EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CN0431

Zaak C-431/11: Beroep ingesteld op 18 augustus 2011 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Raad van de Europese Unie

PB C 311 van 22.10.2011, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/26


Beroep ingesteld op 18 augustus 2011 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Raad van de Europese Unie

(Zaak C-431/11)

2011/C 311/43

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: C. Murrell, gemachtigde, T. de la Mare, Barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietig verklaren het besluit van de Raad van 6 juni 2011 (1) over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte (EER) in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) en Protocol 37 bij de EER-Overeenkomst;

de werking van die nietigverklaring opschorten totdat de Raad op grond van artikel 79, lid 2, sub b, VWEU een nieuw besluit vaststelt over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte (EER) in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) en Protocol 37 bij de EER-Overeenkomst;

de Raad verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Verenigd Koninkrijk verzoekt krachtens artikel 264 VWEU om nietigverklaring van besluit 2011/407/EU van de Raad van 6 juni 2011 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) en Protocol 37 bij de EER-Overeenkomst (hierna: „besluit”).

Het Verenigd Koninkrijk vordert:

a)

het besluit nietig te verklaren;

b)

ten vervolge op de nietigverklaring van het besluit, de werking van de bepalingen van dat besluit te handhaven totdat de Raad op grond van artikel 79, lid 2, sub b, VWEU een nieuw besluit vaststelt over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte (EER) in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) en Protocol 37 bij de EER-Overeenkomst;

c)

de Raad te verwijzen in de kosten van de procedure.

Het besluit, waarvoor als materiële rechtsgrondslag artikel 48 VWEU is genomen, bepaalt het standpunt dat door de Europese Unie dient te worden ingenomen in de in het Gemengd Comité van de EER gevoerde onderhandelingen over een wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) en Protocol 37 bij de EER-Overeenkomst.

Het Verenigd Koninkrijk stelt dat de Raad ten onrechte artikel 48 VWEU als materiële rechtsgrondslag heeft genomen. De Raad had een dergelijk besluit in de plaats daarvan op artikel 79, lid 2, sub b, VWEU moeten baseren, dat de passende rechtsgrondslag biedt voor het vaststellen van een gemeenschappelijk standpunt over het sluiten van internationale overeenkomsten die in de EU tot gevolg hebben dat socialezekerheidsrechten worden uitgebreid tot staatsburgers van derde landen. Artikel 48 VWEU verleent alleen de bevoegdheid om regels te geven voor werknemers en zelfstandigen uit de EU. Artikel 79, lid 2, sub b, VWEU verleent uitdrukkelijk de bevoegdheid om rechten te verlenen aan staatsburgers van derde landen die legaal in de EU verblijven.

Overeenkomstig protocol nr. 21 zijn maatregelen die overeenkomstig en op grond van alle in titel V genoemde rechtsgrondslagen, daaronder begrepen artikel 79, lid 2, sub b, worden vastgesteld, in het Verenigd Koninkrijk alleen van toepassing indien deze lidstaat heeft verklaard dat zij wenst deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van de betrokken maatregel.

Bijgevolg wordt om nietigverklaring van het besluit verzocht op grond dat het is vastgesteld op een onjuiste rechtsgrondslag waardoor aan het Verenigd Koninkrijk zijn uit protocol nr. 21 voortvloeiende rechten zijn ontnomen.


(1)  Besluit 2011/407/EU van de Raad van 6 juni 2011 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) en Protocol 37 bij de EER-Overeenkomst (PB L 182, blz. 12).


Top