Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AE0362

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid (COM(2010) 471 definitief — 2010/0252 (COD)) en over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Europese breedbandstrategie: investeren in digitale groei (COM(2010) 472 definitief)

PB C 107 van 6.4.2011, p. 53–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 107/53


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid

(COM(2010) 471 definitief — 2010/0252 (COD))

en over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Europese breedbandstrategie: investeren in digitale groei

(COM(2010) 472 definitief)

2011/C 107/11

Rapporteur: Thomas MCDONOGH

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 7 oktober 2010 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 114 en artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid

COM(2010) 471 final — 2010/0252 (COD).

De Europese Commissie heeft op 20 september 2010 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over de

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Europese breedband: investeren in digitale groei

COM(2010) 472 final.

De gespecialiseerde afdeling Vervoer, energie, infrastructuur, informatiemaatschappij, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 2 februari 2011 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 16 en 17 februari 2011 gehouden 469e zitting (vergadering van 16 februari 2011) onderstaand advies uitgebracht, dat met 108 stemmen vóór en geen stemmen tegen, bij 2 onthoudingen, werd goedgekeurd.

1.   Conclusies

1.1   Het Comité complimenteert de Commissie met alle drie de documenten in dit „breedbandpakket”. Het zijn weloverwogen stukken die op het juiste moment worden gepresenteerd en een breed terrein bestrijken.

1.2   Het Comité staat vierkant achter de doelstellingen van de Digitale Agenda om duurzame economische en sociale voordelen te ontlenen aan een digitale interne markt op basis van snel en ultrasnel internet, en kan zich volledig vinden in de ambitieuze breedbanddoelstelling van dat kerninitiatief (1). Het Comité is echter van mening dat de lat over een paar jaar wellicht nog hoger moet worden gelegd, wil Europa met de rest van de wereld blijven concurreren (2).

1.3   Het Comité heeft met verontrusting geconstateerd dat de werkloosheid in de Europese Unie blijft stijgen, vooral onder jongeren (onder de 25 jaar) (3). De succesvolle tenuitvoerlegging van het „breedbandpakket” is dan ook van essentieel belang voor het aanpakken van de werkloosheid door middel van slimme, duurzame en inclusieve groei in Europa, zoals beoogd met de Europa 2020-strategie.

1.4   Het Comité stelt met voldoening vast dat de regelgevende beginselen in het „breedbandpakket” in overeenstemming zijn met het herziene rechtskader voor elektronische communicatie (4).

1.5   Het Comité acht het beginsel van webneutraliteit (5) van cruciaal belang voor de toekomst van internetdiensten in Europa. Wij hebben kennis genomen van het verslag van de Commissie over de openbare raadpleging inzake het open karakter en de neutraliteit van internet (6), en wij zijn blij dat vicevoorzitter Kroes dit principe een warm hart toedraagt (7). Het Comité maakt zich echter zorgen dat dienstverleners met aanzienlijke marktmacht sterke commerciële drijfveren hebben om zich niet aan het beginsel van webneutraliteit te houden en geen rekening te houden met de belangen van de burgers. Het Comité is van mening dat de bepalingen van het telecomkader (8) wellicht verder moeten worden aangepast om de nationale regelgevende instanties meer bevoegdheden te geven om ervoor te zorgen dat het internet in heel Europa toegankelijk blijft en het beginsel van webneutraliteit volledig wordt nageleefd door aanbieders van diensten.

1.6   Het Comité vestigt de aandacht van de Commissie op de talloze adviezen die het eerder heeft uitgebracht en waarin het verklaarde voorstander te zijn van de informatiemaatschappij, de Europa 2020-strategie en de Digitale Agenda, en de adviezen waarin het wees op de behoefte aan kwalitatief hoogstaande en snelle internetverbindingen voor alle burgers in de EU en pleitte voor de tenuitvoerlegging van een evenwichtig regelgevingskader voor communicatiediensten die goede diensten leveren voor betaalbare prijzen (9).

1.7   Breedbandstrategie

1.7.1   Een doeltreffende uitvoering van de EU-breedbandstrategie is van cruciaal belang voor het toekomstig economisch en sociaal welzijn van alle burgers. Het Comité is echter bang dat Europa, gezien de moeilijke financiële omstandigheden, de komende jaren een zware dobber zal hebben aan het realiseren van de doelstellingen voor breedband. Het Comité doet een beroep op de Raad, de Commissie, de lidstaten en de lokale en regionale overheden om alles te doen wat in hun macht ligt om de doelstellingen voor breedband, zoals die zijn omschreven in de Digitale Agenda, te verwezenlijken.

1.7.2   Universele toegang tot hogesnelheidsbreedband is een essentieel instrument om sociale en territoriale cohesie te bevorderen (10). Wij zijn zeer te spreken over de plannen om de structuurfondsen en het fonds voor plattelandsontwikkeling te gebruiken voor het opzetten van een commercieel levensvatbare infrastructuur voor breedband. Het is echter ook van essentieel belang dat de burger de vruchten plukt van deze investeringen, in de vorm van een kwalitatief hoogstaande dienstverlening en een forse verlaging van de kosten voor alle eindgebruikers. Het Comité verzoekt de lidstaten en de lokale en regionale overheden ook om, in het kader van de digitale agenda, gratis WiFi-hotspots in publieke ruimtes in te richten.

1.7.3   Het Comité vestigt de aandacht van de Commissie op het multiplicatoreffect dat wordt uitgeoefend op de economie en de levenskwaliteit door verlaging van de aanlegkosten van breedbandinfrastructuur in heel Europa. Wij verzoeken de Commissie, de lidstaten en de lokale en regionale overheden om alles in het werk te stellen om deze kosten te verminderen.

1.7.4   Het Comité is voorstander van de maatregelen om investeringen in breedbandinfrastructuur te stimuleren en te steunen, maar zou graag zien dat alle investeringen worden gedaan op een manier die de mededinging bevordert. Het zou een slechte zaak zijn als de steun op een dusdanige manier zou worden verleend dat aanbieders van diensten met aanzienlijke marktmacht hier onevenredig veel voordeel bij zouden hebben.

1.7.5   Het Comité is echter teleurgesteld over de tot dusver trage besteding door de lidstaten van de middelen voor breedbandprojecten (11). Het is dan ook toe te juichen dat lidstaten zal worden verteld hoe zij de programma's versneld kunnen uitvoeren en de beschikbare middelen kunnen opnemen.

1.8   Radiospectrumbeleid

1.8.1   Het Comité is blij dat in het programma voor het radiospectrumbeleid wordt geregeld dat er voldoende en juist spectrum voor zowel de dekking als de capaciteitsbehoeften van draadloze breedbandtechnologieën wordt aangewezen en beschikbaar wordt gemaakt om het voor 2020 vastgestelde doel te halen en dat de ontwikkeling van breedband verder kan worden versterkt door concurrentiebevorderende maatregelen, zoals de introductie van spectrumhandel en maatregelen om potentiële verstoringen tegen te gaan wanneer bestaande vergunningen worden gewijzigd.

1.8.2   Het Comité stelt ook met voldoening vast dat in het programma voor het radiospectrumbeleid uitdrukkelijk wordt vastgelegd dat de 800 MHz band, het digitaledividendspectrum, tegen 2013 met name in plattelandsgebieden wordt opengesteld voor breedbanddekking. Het is dan ook zaak dat de lidstaten dit spectrum onmiddellijk beschikbaar stellen.

1.8.3   Het Comité neemt eveneens kennis van de plannen om voor een betaalbare oplossing als breedband via satelliet te kiezen om afgelegen gebieden te bereiken die niet met terrestrische middelen kunnen worden bediend.

1.8.4   Het Comité sluit zich aan bij het verzoek van de Commissie aan de lidstaten om te helpen het breedbanddekkingsdoel snel te bereiken door onmiddellijk beleid goed te keuren om:

voldoende brede banden van het spectrum beschikbaar te stellen (12);

gebruiksrechten snel toe te wijzen aan spectrum;

de flexibiliteit en de concurrentie te vergroten;

secundaire handel in spectrum toe te staan om aanpassingen aan marktontwikkelingen mogelijk te maken.

1.9   Toegangsnetwerken van de volgende generatie (NGA)

1.9.1   NGA-netwerken zijn bijzonder duur en brengen aanzienlijke risico's met zich mee voor investeerders. In de voorstellen wordt rekening gehouden met deze risico's en er wordt een risicopremie verwerkt in de kosten van gereglementeerde toegang.

1.9.2   Het Comité is gecharmeerd van de creatieve oplossing die de Commissie heeft bedacht door zich fervent voorstander te tonen van co-investering, waardoor het risico voor elk bedrijf afzonderlijk kan worden verminderd.

1.9.3   Het Comité erkent dat de geslaagde tenuitvoerlegging van de toegangsvoorschriften voor NGA-netwerken in hoge mate afhankelijk zal zijn van de toepassing ervan door de nationale regelgevende instanties in elke lidstaat. Het Comité verzoekt de Commissie en de lidstaten om alle steun te verlenen aan de nationale regelgevende instanties en het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC), zodat zij zich met succes van hun moeilijke taak kunnen kwijten.

2.   Aanbevelingen

2.1   Om het open karakter van internet te behouden en de neutraliteit van internet te beschermen zouden de Commissie en de nationale regelgevende instanties nauwlettend moeten toezien op de technieken die door exploitanten worden gebruikt om de gegevensstromen op hun netwerken te beheren, alsmede op de gevolgen die deze voor internetgebruikers in de praktijk zouden kunnen hebben.

2.2   In het licht van de opgedane ervaringen zou de Commissie moeten nagaan of het telecomkader het wel mogelijk maakt om het hoofd te bieden aan de bedreiging van het open karakter en de neutraliteit van internet door aanbieders van diensten.

2.3   De nationale breedbandplannen zouden op korte termijn bijgewerkt moeten worden door er plannen voor de invoering van snel en ultrasnel breedband in op te nemen.

2.4   De nationale breedbandplannen dienen de gebruikelijke beproefde methode voor projectplannen te hanteren, waarbij nauwkeurig wordt aangegeven welke middelen nodig zijn voor de vastgestelde doelstellingen en termijnen.

2.5   De EU dient de nationale breedbandplannen regelmatig te controleren op toereikendheid van de middelen en andere planningsaspecten.

2.6   In de nationale breedbandplannen dient ook gedetailleerd ingegaan te worden op alle directe overheidsregelingen en investeringen op het vlak van infrastructuur en bouwwerkzaamheden die bijdragen tot het realiseren van de doelstellingen in het kader van de Digitale Agenda.

2.7   Het Comité verzoekt de Commissie speciale aandacht te schenken aan de gevolgen voor de mededinging in de lidstaten en na te gaan hoe de kostenverlagingen m.b.t. het breedbandnetwerk tot stand worden gebracht.

2.8   De Commissie zou er op alle passende manieren voor moeten zorgen dat de radiospectumprijzen te allen tijde op een dusdanig niveau liggen dat het economisch haalbaar is om concurrerende diensten aan te bieden.

2.9   Om de digitale economie te stimuleren zouden lidstaten en regionale overheden een impuls moeten geven aan de inrichting van gratis WiFi-hotspots in publieke ruimtes.

2.10   Bij het nastreven van infrastructuurprojecten op basis van co-investeringen en publiek-private partnerschappen (PPP's) moeten lidstaten en regionale overheden er wel op letten dat de gezonde mededinging op de markt niet wordt geschaad (13).

2.11   Nu radiotechnologie en -diensten verder worden ontwikkeld is het van belang dat gezondheidsoverwegingen m.b.t. de eventuele schadelijke gevolgen van elektromagnetische velden voorop staan en dat het publiek wordt gerustgesteld doordat maatregelen worden getroffen om deze gevolgen in de gaten te houden.

2.12   Bij het verlenen van toestemming voor het opzetten van draadloze netwerken moeten plaatselijke overheden de desbetreffende milieu- en gezondheidsvoorschriften handhaven, zodat diensten die volledig aan deze voorschriften voldoen, snel en kosteneffectief aangeboden kunnen worden.

2.13   Om te waarborgen dat de NGA-voorschriften in de hele EU op gelijke wijze toegepast worden en om eventuele problemen rond de beschikbaarheid van middelen op te sporen zou de Commissie moeten voorstellen dat de nationale regelgevende instanties zich aan een periodieke audit onderwerpen. Deze audit zou in de vorm van een peer review gegoten kunnen worden, onder toezicht van BEREC.

2.14   De EU zou moeten overwegen om BEREC te voorzien van middelen voor de volgende doeleinden:

vorming van een groep deskundigen die de nationale regelgevende instanties bij gelegenheid kan bijstaan;

financiering van een opleidingsprogramma voor het personeel van de nationale regelgevende instanties;

financiering van audittaken en van een „best practices”-eenheid, die ertoe zou bijdragen dat voorschriften in heel Europa uniform en zo goed mogelijk uitgevoerd worden.

3.   Achtergrond

3.1   De huidige ontwikkeling van hogesnelheidsnetwerken heeft een even revolutionaire impact als de aanleg van elektriciteits- en vervoersnetten een eeuw geleden. Hoewel Europa wereldwijd gezien behoort tot de regio's met de grootste netwerkvorming (14), moeten veel delen van de Unie het nog steeds zonder basale internetdiensten stellen en zelfs in stedelijke gebieden zijn hogesnelheidsverbindingen zeldzaam.

3.2   De vraag van burgers en bedrijven over de hele wereld naar veel snellere NGA-netwerken neemt toe. In dit opzicht hinkt Europa nog steeds achterop bij belangrijke partners: 30 % van de Europeanen heeft nog nooit gebruik gemaakt van internet en Europa's aandeel van hogesnelheidsglasvezelnetwerken (1 %) steekt schril af tegen de cijfers van Japan (12 %) en Zuid-Korea (15 %).

3.3   De Digitale Agenda (15) – een van de kerninitiatieven van de Europa 2020-strategie (16) voor een slimme, duurzame en inclusieve economie – bevat ambitieuze doelstellingen voor Europa op het gebied van breedbandaansluitingen: alle Europeanen moeten in 2020 internettoegang hebben van meer dan 30 Megabits per seconde (Mbps) en tenminste 50 % van de Europese huishoudens moet een abonnement van meer dan 100Mbps hebben. In de Digitale Agenda is ook de door de Europese Raad geformuleerde doelstelling om alle Europeanen in 2013 aan te sluiten op basisbreedband, opnieuw bevestigd. Om deze ambitieuze doelstellingen waar te maken, moet een breed opgezet beleid worden ontwikkeld op basis van een technologiemix, waarbij de voortgang zorgvuldig in het oog moet worden gehouden (17).

3.4   Het „breedbandpakket” dat in dit advies wordt behandeld, bestaat uit een aantal documenten die de Commissie heeft opgesteld om de doelstellingen van de Digitale Agenda op het gebied van internettoegang te realiseren. Het gaat om de volgende documenten:

een reeks voorstellen m.b.t. de plannings- en financieringseisen – COM(2010) 472 „Breedband in Europa: investeren in digitale groei”;

een wetgevingsvoorstel tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid, dat nodig is voor het reguleren en harmoniseren van de draadloze infrastructuur ter ondersteuning van de Europa 2020-doelstellingen – COM(2010) 471 „Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid”;

een aanbeveling over de manier waarop de nationale regelgevende instanties in de EU de toegang zouden moeten reguleren tot de NGA-netwerken die nodig zijn voor het in de Digitale Agenda voorziene snelle en ultrasnelle breedbandinternet – C(2010) 6223/3.

4.   Opmerkingen

4.1   Breedbandstrategie

4.1.1   De ambitieuze doelstellingen van de Europa 2020-strategie en de Digitale Agenda kunnen alleen waargemaakt worden als de lidstaten doeltreffende nationale breedbandplannen uitwerken en uitvoeren. Alle lidstaten beschikken inmiddels over breedbandstrategieën, maar deze moeten wel op korte termijn worden bijgewerkt in die zin dat er ook plannen voor ultrasnelle netwerken in opgenomen moeten worden, met concrete doelstellingen en uitvoeringsmaatregelen.

4.1.2   De planning en uitvoering van nationale breedbandstrategieën zijn van cruciaal belang om succes te kunnen boeken. Het is ook belangrijk dat de lidstaten de NGA-netwerken op dusdanige wijze uitbouwen dat geen enkele regio van de EU in de achterhoede geraakt. Lukt dit niet, dan zal er weer een digitale kloof ontstaan en zal de economische ontwikkeling in benadeelde regio's die van de opkomende digitale economie worden uitgesloten, worden afgeremd.

4.1.3   De haalbaarheid van de nationale breedbandplannen zou beter beoordeeld kunnen worden als daarin de benodigde (personele en overige) middelen en de belangrijkste tussenliggende doelstellingen voor de projecten vastgesteld zouden worden. De uitvoering van deze projectplannen dient vervolgens gemonitord te worden en de plannen moeten voortdurend geactualiseerd worden.

4.1.4   De kwaliteit van de netwerken, de kosten van het beschikbaar stellen van de netwerken en concurrerende prijzen voor de eindgebruikers zijn belangrijke beheerscriteria in de programma's voor het uitbouwen van de netwerken. Aangezien ongeveer 80 % van de kosten van de netwerkinfrastructuur bestaat uit aanlegkosten, is het van essentieel belang dat nationale en lokale overheden proberen de kosten fors terug te dringen door een efficiënte coördinatie van infrastructuurprojecten.

4.1.5   Goede informatie vergemakkelijkt een goede planning en een goed beheer. In de nationale breedbandplannen dient gedetailleerd ingegaan te worden op alle directe overheidsregelingen en geplande investeringen op bijv. bouwgebied, die het uitbouwen van de infrastructuur vergemakkelijken.

4.1.6   Als de nationale regelgevende instanties niet bekwaam optreden, kan de dominante positie van aanbieders van diensten met aanzienlijke marktmacht schadelijk zijn voor de ontwikkeling van de mededinging en de verdere ontwikkeling van infrastructuur.

4.1.7   Om doeltreffendheid, een snelle uitvoering, duurzaamheid op milieugebied en concurrerende prijzen voor eindgebruikers te kunnen bewerkstelligen is samenwerking en gemeenschappelijk gebruik door private infrastructuuraanbieders van cruciaal belang.

4.1.8   Helaas blijken concurrenten moeite te hebben met samenwerken als zij daartoe niet verplicht zijn. Het Comité is ermee ingenomen dat private infrastructuuraanbieders door het breedbandpakket verplicht worden om degelijke informatie over bestaande en geplande infrastructuur te verschaffen; dit is bevorderlijk voor een goede planning en een efficiënt gebruik van middelen.

4.1.9   De kosten van communicatiediensten en transparante prijzen zijn van essentieel belang om ervoor te zorgen dat burgers van de investeringen van de EU, de lidstaten en de regionale overheden in breedbandinfrastructuur kunnen profiteren.

4.1.10   Het Comité is onder de indruk van de omvang van en het brede aanbod aan ondersteunende financieringsmogelijkheden om de universele toegang tot breedband – een van de doelstellingen van de Digitale Agenda – te helpen verwezenlijken. Het is ook te spreken over de geplande nieuwe financieringsinstrumenten die opgenomen zullen worden in het volgende meerjarige financiële kader.

4.2   Radiospectrumbeleid

4.2.1   Dat het programma voor het radiospectrumbeleid zo belangrijk is, ligt aan de centrale rol die draadloze communicatie zal spelen in de slimme, duurzame en inclusieve economie die met de Europa 2020-strategie beoogd wordt. Naast de communicatie tussen mensen en het gebruik van internet is draadloze communicatie een technologie die van fundamenteel belang is om allerlei toepassingen in alle facetten van de samenleving mogelijk te maken – van slimme energiemeters tot intelligente vervoersystemen en het internet van de dingen.

4.2.2   Het Comité wijst met name op het belang van het programma voor het radiospectrumbeleid voor de ontwikkeling van intelligente netwerken in heel Europa, die een cruciale rol zullen spelen bij de verwezenlijking van duurzame groei.

4.2.3   De grootste groeisnelheid op de breedbandmarkt in de EU is die van de mobiele breedband, waarvan het gebruik het laatste jaar meer dan verdubbeld is. Draadloze technologieën zijn dus van steeds groter belang om te kunnen voldoen aan de behoefte aan breedbandcommunicatiediensten.

4.2.4   Elektromagnetische velden zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid van mensen. Het Comité is dan ook verheugd dat in het programma voor het radiospectrumbeleid wordt erkend dat de gevolgen van spectrumgebruik voor de gezondheid voortdurend in de gaten gehouden moeten worden.

4.3   Toegangsnetwerken van de volgende generatie (NGA)

4.3.1   De voorstellen voor regulering van de toegang tot de NGA-netwerken weerspiegelen het jarenlange leerproces van de Commissie met het vinden van de juiste balans tussen het stimuleren van investeringen in netwerken en het beschermen van het concurrentieklimaat. Ook bieden de voorstellen de duidelijkheid die de communicatie-industrie zo hard nodig heeft rond de regels die van invloed zullen zijn op hun investeringsbesluiten en plannen m.b.t. de NGA-netwerken.

4.3.2   Het is denkbaar dat sommige nationale regelgevende instanties niet beschikken over de nodige expertise of capaciteit om al hun werkzaamheden te verrichten. Wellicht zouden zij bij hun complexe taken bijgestaan kunnen worden door een centrale groep deskundigen, die door BEREC ingesteld en beheerd zou kunnen worden.

4.3.3   De expertise en capaciteit van de nationale regelgevende instanties zou vergroot kunnen worden indien BEREC zijn leden een opleidingsprogramma en ondersteuning bij de implementatie van goede praktijkvoorbeelden zou bieden.

Brussel, 16 februari 2011

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  COM(2010) 245 final/2: In 2020 hebben alle Europeanen in principe internettoegang van meer dan 30 Megabits per seconde (Mbps) en heeft 50 % of meer van de Europese huishoudens een abonnement van meer dan 100Mbps. In de Digitale Agenda is de door de Europese Raad geformuleerde doelstelling om alle Europeanen in 2013 aan te sluiten op basisbreedband, herbevestigd.

(2)  Zuid-Korea heeft een nationaal plan opgesteld om tegen 2012 verbindingen van 1000 Mbps in gebruik te nemen. De regering stimuleert bedrijven om 34 triljoen won (23 miljard euro) te investeren in de uitvoering van dit plan. Ter vergelijking: dat is bijna evenveel als de jaarlijkse onderwijsbegroting van het land. (http://news.bbc.co.uk/2/hi/programmes/click_online/9093991.stm).

(3)  Eurostat news release euro indicator - 5/2011, 7 januari 2011: in november 2010 bedroeg de werkloosheid onder jongeren (jonger dan 25 jaar) 20,7 % in de eurozone en 21 % in de EU27. In november 2009 was dat resp. 20,1 % en 20,5 %.

(4)  Richtlijn 2009/140/EG en Richtlijn 2009/136/EG.

(5)  Webneutraliteit is een beginsel dat uitgaat van een breedbandnet dat geen beperkingen wordt opgelegd door aanbieders van internetdiensten en regeringen wat betreft inhoud, sites, programma's, de soorten apparatuur die daaraan gekoppeld kunnen worden en de toegestane communicatiemethodes. Indien een gebruiker betaalt voor een bepaald niveau van toegang tot het internet en een andere gebruiker betaalt voor hetzelfde niveau van toegang, dan zouden de twee gebruikers met elkaar in verbinding moeten kunnen staan op het desbetreffende toegangsniveau. De vraag is gerezen in hoeverre breedbandaanbieders hun lokale infrastructuur kunnen gebruiken om internettoepassingen en inhoud te blokkeren (bijv. websites, diensten, protocollen), met name die van de concurrentie, of hun bedrijfsmodel kunnen aanpassen om de kwaliteit en reikwijdte van de toegang die verschillende gebruikers hebben te beperken. Dergelijke aanpassingen van het bedrijfsmodel kunnen resulteren in oneerlijke prijsdiscriminatie en discriminatie op grond van de kwaliteit van de dienstverlening. De eventuele invoering van regels om webneutraliteit verplicht te stellen heeft tot een felle discussie geleid.

(6)  http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/doc/library/public_consult/net_neutrality/report.pdf

(7)  SPEECH/10/643 voor de Conferentie van de Europese Commissie en het Europees Parlement over „Het open karakter en de neutraliteit van internet in Europa”.

(8)  Richtlijn 2009/140/EG en Richtlijn 2009/136/EG.

(9)  Zie PB C 120, 20.5.2005, blz. 22; PB C 28, 3.2.2006, blz. 88; PB C 318, 23.12.2006, blz. 222; PB C 97, 28.4.2007, blz. 27; PB C 324, 30.12.2006, blz. 42; PB C 151, 17.6.2008 blz. 25; PB C 44, 16.2.2008, blz. 50; PB C 224, 30.8.2008, blz. 50; PB C 77 31.3.2009, blz. 60; PB C 175, 28.7.2009, blz. 87; PB C 175, 28.7.2009, blz. 8; PB C 182, 4.8.2009, blz. 56; PB C 218, 11.9.2009, blz. 41; PB C 317, 23.12.2009, blz. 103; PB C 255, 22.9.2010, blz. 116; PB C 44 11.2.2011, blz. 178; PB C 54, 19.2.2011, blz 58.

(10)  PB C 175, 28.7.2009, blz. 8.

(11)  Slechts voor 18 % van de geplande uitgaven voor 2007-2013 waren in september 2009 betalingsverplichtingen aangegaan.

(12)  Voor aangewezen spectrum is het essentieel dat het daadwerkelijk beschikbaar wordt gesteld; dit moet worden gedaan door zowel nieuw spectrum te openen (zoals 2,6 GHz en 800 MHz) als door het gebruik van bestaand spectrum te liberaliseren (bv. de 900/1 800 MHz-band — zie de herziene GSM-richtlijn en de 900/1 800 MHz-beschikking).

(13)  Zie CESE 1184/2010 nog niet gepubliceerd in het PB.

(14)  World Economic Forum – Global Information Technology Report 2009-2010, http://www.networkedreadiness.com/gitr/.

(15)  Een digitale agenda voor Europa – COM(2010) 245 final/2.

(16)  EUROPA 2020, Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei - COM(2010) 2020 final

(17)  Bijvoorbeeld moet, om de doelstelling van 100Mbps te halen, in 2015 naar verwachting ongeveer 15 % van de Europese huishoudens abonnementen met dergelijke snelheden hebben.


Top