Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009AR0315

    Advies van het Comité van de Regio's — „Kwaliteit van landbouwproducten”

    PB C 175 van 1.7.2010, p. 15–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.7.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 175/15


    Advies van het Comité van de Regio's — „Kwaliteit van landbouwproducten”

    (2010/C 175/04)

    I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Algemene opmerkingen

    1.   Het Comité van de Regio's is verheugd dat de Europese Commissie de onderhavige mededeling heeft uitgebracht en is zeer over deze mededeling te spreken, omdat hieruit blijkt dat de Commissie belang hecht aan kwalitatief hoogwaardige agrarische voedingsmiddelen en met name aan het ontwikkelen van een adequaat kader om de kwaliteitslandbouw in de EU te ondersteunen en een impuls te geven en populairder te maken bij de consument.

    2.   De productie van kwalitatief hoogwaardige agrarische voedingsmiddelen is bijzonder belangrijk voor een toekomstgerichte ontwikkeling van landelijke gebieden en draagt bij tot behoud van het regionale landschap en de regionale identiteit, die vorm zijn gegeven door de productiemethodes van landbouwers en veetelers, waarmee aldus wordt bijgedragen tot de toekomstige regionale ontwikkeling.

    3.   Deze kwaliteitsproductie is van groot belang en verdient een ondersteunend kader dat de stabiliteit op langere termijn en de rentabiliteit van de investeringen waarborgt door middel van marktgerichte maatregelen, waaronder verankering in de wetgeving van de mogelijkheid om etikettering in te voeren waarop het land van productie staat aangegeven, en dat communautaire productienormen bevordert, met name op het gebied van voedselveiligheid, milieubescherming en traditionele productietechnieken.

    4.   Terecht erkent de Commissie in haar mededeling dat de kwaliteit van landbouwproducten inherent verbonden is aan de tradities, de ontwikkeling en de duurzaamheid van de regio's, maar dat er behoefte is aan versterking en bescherming door middel van systemen als geografische aanduidingen, waarbij de intellectuele eigendom wereldwijd gerespecteerd moet worden.

    5.   De Commissie zou als eerste moeten inzetten op concrete maatregelen voor voorlichting aan de consument, met name de Europese consument, over de specifieke kenmerken van geografische aanduidingen, hun eigenschappen en de nauwe samenhang met de duurzame ontwikkeling van het landelijke milieu.

    6.   Het Comité is het met de Commissie eens dat voorlichting, samenhang en eenvoud de belangrijkste aspecten zijn die bij de ontwikkeling van een adequaat kwaliteitsbeleid behandeld moeten worden.

    7.   Er moeten richtsnoeren worden opgesteld om ervoor te zorgen dat de certificeringsregelingen naar behoren functioneren, waarbij een zekere uniformiteit van belangrijke aspecten als minimale controle-eisen wordt gewaarborgd om eventuele scheefheden tussen verwante regelingen te voorkomen.

    8.   Het Comité erkent dat bij etiketteringsmaatregelen EU-handelsnormen opgesteld moeten worden, maar vindt wel dat deze eenvoudig moeten zijn.

    9.   Het Comité is ervan overtuigd dat een ambitieus beleid ten behoeve van kwalitatief hoogwaardige agrarische voedingsmiddelen de sleutel vormt tot ontwikkeling van een duurzame Europese landbouw die in staat is in de behoeften van de Europese samenleving te voorzien en buiten de EU marktaandeel te veroveren.

    10.   Het Comité vindt ook dat de Europese landbouwers en veetelers in Europa openlijk de nodige waardering moeten krijgen voor hun inspanningen om zich aan te passen aan de strenge milieu-, voedselveiligheids- en dierenwelzijnseisen.

    Landbouwvoorschriften van de EU

    11.   Er zou kunnen worden nagegaan of het mogelijk is een vrijwillige etiketteringsregeling in te voeren waarbij de ligging van het landbouwbedrijf vermeld wordt (plaats waar gewassen zijn geoogst, waar vee is geboren en gehouden, waar melkkoeien worden gemolken, enz.). Ook zou bekeken kunnen worden of vermelding van de herkomst (bij een verwerkt product de plaats waar de laatste belangrijke bewerking heeft plaatsgevonden) verplicht moet worden gesteld. Daarbij moeten de voor- en nadelen van deze maatregel, die voor sommige producten al verplicht is, eerst tegen elkaar worden afgewogen. Op deze manier zouden de Europese producenten zich kunnen onderscheiden en zou consumenten gemakkelijker uitvoerige en concrete informatie geboden kunnen worden.

    12.   Het Comité steunt voorstellen om informatie over zowel dierenwelzijn als CO2-voetafdruk op het etiket te gaan vermelden. Daarnaast pleit het voor de verdere ontwikkeling van de normen voor geïntegreerde productie op Europees niveau.

    Handelsnormen

    13.   Handelsnormen zijn belangrijk en moeten verplicht blijven. Wel dienen ze sterk vereenvoudigd te worden: alle overbodige aspecten moeten geschrapt worden zodat alleen datgene overblijft wat echt belangrijk is om een product op de markt te brengen. Bij een dergelijke grondige herziening dient nauw samengewerkt te worden met de marktdeelnemers en er dient gekozen te worden voor een herzieningsmechanisme waarmee snel en gemakkelijk wijzigingen aangebracht kunnen worden. De sectorspecifieke kenmerken dienen in ieder geval gehandhaafd te worden zodat de handelsnormen gemakkelijker te begrijpen en toe te passen zijn.

    14.   Het zou interessant zijn om te onderzoeken of er facultatieve gereserveerde vermeldingen voor traditionele producten en producten van de berglandbouw kunnen worden ingevoerd. Bij de omschrijving hiervan kunnen juist de regionale autoriteiten een zeer belangrijke rol spelen.

    Geografische aanduidingen

    15.   Het Comité is tegen het samenvoegen van de drie verschillende huidige regelingen omdat het erom gaat de samenhang van het systeem en de specifieke elementen van elk product te handhaven. De BOB (beschermde oorsprongsbenaming) en de BGA (beschermde geografische aanduiding) dienen te blijven bestaan. Beide instrumenten hebben hun nut ruimschoots bewezen en zijn door de producenten zeer goed ontvangen. Wel is het van essentieel belang dat er meer gedaan wordt op het gebied van voorlichting en promotie.

    16.   Vereenvoudiging is absoluut noodzakelijk - niet alleen van de administratieve formaliteiten, maar van alle aspecten m.b.t. inschrijving, instandhouding en beheer waaraan de deelnemende partijen moeten voldoen.

    17.   Het Comité pleit ervoor dat deze aanduidingen ook op verwerkte producten aangebracht kunnen worden, op voorwaarde dat de herkomst van de ingrediënten gegarandeerd kan worden en de desbetreffende producenten toestemming hebben gegeven om hun aanduidingen te gebruiken.

    18.   Het kan een goed idee zijn om na te gaan of de certificeringseisen bij verse producten uitgebreid zouden moeten worden tot de verschillende schakels van de toeleveringsketen, zoals nu al voor biologische producten geldt. Op die manier zou beoordeeld kunnen worden of hiervan inderdaad een positief effect uitgaat.

    19.   Door een groot aantal partijen die bij de BOB- en BGA-regelingen zijn betrokken, is gewezen op de behoefte aan instrumenten om de productie te reguleren. Gebeurt dit niet, dan lopen de BOB- en BGA-regelingen duidelijk het gevaar te verdwijnen of hun authenticiteit en kwaliteitsniveau te verliezen. Daardoor zou in veel Europese regio's ook de hele maatschappelijke en productiestructuur op het platteland bedreigd worden.

    20.   Het Comité dringt er bij de Commissie op aan de nodige instrumenten voor het beheer van de BOB- en BGA-productie te ontwikkelen en ter beschikking te stellen. De endogene ontwikkeling van regio's is vaak gekoppeld aan een duurzame ontwikkeling van het platteland. Een duurzame ontwikkeling is alleen haalbaar als er voor de BOB- en BGA-regelingen instrumenten komen waarmee het productiepotentieel gereguleerd kan worden en er dus een redelijk evenwicht tussen vraag en aanbod tot stand gebracht kan worden door de toename van de productie gelijke tred te laten houden met de toename van de afzet.

    21.   BOB's en BGA's zijn intellectuele eigendomsrechten en dus dient de mogelijkheid geboden te worden om deze in kwalitatief en kwantitatief opzicht op vrijwillige basis te reguleren, net zoals voor alle handelsmerken geldt. Een dergelijke regulering is geen doel op zich, maar een middel om een duurzame ontwikkeling te waarborgen.

    22.   Er zou nader gekeken moeten worden naar de bescherming van BOB's en BGA's. De sector en de regio's vinden dat er één internationaal beschermingsniveau moet komen en de Commissie wordt verzocht alles in het werk te stellen om de hoogste mate van bescherming te garanderen, ongeacht de gevolgen die de verschillende BOB's en BGA's aanvankelijk kunnen hebben over de grenzen van de regio's of lidstaten heen.

    23.   Het Comité zou graag zien dat de Commissie zich meer inzet voor versterking van de regels in het kader van de WTO, voor bilaterale overeenkomsten met strategische landen en voor bescherming van de BOB's en BGA's in het kader van de ACTA-akkoorden ter bestrijding van productvervalsing.

    Biologische landbouw

    24.   Het Comité is ingenomen met de recente wetgevingsveranderingen op dit gebied en met het besluit om het nieuwe EU-logo voor biologische producten vanaf 2010 te gaan gebruiken. Het is ervan overtuigd dat deze zeer milieuvriendelijke productiemethode dankzij deze maatregel én de enorme inzet van de Europese biologische landbouwsector een hoge vlucht zal nemen.

    Traditionele specialiteiten

    25.   Het Comité is het met de Commissie eens dat deze regeling niet geheel aan de verwachtingen voldoet en steunt het voorstel om te bekijken of het haalbaar is uitdrukkingen als „traditioneel product” in te voeren, op voorwaarde dat voldaan wordt aan duidelijk omschreven certificeerbare specificaties.

    26.   Het Comité verzoekt de Commissie de nodige specifieke steunregelingen voor traditionele producten en alsook producten van de berglandbouw te onderzoeken en in te voeren, voor het geval deze beide soorten producten uiteindelijk in de plaats komen van de huidige gegarandeerde traditionele specialiteiten.

    Samenhang van de nieuwe EU-regelingen

    27.   Het Comité adviseert de Commissie om door middel van een proactieve en pragmatische evaluatie van de meerwaarde en de wenselijkheid van nieuwe regelingen te zorgen voor samenhang tussen de toekomstige kwaliteitsregelingen en -initiatieven. In dit verband dient ook nagegaan te worden waar de consumenten behoefte aan hebben en of zij wel baat hebben bij de invoering van nieuwe regelingen.

    Richtsnoeren voor particuliere en nationale voedingscertificeringsregelingen

    28.   Het Comité steunt het initiatief van de Commissie om richtsnoeren voor goede praktijken voor de uitvoering van regelingen op het gebied van de kwaliteit van landbouwproducten en levensmiddelen op te stellen en is het met haar eens om geen wetgeving voor particuliere en nationale certificeringsregelingen uit te werken.

    Slotaanbevelingen

    29.   Het Comité spoort de Commissie aan tot substantiële inspanningen om het Europees kwaliteitssysteem voor landbouwproducten te promoten en hierover voorlichting te geven. Daarbij dienen de inspanningen gericht te zijn op de Europese consumenten, teneinde het systeem te versterken, de verschillende concepten te verduidelijken en de consumptie van deze producten te bevorderen, zodat de hele Europese samenleving kan meewerken aan de instandhouding van de productiestructuur van Europese landelijke gebieden.

    30.   Het Comité stelt de Commissie voor de strategische rol van de Europese regio's bij het voortbrengen van kwalitatief hoogwaardige landbouwproducten en levensmiddelen meer erkenning te geven en zoveel mogelijk open te staan voor de wensen van de regio's op dit gebied, dat voor de regionale sociaaleconomische ontwikkeling zo belangrijk is.

    Brussel, 10 februari 2010

    De voorzitter van het Comité van de Regio's

    Mercedes BRESSO


    Top