Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010XC1221(01)

Samenvatting van de beschikking van de Commissie van 4 maart 2009 betreffende de schrapping van artikel 7 in Beschikking 2007/53/EG betreffende een procedure overeenkomstig artikel 82 van het EG-Verdrag en artikel 54 van de EER-Overeenkomst tegen Microsoft Corporation en tot intrekking van Beschikking C(2005) 2988 definitief (Zaak COMP/C-3/37.792 — Microsoft) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 1361 definitief) Voor de EER relevante tekst

PB C 348 van 21.12.2010, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 348/8


Samenvatting van de beschikking van de Commissie

van 4 maart 2009

betreffende de schrapping van artikel 7 in Beschikking 2007/53/EG betreffende een procedure overeenkomstig artikel 82 van het EG-Verdrag en artikel 54 van de EER-Overeenkomst tegen Microsoft Corporation en tot intrekking van Beschikking C(2005) 2988 definitief

(Zaak COMP/C-3/37.792 — Microsoft)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 1361 definitief)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 348/08

Op 4 maart 2009 heeft de Commissie een beschikking gegeven betreffende de schrapping van artikel 7 in Beschikking 2007/53/EG betreffende een procedure overeenkomstig artikel 82 van het EG-Verdrag en artikel 54 van de EER-Overeenkomst tegen Microsoft Corporation en tot intrekking van Beschikking C(2005) 2988 definitief. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 maakt de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van de beschikking bekend, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Een niet-vertrouwelijke versie van deze beschikking is te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres:

http://ec.europa.eu/competition/antitrust/cases/

(1)

Op 24 maart 2004 heeft de Commissie, in een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „VWEU” genoemd) (toen artikel 82 VEG), tot Microsoft Corporation (hierna „Microsoft” genoemd) een beschikking gericht (Beschikking 2007/53/EG van de Commissie — hierna „de beschikking” genoemd). In die beschikking kwam de Commissie tot de bevinding dat Microsoft inbreuk had gemaakt op artikel 102 VWEU en artikel 54 van de EER-Overeenkomst. De Commissie heeft daarin een aantal maatregelen opgelegd die tot doel hadden daadwerkelijk een eind te maken aan de betrokken inbreuken.

(2)

Artikel 7 van de beschikking luidt als volgt: „Binnen een termijn van 30 dagen, ingaande op de datum van kennisgeving van deze beschikking zal Microsoft bij de Commissie een voorstel indienen voor de invoering van een geschikt mechanisme om de Commissie te assisteren bij het houden van toezicht op de naleving door Microsoft van deze beschikking. Dit mechanisme zal mede een van Microsoft Corporation onafhankelijke toezichthoudende trustee inhouden. Ingeval de Commissie van mening is dat het door Microsoft Corporation voorgestelde toezichtmechanisme niet voldoet, zal zij bevoegd zijn om bij beschikking een dergelijk mechanisme op te leggen”.

(3)

Overeenkomstig artikel 7 van de beschikking, en omdat de voorstellen van Microsoft ontoereikend waren, heeft de Commissie op 28 juli 2005 beschikking C(2005) 2988 tot Microsoft gericht (hierna „de trustee-beschikking” genoemd), waarin een toezichtsmechanisme wordt opgelegd, daaronder begrepen de aanstelling van een toezichthoudende trustee.

(4)

Op basis van die trustee-beschikking is in oktober 2005 een toezichthoudende trustee aangesteld. Die trustee heeft deze taak uitgevoerd onder toezicht van de Commissie, terwijl diens vergoeding ten laste van Microsoft viel.

(5)

Op 7 juni 2004 heeft Microsoft een beroep tot nietigverklaring ingesteld bij het Gerecht van eerste aanleg (thans het Gerecht).

(6)

In zijn arrest van 17 september 2007 in zaak T-201/04 (hierna „het arrest” genoemd) (1) heeft het Gerecht artikel 7 van de beschikking nietig verklaard voor zover daarin van Microsoft werd verlangd (en de Commissie het recht werd voorbehouden) een toezichtsmechanisme voor te stellen, daaronder begrepen een toezichthoudende trustee die over eigen onderzoeksbevoegdheden zou beschikken, onafhankelijk van de Commissie, en die door Microsoft moest worden vergoed.

(7)

De Commissie kan technisch advies dat kwalitatief vergelijkbaar is met het door de toezichthoudende trustee geboden advies, van externe technische deskundigen krijgen. Daarom heeft de Commissie besloten in de toekomst, voor zover nodig, een beroep te doen op dergelijke externe technische deskundigen om haar bij te staan bij het toezicht op de inachtneming van de beschikking door Microsoft.

(8)

Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities heeft op 13 februari 2009 een gunstig advies uitgebracht.

(9)

Met de beschikking van 4 maart 2009 wordt artikel 7 in de beschikking geschrapt en wordt de trustee-beschikking ingetrokken.


(1)  Arrest van 17 september 2007, zaak T-201/04, Microsoft Corp./Commissie, Jurispr. 2007, blz. II-3601.


Top