzet is gegeven door de Commissiemededeling „Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie” van 6 oktober 2010 (3), stelt de Commissie dat één van de potentiële innovatie-partnerschappen bestaat uit „intelligente, leefbare steden, die energie-efficiëntie, schoon vervoer en snel internet omvatten”. Steden kunnen bijdragen tot inclusieve groei, met name door maatschappelijke polarisatie en armoede te bestrijden, sociale segregatie tegen te gaan en het probleem van veroudering aan te pakken. Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting (4) is opgericht om de EU-doelstelling te verwezenlijken die erin bestaat het aantal door armoede en sociale uitsluiting getroffen mensen tegen 2020 met ten minste 20 miljoen te verminderen. Dit initiatief zal ertoe bijdragen de beste praktijken te selecteren en gemeentebesturen van elkaar te doen leren.

    (5)

    Het is dringend nodig de kennisbasis inzake geïntegreerde stedelijke ontwikkeling te versterken via de onderzoeksinterfaces van economie, samenleving, mobiliteit en ecologie, om zo de beleidsvorming meer op concrete gegevens te kunnen baseren.

    (6)

    Er is coördinatie nodig om bovengenoemde uitdagingen aan te pakken, nieuwe kansen te benutten en samenwerking op het gebied van kwalitatief hoogstaand onderzoek te vergemakkelijken, bedoeld om een op onderzoek gebaseerde ondersteuning te leveren voor stedelijke gebieden die een complex netwerk vormen met grote onderlinge afhankelijkheid van de verwante economische, technologische, sociale en ecologische subsystemen, en daarbij de blik op de lange termijn gericht te houden.

    (7)

    Op zijn vergadering van 26 mei 2010 (5) heeft de Raad Concurrentievermogen een reeks potentiële gezamenlijke programmeringsinitiatieven (hierna „GPI’s” genoemd) geselecteerd en bevestigd, met inbegrip van het initiatief „Een stedelijk Europa — Mondiale uitdagingen, gezamenlijke Europese oplossingen”. Het betreft gebieden waar gezamenlijke programmering een grote toegevoegde waarde zal hebben ten opzichte van de huidige versnipperde onderzoeksinspanningen van de lidstaten en de bestaande initiatieven van de Unie. De Raad heeft derhalve conclusies aangenomen waarin de noodzaak wordt erkend van een gezamenlijk programmeringsinitiatief rond dit thema en waarin de Commissie wordt verzocht een dergelijk initiatief mee voor te bereiden.

    (8)

    De lidstaten hebben schriftelijk in een formele verbintenis bevestigd te willen deelnemen aan een dergelijk GPI.

    (9)

    Gezamenlijke programmering van onderzoek op het vlak van duurzame stedelijke ontwikkeling zal resulteren in coördinatie van onderzoek en innovatie op dit gebied en zal daarbij op significante wijze bijdragen tot de totstandbrenging van een volledig operationele Europese onderzoeksruimte voor onderzoek en innovatie inzake stedelijke ontwikkeling en tot een versterking van de Europese leidinggevende rol en het Europese concurrentievermogen bij het desbetreffende onderzoek.

    (10)

    Stedelijke ontwikkeling is een belangrijk themaoverschrijdend gebied binnen de financieringsprogramma’s voor onderzoek en innovatie van de Unie. Activiteiten binnen dit GPI moeten nauw worden gecoördineerd met andere verwante activiteiten in de context van bestaande en toekomstige financieringsprogramma’s en initiatieven op het stuk van onderzoek en innovatie.

    (11)

    Daarom, en teneinde de in deze aanbeveling vervatte doelstellingen te bereiken, moeten de lidstaten samenwerken met de Commissie om de coördinatie en de ontwikkeling van synergieën met de bestaande onderzoeks- en innovatiestelsels te waarborgen door het exploreren van verwante Commissie-initiatieven zoals onder meer het initiatief „Slimme steden en gemeenschappen” om dubbel en overlappend werk te vermijden.

    (12)

    Om de Commissie in staat te stellen verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad moeten de lidstaten op gezette tijden rapporteren aan de Commissie over de vooruitgang die zij bij de tenuitvoerlegging van dit GPI hebben geboekt,

    HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

    1.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen en te blijven volgen over hoe samenwerking en coördinatie op het gebied van onderzoek op Unieniveau kan bijdragen tot de verwezenlijking van duurzame stedelijke ontwikkeling in al haar vormen (6).

    2.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord om een gezamenlijke strategische onderzoeksagenda uit te werken met vaststelling van de onderzoeksbehoeften en -doelstellingen voor de middellange tot lange termijn op het vlak van stedelijke ontwikkeling in een context van toenemende mondialisering. Deze strategische onderzoeksagenda moet een uitvoeringsplan omvatten waarin de prioriteiten en tijdschema’s zijn vastgesteld en de maatregelen, instrumenten en middelen voor de tenuitvoerlegging worden vermeld.

    3.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord om de volgende acties op te nemen als onderdeel van de strategische onderzoeksagenda en het uitvoeringsplan:

    a)

    inventarisatie en uitwisseling van informatie over relevante nationale programma’s en onderzoeksactiviteiten;

    b)

    versterking van de capaciteit op het gebied van gezamenlijke prognoses beoordeling van technologieën;

    c)

    uitwisseling van informatie, hulpmiddelen, beste praktijken, methodologieën en richtsnoeren;

    d)

    vaststelling van gebieden of onderzoeksactiviteiten die baat kunnen hebben bij coördinatie, en bevordering van dergelijke coördinatie;

    e)

    vaststelling van gebieden of onderzoeksactiviteiten die baat kunnen hebben bij gezamenlijke uitnodigingen tot het indienen van voorstellen of bundeling van middelen;

    f)

    vaststelling van procedures voor gezamenlijk uit te voeren onderzoek op de onder (e) bedoelde gebieden;

    g)

    waarborgen van coördinatie, ontwikkeling van synergieën met de bestaande en toekomstige financieringsprogramma’s en initiatieven voor onderzoek en innovatie in de Unie, alsook vermijden van overlapping met bestaande en toekomstige initiatieven van de Unie op dit gebied;

    h)

    bij de vaststelling van de doelstellingen voor onderzoeksprogramma’s inzake stedelijke ontwikkeling rekening houden met de zich steeds wijzigende behoeften van steden en van de stedelijke bevolking;

    i)

    delen, waar mogelijk, van bestaande onderzoeksinfrastructuur of ontwikkeling van nieuwe faciliteiten, zoals gecoördineerde gegevensbanken of de inventarisatie en uitwerking van modellen voor de studie van stedelijke processen;

    j)

    stimulering van betere samenwerking binnen de overheidssector en tussen de particuliere en de overheidssector, alsmede een open innovatie tussen verschillende onderzoeksactiviteiten, het onderwijs en bedrijfstakken die verband houden met stedelijke ontwikkeling, gepaard aan een grote betrokkenheid van de relevante belanghebbenden zoals lokale overheden en het maatschappelijk middenveld;

    k)

    uitvoer en verspreiding van kennis, innovatie en interdisciplinaire methodologische benaderingen, alsook opsporing en aanpak van belemmeringen in het onderzoeks- en innovatiesysteem die een snellere marktintroductie van innovatieve oplossingen met maatschappelijke baten tegenhouden;

    l)

    beleidsvormers op lokaal, regionaal, nationaal en Unieniveau voorzien van de nodige wetenschappelijke informatie;

    m)

    oprichting van netwerken van centra die zich toeleggen op onderzoek inzake stedelijke ontwikkeling, inclusief buiten de EER gelegen centra.

    4.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord om een efficiënte gemeenschappelijke beheerstructuur voor onderzoek inzake de uitdaging van stedelijke ontwikkeling op te zetten en te ontwikkelen, die de opdracht krijgt gemeenschappelijke voorwaarden, regels en procedures voor samenwerking en coördinatie vast te stellen en de uitvoering van de strategische onderzoeksagenda te monitoren.

    5.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord om gezamenlijk de strategische onderzoeksagenda uit te voeren via hun nationale onderzoeksprogramma’s, in overeenstemming met de Richtsnoeren voor randvoorwaarden voor gezamenlijke programmering van de Groep op hoog niveau van de Raad voor gezamenlijke programmering (7).

    6.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord om met de Commissie samen te werken om na te gaan welke verwante initiatieven de Commissie kan nemen om de lidstaten bij te staan bij de ontwikkeling en uitvoering van de strategische onderzoeksagenda, en om het GPI te coördineren met andere EU-intiatieven op dit gebied, zoals O&O ondersteund door de financieringsprogramma’s voor onderzoek en innovatie, met name op het gebied van sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen, vervoer, energie, milieu, ICT, veiligheid en gezondheidszorg, alsmede andere onderzoeks- en innovatie-initiatieven zoals andere verwante GPI’s, kennis- en innovatiegemeenschappen van het Europees Instituut voor innovatie en technologie en Europese Technologieplatforms.

    7.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord om nauwe banden te smeden met het Strategisch forum voor internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking (SFIC) (8) bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van een eventuele internationale dimensie van de strategische onderzoeksagenda en de samenhang te waarborgen met op derde landen gerichte of in samenwerking met die landen opgezette SFIC-initiatieven.

    8.

    De lidstaten worden ertoe aangespoord om bij de Commissie regelmatig verslag uit te brengen over de voortgang met betrekking tot dit GPI middels jaarlijkse voortgangsverslagen.

    Gedaan te Brussel, 21 oktober 2011.

    Voor de Commissie

    Máire GEOGHEGAN-QUINN

    Lid van de Commissie


    (1)  http://www.un.org/esa/population/unpop.htm

    (2)  Mededeling van de Commissie — „Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei”, Brussel, COM(2010) 2020.

    (3)  COM(2010) 546.

    (4)  Mededeling van de Commissie — Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting: een Europees kader voor sociale en territoriale samenhang, Brussel, COM(2010) 758 definitief.

    (5)  10246/10.

    (6)  http://www.jpi-urbaneurope.eu

    (7)  ERC-GPC 1311/10. Gezamenlijke programmering van onderzoek in 2008-2010 en verder — Verslag van de Groep op hoog niveau voor gezamenlijke programmering aan de Raad van 12 november 2010 — Bijlage II.

    (8)  Het SFIC (Strategic Forum for International Science and Technology Cooperation) is opgestart naar aanleiding van de Conclusies van de Raad van december 2008 waarin de Raad de lidstaten en de Commissie verzoekt een nieuw partnerschap op te richten voor internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking. Het forum is door de Raad opgericht als een op zijn opdracht toegesneden configuratie van het Comité Europese Onderzoeksruimte (CEOR).


    Top