Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2010/287/05

    Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/24/10 — Steun vanuit het Jean Monnet-programma voor Europese verenigingen die in Europees verband werkzaam zijn op het gebied van onderwijs en opleiding en Europese integratie

    PB C 287 van 23.10.2010, p. 8–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.10.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 287/8


    OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/24/10

    Steun vanuit het Jean Monnet-programma voor Europese verenigingen die in Europees verband werkzaam zijn op het gebied van onderwijs en opleiding en Europese integratie

    2010/C 287/05

    1.   Doelstellingen en beschrijving

    Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft tot doel de activiteiten te ondersteunen van Europese verenigingen voor onderwijs en opleiding die zich bezighouden met:

    onderwerpen op het gebied van Europese integratie en/of

    verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees beleid voor onderwijs en opleiding.

    Het programma „Een leven lang leren” (1) (LLP — Life Long Learning Programme) en met name het subprogramma „Jean Monnet” vormen de rechtsgrondslag voor de oproep.

    Ten behoeve van de uitvoering van kernactiviteit 3 van het Jean Monnet-programma zijn voor deze oproep tot het indienen van voorstellen de volgende specifieke doelstellingen vastgesteld:

    ondersteunen van kwalitatief hoogwaardige Europese verenigingen die bijdragen aan het vergroten van de kennis en het bewustzijn van het Europese integratieproces door middel van onderwijs en opleiding;

    ondersteuning van kwalitatief hoogwaardige Europese verenigingen die bijdragen aan de uitvoering van ten minste een van de strategische doelstellingen van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding („ET 2020”) (2);

    Het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur („het Agentschap”), handelend op basis van door de Europese Commissie („de Commissie”) gedelegeerde bevoegdheden, is belast met het beheer van deze oproep tot het indienen van voorstellen.

    2.   In aanmerking komende gegadigden

    Een Europese vereniging komt in aanmerking indien zij voldoet aan de volgende voorwaarden. De organisatie:

    mag geen winstoogmerk nastreven;

    heeft (op de uiterste inzenddatum) gedurende ten minste twee jaar zonder onderbreking rechtspersoonlijkheid en een vestiging in een of meer (3) voor het LLP in aanmerking komende landen (de 27 EU-lidstaten, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Turkije, Kroatië en Zwitserland);

    verricht het merendeel van haar activiteiten in de lidstaten van de Europese Unie en/of in andere voor het LLP in aanmerking komende landen;

    is een orgaan dat een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft in de zin van artikel 162 van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement zoals vastgelegd in Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie (4);

    heeft op Europees niveau onderwijs en opleiding als voornaamste activiteit;

    heeft lidorganisaties die gevestigd zijn in verschillende EU-lidstaten (5) volgens de volgende regels:

    indien een aanvraag wordt ingediend voor een kaderpartnerschapsovereenkomst, moet de vereniging lidverenigingen in ten minste 9 verschillende EU-lidstaten hebben;

    indien een aanvraag wordt ingediend voor een eenjarige exploitatiesubsidie, moet de vereniging lidverenigingen in ten minste 6 verschillende EU-lidstaten hebben.

    Deze lidverenigingen moeten de status van „volwaardig lid” hebben (buitengewone leden en waarnemende leden worden niet als „volwaardige leden” beschouwd). Ook moeten de leden van een Europese vereniging een ledenstructuur hebben, mogen zij geen winstoogmerk hebben en moeten zij werkzaam zijn op het gebied van onderwijs en opleiding.

    Met betrekking tot de subsidiabiliteit van de lidorganisaties van Europese verenigingen moet het volgende worden opgemerkt: particulieren, individuele organisaties zonder een op leden gebaseerde structuur, individuele instellingen voor hoger onderwijs, instanties met winstoogmerk, overheidsinstellingen en instellingen die deel uitmaken van de administratieve structuur van de lidstaten worden niet als in aanmerking komende lidorganisaties beschouwd.

    3.   In aanmerking komende activiteiten

    Financiering van de Europese Unie op basis van deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft de vorm van exploitatiesubsidies. Deze subsidies dienen als tegemoetkoming in bepaalde operationele en administratieve kosten van de geselecteerde begunstigden voor Europese activiteiten die worden uitgevoerd volgens een afgesproken werkprogramma.

    De activiteiten van het voorgestelde werkprogramma moeten bijdragen aan:

    het vergroten van de kennis en het bewustzijn van het Europese integratieproces door middel van onderwijs en opleiding en/of

    de uitvoering van ten minste één van de beleidsdoelstellingen van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding („ET 2020”) (6):

    1.

    verwezenlijking van Een leven lang leren en mobiliteit;

    2.

    verbetering van de kwaliteit en efficiency van onderwijs en opleiding;

    3.

    bevordering van rechtvaardigheid, sociale cohesie en actief burgerschap;

    4.

    versterking van creativiteit en innovatie, waaronder ondernemerschap, op alle niveaus van onderwijs en opleiding.

    De periode van subsidiabiliteit van de kosten voor een werkprogramma van maximaal twaalf maanden gaat in tussen 1 januari 2011 en 1 april 2011 en mag niet doorlopen na het einde van het begrotingsjaar van de begunstigde.

    Er worden twee regelingen voor mogelijke overeenkomsten voorgesteld:

    3.1.   Kaderpartnerschapsovereenkomst

    Organisaties die een langdurige relatie tot stand willen brengen, worden uitgenodigd een aanvraag in te dienen voor een kaderpartnerschapsovereenkomst. Dit type overeenkomst formaliseert een partnerschap voor drie jaar.

    Aanvragen voor een kaderpartnerschapsovereenkomst moeten het volgende bevatten:

    een gedetailleerd werkprogramma voor twaalf maanden (7) voor 2011 samen met een bijbehorende begroting,

    een actieplan voor drie jaar (een beschrijving van de langetermijnstrategie en -doelstellingen) voor de periode 2011-2013.

    In het actieplan moeten de specifieke voorgestelde doelstellingen worden beschreven met betrekking tot de subsector van onderwijs en opleiding waarvoor de aanvraag is bedoeld (algemeen onderwijs, beroepsopleiding, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs enz.), moeten duidelijke prioriteiten voor de voorziene en geplande activiteiten worden gesteld in de lijn van de doelstellingen waaraan zij bijdragen (kennis en bewustzijn van de Europese integratie of strategisch kader ET 2020) en moeten de verwachte resultaten en de tijd die nodig is om deze te behalen worden gedefinieerd.

    3.2.   Eenjarige exploitatiesubsidie

    Organisaties die geen langetermijnverplichtingen willen aangaan op grond van een kaderpartnerschapsovereenkomst kunnen een aanvraag indienen voor een eenjarige exploitatiesubsidie.

    Aanvragen voor een eenjarige exploitatiesubsidie moeten het volgende bevatten:

    een gedetailleerd werkprogramma voor twaalf maanden voor 2011 samen met een bijbehorende begroting.

    Verlangd wordt een duidelijk en goed gepland werkprogramma waarin het type en de mate van Europese samenwerking worden gespecificeerd, inclusief details over het deel van de bevolking dat van de activiteiten profiteert.

    N.B.

    Een organisatie kan een aanvraag indienen voor een kaderpartnerschapsovereenkomst of voor een overeenkomst met betrekking tot een eenjarige exploitatiesubsidie.

    Een organisatie die zonder succes een aanvraag voor een kaderpartnerschapsovereenkomst heeft ingediend, kan in aanmerking komen en worden geselecteerd voor een eenjarige exploitatiesubsidie.

    4.   Gunningscriteria

    Het besluit over de toekenning van een kaderpartnerschapsovereenkomst wordt genomen op basis van de evenwichtig gewogen criteria in paragraaf A en B.

    Het besluit over de toekenning van een eenjarige exploitatiesubsidie wordt uitsluitend genomen op basis van de gelijkelijk gewogen criteria in paragraaf B.

    A.

    de algehele kwaliteit van het driejarige actieplan (2011-2013):

    1.

    de relevantie, duidelijkheid en samenhang van de langetermijndoelstellingen (2011-2013); de samenhang tussen het voorgestelde actieplan en de activiteiten die de organisatie in het verleden heeft verricht;

    2.

    de strategie voor het behalen van de verwachte resultaten, de methodologie en het beheer, waaronder het organisatiemodel (verdeling van taken tussen de leden van de vereniging) om ervoor te zorgen dat de doelstellingen en resultaten worden behaald dankzij de Europese aanpak;

    3.

    het verwachte effect van de activiteiten op de middellange en lange termijn op onderwijs en/of opleiding op Europees niveau (transnationaal karakter van de activiteiten), relevantie voor de strategie en doelstellingen van de „ET 2020”, representativiteit van de organisatie als het gaat om de doelgroepen die zij vertegenwoordigt, toepasselijkheid van de geplande methoden om de kwaliteit van de resultaten te waarborgen en de activiteiten, verspreiding en benutting van de resultaten te controleren en evalueren;

    B.

    de kwaliteit van het gedetailleerde werkprogramma voor de eerste twaalf maanden in 2011 en de samenhang daarvan met het driejarige actieplan (2011-2013) (8).

    De kwaliteit van het gedetailleerde werkprogramma voor twaalf maanden wordt beoordeeld op basis van de volgende drie gunningscriteria:

    1.

    de relevantie, duidelijkheid en samenhang van de kortetermijndoelstellingen (twaalf maanden);

    2.

    de kwaliteit van het beheer van het werkprogramma (duidelijkheid en samenhang van de activiteiten en begrotingen die zijn voorgesteld om de doelstellingen te behalen, tijdschema);

    3.

    het verwachte effect van de activiteiten op onderwijs en/of opleiding op Europees niveau (in het bijzonder de mate waarin de vereniging bijdraagt aan de uitvoering van het strategische kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding („ET 2020”) en/of de vergroting van de kennis en het bewustzijn van het Europese integratieproces), zichtbaarheid en bevordering van geplande activiteiten en verspreiding van resultaten, Europese meerwaarde.

    Een meer gedetailleerde beschrijving van de informatie die de aanvrager voor elk van de gunningscriteria moet verstrekken, is te vinden in bijlage 1 van de leidraad voor aanvragers.

    5.   Begroting

    De totale indicatieve EU-begroting voor de cofinanciering van Europese verenigingen in het kader van deze oproep is 1 700 000 EUR.

    De maximale exploitatiesubsidie per vereniging voor een jaar (overeenkomend met het eerste begrotingsjaar 2011) bedraagt in het geval van een kaderpartnerschapsovereenkomst 100 000 EUR. Er bestaat echter een mogelijkheid om het maximale subsidiebedrag voor het tweede jaar (2012) te verhogen tot 125 000 EUR en voor het derde jaar (2013) tot 150 000 EUR.

    De maximale exploitatiesubsidie per vereniging voor een werkprogramma van twaalf maanden (overeenkomend met het ene begrotingsjaar 2011) bedraagt 100 000 EUR. Hetzelfde maximum (100 000 EUR) is voorzien voor 2012 en 2013.

    Aanvragende organisaties kunnen kiezen uit twee cofinancieringssystemen:

    a)

    financiering op basis van een begroting: de traditionele financiering van voor subsidie in aanmerking komende kosten waarbij de communautaire financiële steun niet meer dan 75 procent mag bedragen van de totale in aanmerking komende kosten zoals vastgelegd in de begroting voor het werkprogramma van de vereniging;

    b)

    forfaitaire financiering: financiering op basis van een forfait (op basis van het aantal personeelsleden), waarbij de communautaire financiële steun niet meer mag bedragen dan 75 procent van de provisoire kosten en baten voor het desbetreffende jaar.

    De periode van subsidiabiliteit van de kosten voor een werkprogramma van maximaal twaalf maanden gaat in tussen 1 januari 2011 en 1 april 2011 en mag niet doorlopen na het einde van het begrotingsjaar van de begunstigde.

    6.   Indiening van voorstellen en deadline

    De deadline voor indiening van het online-aanvraagformulier (e-Form) is

    15.12.2010 om 12:00 uur — Brusselse tijd

    voor zowel:

    de aanvraag voor een kaderpartnerschapsovereenkomst (2011-2013) inclusief de aanvraag voor een specifieke exploitatiesubsidie voor 2011 als

    de aanvraag voor een eenjarige exploitatiesubsidie voor 2011.

    Aanvragen voor een kaderpartnerschapsovereenkomst (2011-2013) en/of eenjarige exploitatiesubsidies voor het begrotingsjaar 2011 moeten worden ingediend met behulp van het online-subsidieaanvraagformulier (e-Form). Deze online ingediende aanvraag wordt als het origineel beschouwd.

    Het officiële online-subsidieaanvraagformulier (e-Form) is via het internetadres http://eacea.ec.europa.eu beschikbaar in het Engels, Frans en Duits en moet correct worden ingevuld in een van de officiële talen van de Europese Unie.

    Als extra veiligheidsmaatregel voor zowel de aanvragers als het Agentschap en om vereiste aanvullende informatie te verstrekken, dient daarnaast echter een volledige papieren versie van het aanvraagdossier (een gedrukt exemplaar van het ingediende e-Form met aanvullende documenten — zie hoofdstuk 13 van de leidraad voor aanvragers) vóór de deadline (15.12.2010) per post naar het Agentschap te worden gestuurd op het volgende adres:

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur

    Afdeling P2 — Een leven lang leren: Erasmus, Jean Monnet

    Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/24/10

    Bureau: BOU2 3/165

    Bourgetlaan 1

    1040 Brussel

    BELGIË

    7.   Aanvullende informatie

    De leidraad voor aanvragers en het online-aanvraagformulier en de bijlagen zijn beschikbaar op het volgende adres http://eacea.ec.europa.eu


    (1)  Zie Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van Een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

    http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2006:327:0045:0068:NL:PDF

    (2)  http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/doc1120_en.htm

    (3)  In het geval van een verhuizing van de rechtspersoonlijkheid.

    (4)  Volgens deze definitie is een orgaan dat een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft:

    een Europees orgaan met een opdracht op het gebied van onderwijs, opleiding, voorlichting of onderzoek en studie over Europese beleidsmaatregelen of een Europese normalisatie-instelling; of

    een representatief Europees netwerk van organisaties zonder winstoogmerk die in de lidstaten of in kandidaat-lidstaten werkzaam zijn en met de Verdragsdoelstellingen overeenstemmende beginselen en beleidsmaatregelen bevorderen.

    (5)  Daarnaast kan de Europese vereniging lidverenigingen hebben die in andere EU-lidstaten en andere landen zijn gevestigd.

    (6)  Zie voetnoot nr. 2.

    (7)  Voor een aanvraag voor een eenjarige subsidie wordt een even gedetailleerd werkprogramma voor 2011 geëist als voor een aanvraag voor een kaderpartnerschapsovereenkomst.

    (8)  Samenhang wordt alleen geëvalueerd als er een aanvraag voor een kaderpartnerschapsovereenkomst is ingediend.


    Top