EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010XP1215(01)

Bijdrage van de XLIV COSAC — Brussel, 24 - 26 oktober 2010

PB C 340 van 15.12.2010, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 340/9


Bijdrage van de XLIV COSAC

Brussel, 24-26 oktober 2010

2010/C 340/07

1.   Duurzame ontwikkeling in de Europa 2020-strategie

1.1.

COSAC beschouwt de Europa 2020-strategie als een goed geïntegreerde en gecoördineerde benadering om slimme, duurzame en inclusieve groei te bewerkstelligen met voldoende oog voor zowel de economische en wetenschappelijke ontwikkelingen binnen en buiten de EU, als de gevolgen daarvan op sociaal en milieugebied en de eerbiediging van de mensenrechten.

1.2.

De steun van COSAC voor de Europa 2020-strategie is echter niet onvoorwaardelijk. De Europese Commissie en de Raad worden dan ook uitgenodigd om tijdens het toekomstige wetgevingsproces rekening te houden met de noodzaak het aantal doelen beperkt te houden, aan te sluiten bij andere EU-initiatieven, de energiezekerheid van Europa zeker te stellen en productiviteitsverlies te vermijden. De Europa 2020-strategie moet meewegen in het hervormingsproces van het economisch bestuur in Europa.

1.3.

COSAC roept de nationale parlementen en het Europees Parlement op om politieke verantwoordelijkheid te nemen voor de Europa 2020-strategie door actief toe te zien op de tenuitvoerlegging ervan.

1.4.

Bovendien doet COSAC een beroep op de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement om de uitdagingen van de strategie van de Europese Unie voor duurzame ontwikkeling sterker in wetgevingsvoorstellen en andere initiatieven te integreren.

1.5.

COSAC stelt met tevredenheid vast dat de nationale parlementen het besluitvormingsproces voldoende stringent en het parlementaire toezicht voldoende gewaarborgd achten. In dit verband is peer pressure buitengewoon belangrijk.

1.6.

Tot slot verzoekt COSAC de nationale parlementen, in het kader van de follow-up van de Europa 2020-strategie, zich te beraden op hun rol ten aanzien van nationale hervormingsplannen in de toekomst.

2.   Parlementaire toezicht op zowel het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (hierna „GBVB” en „GVDB”)

2.1.

COSAC benadrukt de noodzaak van parlementaire toetsing van zowel het GBVB als het GVDB.

i)

Het parlementaire toezicht op het GBVB en het GVDB moet een zaak zijn van zowel de nationale parlementen als het Europees Parlement;

ii)

Het mechanisme voor parlementair toezicht op het GBVB en het GVDB moet efficiënt zijn en een meerwaarde bieden ten opzichte van het werk dat de parlementen al doen op dit terrein;

iii)

Er moeten geen nieuwe instellingen of organen worden opgericht;

iv)

Bij het parlementaire toezicht moeten leden worden betrokken die specialist zijn in buitenlandse zaken, defensie en EU-zaken.

2.2.

COSAC hoopt dan ook dat het nieuwe mechanisme voor parlementair toezicht in 2011 op touw wordt gezet.

3.   Economisch bestuur in de Europese Unie

3.1.

Hoewel COSAC de recente voorstellen over economisch bestuur verwelkomt en oproept tot een snelle aanpak van de tenuitvoerlegging, benadrukt COSAC dat de vergaande gevolgen van de voorstellen om nauwgezette toetsing vragen, en onderstreept COSAC de behoefte aan een grondig besluitvormingsproces dat zal leiden tot daadwerkelijk politiek commitment op zowel nationaal als EU-niveau. De effectiviteit van het parlementaire toezicht door de nationale parlementen en het Europees Parlement mag onder geen voorwaarde in gevaar worden gebracht.

4.   De toekomstige rol van COSAC

4.1.

COSAC benadrukt haar toezichthoudende rol door middel van de uitwisseling van informatie en beste praktijken en in het bijzonder door haar eventuele halfjaarlijkse verslagen.

4.2.

COSAC beschouwt een breed debat over het werkprogramma van de Europese Commissie als een wezenlijk en terugkerend onderdeel van haar agenda. COSAC spoort de komende voorzitterschappen dan ook aan om een debat over het werkprogramma van de Europese Commissie op de agenda van de gewone vergaderingen van COSAC te plaatsen. De voorzitterschappen van COSAC wordt verzocht om bij het vaststellen van de data van deze vergaderingen rekening te houden met de datum van publicatie van het werkprogramma van de Europese Commissie.

4.3.

Als uitwisselingsforum is COSAC het aangewezen orgaan voor debat over specifieke Europese beleidslijnen en vraagstukken. De discussies in COSAC hebben uitgewezen dat er bij nationale parlementen en het Europees Parlement een steeds sterker gedeelde belangstelling bestaat voor dit type debat.

4.4.

COSAC spoort nationale parlementen aan om een actieve rol te spelen bij het soepel functioneren van de Europese Unie door alle mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon hun biedt, te gebruiken. COSAC moedigt de parlementen van de EU in het bijzonder aan om:

a)

erop toe te zien dat het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel worden toegepast volgens de in Protocol nr. 2 bij de Verdragen beschreven procedures;

b)

de politieke dialoog met de Europese Commissie voort te zetten, deze niet slechts te beperken tot wetgevingsvoorstellen en over veel meer dan alleen de subsidiariteit van gedachten te wisselen.

COSAC zal nota nemen van de uitkomsten van deze activiteiten, teneinde informatie en goede praktijken te delen tussen de nationale parlementen.

5.   Samenwerking met de instellingen van de Europese Unie

5.1.

COSAC is zeer verheugd dat de voorzitter van de Europese Raad, de heer Herman VAN ROMPUY, voor het eerst een COSAC-vergadering bijwoont. Zij is ervan overtuigd dat haar samenwerking met de Raad en de Europese Raad even hartelijk als succesvol zal blijven.

5.2.

Wat betreft de definitie van een „ontwerp van wetgevingshandeling” verwijst COSAC naar de Bijdrage van de XLIIIe COSAC en verzoekt zij de Raad zijn oorspronkelijke standpunt te heroverwegen.

5.3.

COSAC is opgetogen over de toespraak van de voorzitter van de Europese Commissie, de heer José Manuel BARROSO, en verwelkomt het debat over de uitdagingen voor de Unie voor het komende jaar naar aanleiding van deze toespraak. COSAC hoopt dat deze rechtstreekse dialoog een terugkerend punt op de COSAC-agenda wordt, zodat de nationale parlementen en het Europees Parlement een open discussie kunnen voeren met de Europese Commissie.

5.4.

COSAC beklemtoont dat de tenuitvoerlegging van de raamovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie onder voortdurend juridisch toezicht moet staan.

5.5.

COSAC benadrukt dat alle instellingen de institutionele balans die voortkomt uit de letter en de geest van de Verdragen, moeten respecteren.

5.6.

In het licht van de komende raadplegingsdocumenten en wetgevingsvoorstellen over Europol en Eurojust, onderstreept COSAC de dringende behoefte aan een brede en tijdige voorafgaande raadpleging van de nationale parlementen door de Europese Commissie. COSAC verzoekt de Europese Commissie de wetgevingsvoorstellen over Europol en Eurojust tegelijkertijd te publiceren.

5.7.

COSAC nodigt de Europese Commissie, het voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement uit om op deze bijdrage te reageren.


Top