Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008AP0207

    Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 20 mei 2008 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2007)0803 DEEL V — C6-0031/2008 — 2007/0300(CNS))

    PB C 279E van 19.11.2009, p. 149–162 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.11.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 279/149


    Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten *

    P6_TA(2008)0207

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 20 mei 2008 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2007)0803 DEEL V — C6-0031/2008 — 2007/0300(CNS))

    (2009/C 279 E/32)

    (Raadplegingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0803, DEEL V),

    gelet op artikel 128, lid 2, van het EG-Verdrag op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0031/2008),

    gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0172/2008),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

    3.

    verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

    4.

    wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

    5.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

    2.

    Uit het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten, dat in het jaarlijkse voortgangsverslag van de Commissie en in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid is opgenomen, blijkt dat de lidstaten alle mogelijke inspanningen moeten blijven richten op de volgende prioritaire gebieden:

    2.

    Uit het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten, dat in het jaarlijkse voortgangsverslag van de Commissie en in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid is opgenomen, blijkt dat de lidstaten alle mogelijke inspanningen moeten blijven richten op de verwezenlijking van volledige werkgelegenheid, bevordering van arbeidskwaliteit en gelijke kansen, totstandbrenging van sociale samenhang, alsmede op de volgende prioritaire gebieden:

    meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden, het arbeidsaanbod vergroten en de socialezekerheidsstelsels moderniseren,

    meer en kwalitatief hoogwaardige banen scheppen; mensen in hoogwaardige banen krijgen en houden, het arbeidsaanbod vergroten en de socialezekerheidsstelsels moderniseren en te zorgen voor een arbeidsmarkt waartoe iedereen toegang heeft ,

    het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven vergroten, en

    het aanpassingsvermogen en de zekerheid van werknemers en bedrijven vergroten ter bevordering van een flexibele arbeidsmarkt , en de inzetbaarheid van werknemers ontwikkelen door middel van levenslang leren en erkenning van verworven ervaring ,

    investeringen in menselijk kapitaal verhogen door beter onderwijs en betere vaardigheden.

    investeringen in menselijk kapitaal verhogen door beter onderwijs en betere vaardigheden en door uitbreiding van de mogelijkheden voor een leven lang leren, en

    het bevorderen van mobiliteit van werknemers op de hele Europese arbeidsmarkt .

    3.

    In het licht van het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma's door de Commissie en de conclusies van de Europese Raad, moet het beleid worden gericht op een doeltreffende en tijdige uitvoering, waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de overeengekomen kwantitatieve doelstellingen en maatstaven, in lijn met de conclusies van de Europese Raad.

    3.

    In het licht van het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma's door de Commissie en de conclusies van de Europese Raad, moet het beleid worden gericht op het versterken van de sociale dimensie van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en op een doeltreffende en tijdige uitvoering ervan , waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de overeengekomen kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen en maatstaven, in lijn met de conclusies van de Europese Raad.

    5.

    De lidstaten moeten rekening houden met de werkgelegenheidsrichtsnoeren bij de tenuitvoerlegging van de geprogrammeerde communautaire financiering, met name uit het Europees Sociaal Fonds.

    5.

    De lidstaten moeten rekening houden met de werkgelegenheidsrichtsnoeren bij de tenuitvoerlegging van de geprogrammeerde communautaire financiering, met name uit het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering .

    6.

    Gezien de geïntegreerde aard van het richtsnoerenpakket dienen de lidstaten de globale richtsnoeren voor het economisch beleid volledig ten uitvoer te leggen ,

    6.

    Gezien de geïntegreerde aard van het richtsnoerenpakket dienen de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid de werkgelegenheidsrichtsnoeren volledig in aanmerking te nemen ,

    Artikel 2 bis

    1.     Bij de tenuitvoerlegging van de richtsnoeren vastgelegd in de bijlage, dienen de lidstaten:

    rekening te houden met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de volksgezondheid, en

    te streven naar bestrijding van iedere discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid.

    2.     De lidstaten dragen zorg voor een versterkte interactie tussen de richtsnoeren en de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en het proces van sociale integratie.

    3.     De lidstaten onderzoeken en rapporteren, in samenwerking met de sociale partners en overeenkomstig de normale gang van zaken per lidstaat, in hun nationale actieplannen op welke wijze de naleving en uitvoering van de beginselen en voorschriften van Europese sociale wetgeving, sociale overeenkomsten en de grondbeginselen van gelijke behandeling en uitsluiting van discriminatie kunnen worden verbeterd .

    De werkgelegenheidsrichtsnoeren maken deel uit van de geïntegreerde richtsnoeren voor 2008 tot 2010, die gestoeld zijn op drie pijlers — macro-economisch beleid, micro-economische hervormingen en werkgelegenheidsbeleid — die tezamen bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid en de versterking van de sociale cohesie.

    De lidstaten voeren hun werkgelegenheidsbeleid uit in samenwerking met de sociale partners, waarbij zij de hierna vermelde doelstellingen en prioriteiten voor ogen houden opdat meer en betere werkgelegenheid de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt bevordert. De Lissabon-strategie indachtig en rekening houdend met de gemeenschappelijke sociale doelstellingen wordt met het beleid van de lidstaten op evenwichtige wijze geijverd voor:

    De lidstaten voeren hun werkgelegenheidsbeleid uit in samenwerking met de sociale partners en andere belanghebbenden, en met inachtneming van de nationale tradities , waarbij zij de hierna vermelde doelstellingen en prioriteiten voor ogen houden opdat meer en betere werkgelegenheid en een beter opgeleide en meer gespecialiseerde beroepsbevolking de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt bevordert. De Lissabon-strategie indachtig en rekening houdend met de gemeenschappelijke sociale doelstellingen wordt met het beleid van de lidstaten op evenwichtige wijze geijverd voor:

    volledige werkgelegenheid: het is van vitaal belang dat door een geïntegreerde flexizekerheidsbenadering volledige werkgelegenheid wordt bereikt en dat werkloosheid en inactiviteit afnemen doordat de vraag naar arbeid en het arbeidsaanbod toenemen, zodat de economische groei wordt geschraagd en de sociale samenhang hechter wordt. Dit vereist beleid dat zowel op flexibiliteit van de arbeidsmarkten, werkorganisatie en arbeidsverhoudingen, als op werkzekerheid en sociale zekerheid gericht is.

    volledige werkgelegenheid: het is van vitaal belang dat door een geïntegreerde flexizekerheidsbenadering volledige werkgelegenheid wordt bereikt en dat werkloosheid en inactiviteit afnemen doordat de vraag naar arbeid en het arbeidsaanbod toenemen, zodat de economische groei wordt geschraagd en de sociale samenhang hechter wordt. Dit vereist beleid dat zowel op flexibiliteit van de arbeidsmarkten, werkorganisatie en arbeidsverhoudingen, combinatie van werk en gezinsleven als op werkzekerheid en sociale zekerheid gericht is.

    Verbetering van de arbeidskwaliteit en -productiviteit: het streven naar een grotere arbeidsparticipatie gaat hand in hand met het aantrekkelijker maken van banen, het verbeteren van de arbeidskwaliteit, een hogere arbeidsproductiviteit, het verminderen van de segmentering van de arbeidsmarkt en een geringer aandeel slecht betaalde banen. De synergieën tussen arbeidskwaliteit, productiviteit en werkgelegenheid moeten ten volle worden benut;

    Verbetering van de arbeidskwaliteit en -productiviteit: het streven naar een grotere arbeidsparticipatie gaat hand in hand met het aantrekkelijker maken van banen, het verbeteren van de arbeidskwaliteit, een hogere arbeidsproductiviteit, het verminderen van de segmentering van de arbeidsmarkt , ongelijke behandeling van mannen en vrouwen en een geringer aandeel slecht betaalde banen. De synergieën tussen arbeidskwaliteit, productiviteit en werkgelegenheid moeten ten volle worden benut;

    Gelijke kansen en bestrijding van discriminatie zijn van essentieel belang om vooruitgang te boeken. Gendermainstreaming en de bevordering van gendergelijkheid moeten bij alle maatregelen vooropstaan. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar een significante vermindering van genderkloven op de arbeidsmarkt overeenkomstig het Europees pact voor gendergelijkheid. Hierdoor wordt bijstand verleend aan de lidstaten bij de aanpak van de demografische uitdaging. In het kader van een nieuwe intergenerationele aanpak dient bijzondere aandacht uit te gaan naar de situatie van jongeren, ter uitvoering van het Europese pact voor de jeugd, en moet toegang tot werk gedurende het hele beroepsleven bevorderd worden. Ook moet bijzondere aandacht uitgaan naar het aanzienlijk versmallen van de participatiekloof tussen gewone werknemers en mensen met een achterstandspositie, waaronder gehandicapten, en tussen EU-onderdanen en onderdanen van derde landen, overeenkomstig de nationale doelstellingen.

    Gelijke kansen en bestrijding van discriminatie zijn van essentieel belang om vooruitgang te boeken. Gendermainstreaming en de bevordering van gendergelijkheid moeten bij alle maatregelen vooropstaan. Bijzondere aandacht moet ook uitgaan naar een significante vermindering van genderkloven op de arbeidsmarkt, waarbij de aandacht met name moet uitgaan naar inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen, overeenkomstig het Europees pact voor gendergelijkheid. Hierdoor wordt bijstand verleend aan de lidstaten bij de aanpak van de demografische uitdaging. In het kader van een nieuwe intergenerationele aanpak dient bijzondere aandacht uit te gaan naar de situatie van jongeren, ter uitvoering van het Europese pact voor de jeugd, en moet toegang tot werk gedurende het hele beroepsleven bevorderd worden, ook voor oudere werknemers . Ook moet bijzondere aandacht uitgaan naar het aanzienlijk versmallen van de participatiekloof tussen gewone werknemers en mensen met een achterstandspositie, waaronder gehandicapten, en tussen EU-onderdanen en onderdanen van derde landen, overeenkomstig de nationale doelstellingen. Hierdoor zullen de lidstaten worden geholpen bij de aanpak van de problemen in verband met de samenstelling van de bevolking.

    meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden, het arbeidsaanbod vergroten en de stelsels voor sociale bescherming moderniseren;

    meer mensen op hoogwaardige banen krijgen en houden door de combinatie van werk en gezin te vergemakkelijken , het arbeidsaanbod vergroten door de inzetbaarheid te verhogen, de stelsels voor sociale bescherming moderniseren en te zorgen voor arbeidsmarkten waartoe iedereen toegang heeft ,

    de actieve maatschappelijke integratie van iedereen te bevorderen om armoede en sociale uitsluiting tegen te gaan, door een fatsoenlijk loon en kwalitatief hoogstaande sociale diensten te waarborgen, in combinatie met toegang tot de arbeidsmarkt door mogelijkheden te bieden om werk te vinden en een initiële of voortgezette beroepsopleiding te volgen.

    het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen verbeteren;

    het aanpassingsvermogen en de zekerheid van werknemers en ondernemingen vergroten,

    investeringen in menselijk kapitaal verhogen door middel van beter onderwijs en betere vaardigheden.

    investeringen in menselijk kapitaal verhogen door middel van beter onderwijs en betere vaardigheden en het aanpassen van onderwijs- en opleidingsstelsels aan de nieuwe bekwaamheidseisen,

    investeringen in onderzoek, wetenschap en innovatie verhogen en verbeteren,

    alle vormen van discriminatie op basis van geslacht op het werk uitbannen .

    1.

    Meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden, het arbeidsaanbod vergroten en de stelsels voor sociale bescherming moderniseren

    1.

    Meer mensen op de kwalitatief hoogstaande arbeidsmarkt krijgen en houden, het arbeidsaanbod vergroten en de stelsels voor sociale bescherming moderniseren en zorgen voor een arbeidsmarkt waartoe iedereen toegang heeft

    De arbeidsparticipatie verhogen is het meest effectieve middel om economische groei te genereren en een sociaal geïntegreerde economie te bevorderen en om ervoor te zorgen dat er een vangnet bestaat voor diegenen die niet kunnen werken. Gelet op de verwachte inkrimping van de beroepsbevolking is het des te noodzakelijker dat werken wordt benaderd vanuit een andere visie op de levenscyclus en dat de stelsels voor sociale bescherming worden gemoderniseerd, zodat zij adequaat en betaalbaar zijn en kunnen reageren op de veranderende behoeften van de samenleving. In het kader van een nieuwe intergenerationele aanpak en de bevordering van de actieve integratie van degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, moet bijzondere aandacht uitgaan naar de hardnekkige werkgelegenheidskloof tussen mannen en vrouwen en de lage arbeidsparticipatiegraad van oudere werknemers en jongeren. Ook moeten de maatregelen worden geïntensiveerd om de situatie van jonge mensen op de arbeidsmarkt te verbeteren en de jeugdwerkloosheid aanzienlijk terug te dringen, die gemiddeld dubbel zo hoog is als de algemene werkloosheid.

    De arbeidsparticipatie verhogen is het meest effectieve middel om economische groei te genereren en een sociaal geïntegreerde economie te bevorderen en om ervoor te zorgen dat er een vangnet bestaat voor diegenen die niet kunnen werken. Gelet op de verwachte inkrimping van de beroepsbevolking is het des te noodzakelijker dat werken wordt benaderd vanuit een andere visie op de levenscyclus en dat de stelsels voor sociale bescherming worden gemoderniseerd, zodat zij adequaat en betaalbaar zijn en kunnen reageren op de veranderende behoeften van de samenleving. In het kader van een nieuwe intergenerationele aanpak en de bevordering van de actieve integratie van degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, moet bijzondere aandacht uitgaan naar de hardnekkige werkgelegenheidskloof tussen mannen en vrouwen en inkomensverschillen op basis van geslacht , en de lage arbeidsparticipatiegraad van oudere werknemers en jongeren. Ook moeten de maatregelen worden geïntensiveerd om de situatie van jonge mensen , met name onopgeleiden, op de arbeidsmarkt te verbeteren en de jeugdwerkloosheid aanzienlijk terug te dringen, die gemiddeld dubbel zo hoog is als de algemene werkloosheid.

    Het is nodig de juiste voorwaarden te scheppen voor loopbaanontwikkeling, ongeacht of het gaat om een eerste baan, een herintreding op de arbeidsmarkt na een onderbreking of de wens om de loopbaan te verlengen. De kwaliteit van de banen, mede gelet op loon en voordelen, de arbeidsomstandigheden, de toegang tot een leven lang leren en de carrièremogelijkheden zijn van cruciaal belang voor een flexizekerheidsbenadering, net als de ondersteuning en de stimulansen waarin de socialezekerheidsstelsels voorzien. Met het oog op de versterking van een levensloopgerichte benadering van arbeid en de bevordering van een betere combinatie van werk en gezin moeten maatregelen op het vlak van voorzieningen voor kinderopvang worden genomen. Nuttige streefcijfers zijn ervoor te zorgen dat er uiterlijk in 2010 kinderopvang is voor minstens 90 % van de kinderen tussen drie jaar en de leerplichtleeftijd en voor minstens 33 % van de kinderen onder drie jaar. Om een verhoging te bewerkstellingen van de gemiddelde participatiegraad van ouders, in het bijzonder alleenstaande ouders, moet een gezinsbeleid worden gevoerd. Lidstaten moeten in het bijzonder rekening houden met de speciale behoeften van alleenstaande ouders en gezinnen met veel kinderen. Om de loopbanen te verlengen, moet uiterlijk in 2010 de daadwerkelijke gemiddelde

    Het is nodig de juiste voorwaarden te scheppen voor loopbaanontwikkeling, ongeacht of het gaat om een eerste baan, een herintreding op de arbeidsmarkt na een onderbreking of de wens om de loopbaan te verlengen , onder meer via een adequate ontwikkeling van het menselijk potentieel en van de sociale werkomgeving. De kwaliteit van de banen, mede gelet op loon en voordelen, de arbeidsomstandigheden, de toegang tot een leven lang leren en de carrièremogelijkheden zijn van cruciaal belang voor een flexizekerheidsbenadering, net als de ondersteuning en de stimulansen waarin de socialezekerheidsstelsels voorzien. Met het oog op de versterking van een levensloopgerichte benadering van arbeid en de bevordering van een betere combinatie van werk en gezin moeten maatregelen op het vlak van voorzieningen voor kinderopvang worden genomen. Nuttige streefcijfers zijn ervoor te zorgen dat er uiterlijk in 2010 kinderopvang is voor minstens 90 % van de kinderen tussen drie jaar en de leerplichtleeftijd en voor minstens 33 % van de kinderen onder drie jaar. Om een verhoging te bewerkstellingen van de gemiddelde participatiegraad van ouders, in het bijzonder alleenstaande ouders, moet een gezinsbeleid worden gevoerd. Lidstaten moeten in het bijzonder rekening houden met de speciale behoeften van alleenstaande ouders en gezinnen met veel

    uittredingsleeftijd in de Europese Unie met vijf jaar gestegen zijn (in 2001 geschat op 59,9 jaar). Lidstaten moeten ook maatregelen nemen voor gezondheidszorg, preventie en de bevordering van gezonde levensstijlen om de ziektekosten te verminderen, de arbeidsproductiviteit te verhogen en het beroepsleven te verlengen.

    kinderen. Om de loopbanen te verlengen, moet uiterlijk in 2010 de daadwerkelijke gemiddelde uittredingsleeftijd in de Europese Unie met vijf jaar gestegen zijn (in 2001 geschat op 59,9 jaar). Lidstaten moeten ook maatregelen nemen voor gezondheidszorg, preventie en de bevordering van gezonde levensstijlen om de ziektekosten te verminderen, de arbeidsproductiviteit te verhogen en het beroepsleven te verlengen.

    De tenuitvoerlegging van het Europees pact voor de jeugd moet ook bijdragen aan deze levensloopgerichte benadering van arbeid door met name de overgang tussen onderwijs en de arbeidsmarkt te bevorderen.

    De tenuitvoerlegging van het Europees pact voor de jeugd, de Europese overeenkomst inzake gendergelijkheid en de goedkeuring in verband met de oprichting van de Europese alliantie voor het gezin moet ook bijdragen aan deze levensloopgerichte benadering van arbeid door met name de overgang tussen onderwijs en de arbeidsmarkt te bevorderen. Er moeten individuele maatregelen worden getroffen om jongeren die minder mogelijkheden hebben gehad een gelijke kans te bieden op integratie in de samenleving en in het arbeidsproces.

    Richtsnoer 18.

    Levensloopbeleid bevorderen, door:

    Richtsnoer 18.

    Levensloopbeleid bevorderen, door:

    hernieuwde inspanningen om arbeidstrajecten voor jongeren op te zetten en de jeugdwerkloosheid terug te dringen, overeenkomstig het Europese pact voor de jeugd;

    hernieuwde inspanningen om arbeidstrajecten voor jongeren op te zetten en de jeugdwerkloosheid terug te dringen, overeenkomstig het Europese pact voor de jeugd , waarbij genderdiscriminiatie wordt bestreden ;

    maatregelen te nemen die verzekeren dat mensen die werk en zorg combineren in hun latere leven niet worden gestraft in hun pensioensopbouw en socialezekerheidsuitkeringen;

    maatregelen te nemen waarbij mensen die in hun latere leven hun baan verliezen in staat worden gesteld op de arbeidsmarkt terug te keren, en actief beleid te voeren om leeftijdsdiscriminatie uit te roeien, met name gericht op veertigplussers, zelfstandig werken en het eigen organisatievermogen;

    doortastende maatregelen om de arbeidsparticipatie van vrouwen te verhogen en genderkloven inzake arbeidsparticipatie, werkloosheid en beloning weg te werken;

    doortastende maatregelen om de arbeidsparticipatie van vrouwen te verhogen en genderkloven inzake arbeidsparticipatie, werkloosheid en beroepsopleiding weg te werken, gelijke beloning te waarborgen en en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen, o.m. met maatregelen ter vergroting van gelijke kansen en opvoering van het percentage werkende vrouwen, waarop wordt aangedrongen in het Europees pact voor gendergelijkheid ;

    bijzondere nadruk op de verschillende gevolgen van het uitkeringsstelsel voor mannen en vrouwen en herziening van eventuele uitkeringsstructuren die ongunstige gevolgen hebben voor de deelneming van vrouwen op de arbeidsmarkt;

    betere combinatie van werk en gezin door middel van toegankelijke en betaalbare voorzieningen voor kinderopvang en zorg voor andere afhankelijke personen;

    betere combinatie van werk en privé- en gezinsleven door middel van toegankelijke en betaalbare , hoogwaardige voorzieningen voor kinderopvang en zorg voor andere afhankelijke personen met inbegrip van programma's voor ouderschaps- en ander verlof ;

    bijzondere aandacht voor vrouwen en mannen die na afwezigheid overwegen weer betaald werk te gaan doen en onderzoeken hoe de belemmeringen voor een dergelijke terugkeer kunnen worden weggenomen zonder dat aan arbeidskwaliteit wordt ingeboet;

    ondersteuning van actief ouder worden, onder meer door passende arbeidsomstandigheden, een betere (arbeids)gezondheidsstatus en passende prikkels om ouderen aan het werk te houden en vroegtijdige pensionering te ontmoedigen ;

    ondersteuning van actief ouder worden, onder meer door passende arbeidsomstandigheden, een betere arbeidsgezondheidsstatus en passende prikkels om ouderen aan het werk te houden en werknemers aan te moedigen hun beroepsleven te verlengen als ze dat willen, zodat ze pas later met pensioen gaan ;

    moderne stelsels voor sociale bescherming, inclusief pensioenen en gezondheidszorg, die sociaal toereikend en financieel houdbaar zijn en op veranderende behoeften kunnen inspelen, ter ondersteuning van arbeidsparticipatie, het aan het werk houden van ouderen en langere loopbanen.

    moderne stelsels voor sociale bescherming, inclusief pensioenen en gezondheidszorg, die sociaal toereikend en financieel houdbaar zijn en op veranderende behoeften kunnen inspelen, ter ondersteuning van arbeidsparticipatie, het aan het werk houden van ouderen en langere loopbanen.

    Zie ook geïntegreerd richtsnoer „Houdbare economische en begrotingssituaties als basis voor meer werkgelegenheid waarborgen” (nr. 2).

    Zie ook geïntegreerd richtsnoer „Houdbare economische en begrotingssituaties als basis voor meer werkgelegenheid waarborgen” (nr. 2).

    Actieve integratiemaatregelen kunnen het arbeidsaanbod vergroten en de sociale samenhang versterken en zijn krachtige instrumenten om de sociale en arbeidsintegratie van de meest achtergestelde groepen te bevorderen. Aan wie werkloos wordt, moet binnen een redelijke termijn een nieuwe kans op de arbeidsmarkt worden aangeboden. Bij jongeren moet dit binnen een korte termijn — bijvoorbeeld in 2010 ten hoogste vier maanden — gebeuren. Voor volwassenen mag deze termijn maximaal twaalf maanden bedragen. Maatregelen waarmee een actief arbeidsmarktbeleid wordt gevoerd ten aanzien van langdurige werklozen, moeten worden voortgezet, waarbij rekening wordt gehouden met het streefcijfer van een participatiegraad van 25 % in 2010. De activering komt tot stand in de vorm van een opleiding, een herscholing, een werkpraktijk, een baan of een andere inzetbaarheidsmaatregel, zo nodig gecombineerd met adequate hulp bij het zoeken naar een baan. Om de integratie te doen toenemen en de sociale uitsluiting te bestrijden is het van essentieel belang dat werkzoekenden makkelijker toegang tot werk krijgen, dat werkloosheid wordt voorkomen en dat werklozen in nauw contact met de arbeidsmarkt blijven en hun inzetbaarheid behouden. Dit stemt ook overeen met een flexizekerheidsbenadering. Het verwezenlijken van deze doelstellingen vergt dat barrières voor het betreden van de arbeidsmarkt worden weggenomen door bijstand te verlenen bij het daadwerkelijk zoeken naar een baan, dat de toegang tot opleiding en andere actieve arbeidsmarktmaatregelen wordt vergemakkelijkt, dat een betaalbare toegang tot de basisdiensten is gegarandeerd en toereikende minimuminkomens voor allen zijn

    Actieve integratiemaatregelen kunnen het arbeidsaanbod vergroten en de sociale samenhang versterken en zijn krachtige instrumenten om de sociale en arbeidsintegratie van de meest achtergestelde groepen te bevorderen. Aan wie werkloos wordt, moet binnen een redelijke termijn de mogelijkheid van een baan, stage, vervolgopleiding of andere maatregelen die leiden tot werkgelegenheid worden aangeboden. Bij jongeren moet dit binnen een korte termijn — bijvoorbeeld in 2010 ten hoogste vier maanden — gebeuren. Voor volwassenen mag deze termijn maximaal twaalf maanden bedragen. Maatregelen waarmee een actief arbeidsmarktbeleid wordt gevoerd ten aanzien van langdurige werklozen, moeten worden voortgezet, waarbij rekening wordt gehouden met het streefcijfer van een participatiegraad van 25 % in 2010. De activering komt tot stand in de vorm van een opleiding, een herscholing, een werkpraktijk, een baan of een andere inzetbaarheidsmaatregel, zo nodig gecombineerd met adequate hulp bij het zoeken naar een baan. Om de integratie te doen toenemen en de sociale uitsluiting te bestrijden is het van essentieel belang dat werkzoekenden makkelijker toegang tot werk krijgen, dat werkloosheid wordt voorkomen en dat werklozen in nauw contact met de arbeidsmarkt blijven en hun inzetbaarheid behouden. Het verwezenlijken van deze doelstellingen vergt dat barrières voor het betreden van de arbeidsmarkt worden weggenomen door bijstand te verlenen bij het daadwerkelijk zoeken naar een baan, dat de toegang tot opleiding en andere actieve arbeidsmarktmaatregelen wordt vergemakkelijkt, dat een betaalbare toegang tot de basisdiensten is gegarandeerd en toereikende minimuminkomens voor allen zijn

    gewaarborgd. Tegelijkertijd moet deze benadering ervoor zorgen dat arbeid loont voor alle werknemers en dat werkloosheids-, armoede- en inactiviteitsvallen worden weggenomen. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de integratie van mensen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt, met inbegrip van laaggeschoolden, onder meer door middel van de uitbreiding van de sociale diensten en de sociale economie en naar de exploitatie van nieuwe bronnen voor banen waarmee op collectieve behoeften wordt ingespeeld. Van bijzonder belang zijn de bestrijding van discriminatie, het bevorderen van de toegang tot werk voor gehandicapten en de integratie van immigranten en minderheden.

    gewaarborgd, waarbij het beginsel van eerlijke beloning wordt toegepast als een economische stimuleringsmaatregel om te gaan werken . Tegelijkertijd moet deze benadering ervoor zorgen dat arbeid loont voor alle werknemers , dat het beginsel „gelijk loon voor gelijke arbeid” wordt nageleefd en dat werkloosheids-, armoede- en inactiviteitsvallen worden weggenomen. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de integratie van mensen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt, met inbegrip van laaggeschoolden, onder meer door middel van de uitbreiding van de sociale diensten en de sociale economie en naar de exploitatie van nieuwe bronnen voor banen waarmee op collectieve behoeften wordt ingespeeld. Van bijzonder belang zijn de bestrijding van discriminatie, het bevorderen van de toegang tot werk voor vrouwen en gehandicapten en de integratie van immigranten en minderheden. Met de beste praktijken op plaatselijk niveau met betrekking tot de ervaring van sociale coöperaties en alle vormen van sociale verantwoordelijkheid binnen bedrijven moet rekening worden gehouden .

    exploratie van nieuwe bronnen voor banen in persoonlijke en zakelijke dienstverlening, met name op lokaal niveau.

    exploratie van nieuwe bronnen voor banen in persoonlijke en zakelijke dienstverlening, de zachte sector en de sociale economie , met name op lokaal niveau.

    Richtsnoer 19 bis.

    De actieve maatschappelijke integratie van iedereen te bevorderen en armoede en sociale uitsluiting tegen gaan, door een fatsoenlijk loon en kwalitatief hoogstaande sociale diensten te waarborgen, in combinatie met betere toegang tot de arbeidsmarkt door uitbreiding van de mogelijkheden om werk te vinden en een initiële of voortgezette beroepsopleiding te volgen.

    het bevorderen van partnerschapmodellen voor belanghebbenden om het lokale en regionale potentieel te versterken en optimaal te gebruiken in lokale eenheden die open, op samenwerking gerichte organisatievormen aanwenden;

    het voorkomen van de vlucht van het intellect uit perifere gebieden van de Europese Unie of uit lidstaten door middel van economische, sociale en structurele investeringen op regionaal niveau;

    2.

    Het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen verbeteren

    2.

    Het aanpassingsvermogen en de zekerheid van werknemers en ondernemingen verbeteren ( zekerheid van een vaste betrekking stimuleren ),

    Richtsnoer 21.

    Met gepaste aandacht voor de rol van de sociale partners, flexibiliteit gecombineerd met werkzekerheid bevorderen en segmentering van de arbeidsmarkt verminderen, door :

    Richtsnoer 21.

    Met gepaste aandacht voor de rol van de sociale partners, flexibiliteit gecombineerd met werkzekerheid bevorderen en segmentering van de arbeidsmarkt verminderen, met inachtneming van de navolgende vier hoofdcomponenten :

    flexibele en voldoende zekerheid biedende contractuele regelingen op basis van moderne arbeidswetgeving, cao's en werkorganisatie;

    integrale strategieën voor een leven lang leren die moeten waarborgen dat werknemers, met name de meest kwetsbare, continu aanpasbaar en inzetbaar zijn;

    een doeltreffend actief arbeidsmarktbeleid dat van een actief beleid van vroegtijdige pensionering afziet en oudere en ervaren werknemers beter in het beroepsleven integreert, en dat mensen helpt om te gaan met snelle veranderingen, de perioden van werkloosheid kort houdt en de overgang naar een nieuwe baan vergemakkelijkt;

    moderne socialezekerheidsstelsels die toereikende inkomenssteun bieden, tot werken aanmoedigen en de mobiliteit op de arbeidsmarkt vergemakkelijken.

    Hierbij gaat het er ook om:

    de arbeidswetgeving aan te passen en, waar nodig, de verschillende contracttypes en arbeidstijdregelingen opnieuw te bezien;

    de arbeidswetgeving aan te passen en, waar nodig, de verschillende contracttypes en arbeidstijdregelingen opnieuw te bezien en de essentiële rechten van werknemers te verzekeren, ongeacht hun beroepsstatus, met als doel het bevorderen van stabiele arbeidsrelaties ;

    zwartwerken aan te pakken;

    preventieve maatregelen te nemen, met daaraan verbonden sancties, om zwartwerken aan te pakken , met het oog op het verminderen van wijdverspreide illegale vormen van arbeid, door middel van uitbreiding en ontwikkeling van het vermogen van gespecialiseerde arbeidsinspectiediensten ;

    beter te anticiperen op veranderingen en deze positief te sturen, ook in geval van economische herstructurering, met name veranderingen in verband met openstelling voor handel, zodat de sociale kosten zoveel mogelijk worden beperkt en de aanpassing gemakkelijker verloopt;

    beter te anticiperen op veranderingen en deze positief te sturen, ook in geval van economische herstructurering, met name veranderingen in verband met openstelling voor handel, zodat de sociale kosten zoveel mogelijk worden beperkt en de aanpassing gemakkelijker verloopt;

    innovatieve en flexibele vormen van werkorganisatie te stimuleren en te verspreiden, teneinde de arbeidskwaliteit en -productiviteit, inclusief gezondheid en veiligheid, te verbeteren;

    innovatieve en flexibele vormen van werkorganisatie te stimuleren en te verspreiden, teneinde de arbeidskwaliteit en -productiviteit, inclusief gezondheid en veiligheid op de werkplek te verbeteren, en het voorzien in redelijke schikkingen voor gehandicapten ;

    ondersteuning voor overgangen in beroepsstatus, onder meer in de vorm van opleiding, zelfstandige activiteiten, oprichting van ondernemingen en geografische mobiliteit.

    ondersteuning voor overgangen in beroepsstatus, onder meer in de vorm van opleiding, zelfstandige activiteiten, oprichting van ondernemingen en geografische mobiliteit.

    bijzondere aandacht te schenken aan het opruimen van belemmeringen voor vrouwen die nieuwe bedrijven willen opzetten of die zelfstandig wensen te worden,

    De lidstaten moeten hun eigen trajecten ten uitvoer leggen, die op de door de Raad vastgestelde gemeenschappelijke beginselen inzake flexizekerheid zijn gebaseerd.

    Het is van wezenlijk belang dat de sociale partners via sociale dialoog en collectieve onderhandelingen worden betroken bij het opzetten en de tenuitvoerlegging van flexizekerheidsbeleid.

    Zie ook geïntegreerd richtsnoer „Meer samenhang tussen het macro-economische beleid, het structurele beleid en het werkgelegenheidsbeleid bevorderen” (nr. 5).

    Zie ook geïntegreerd richtsnoer „Meer samenhang tussen het macro-economische beleid, het structurele beleid en het werkgelegenheidsbeleid bevorderen” (nr. 5).

    Om zoveel mogelijk arbeidsplaatsen te scheppen, het concurrentievermogen op peil te houden en bij te dragen aan het algemene economische kader, moeten de algemene loonontwikkelingen gelijke tred houden met de productiviteitsgroei in de loop van de economische cyclus en de toestand van de arbeidsmarkt weerspiegelen. De verschillen in beloning tussen mannen en vrouwen moeten worden verminderd. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de lage lonen in beroepen en sectoren waarin vooral vrouwen werken en aan de oorzaken die leiden tot verlaging van lonen in beroepen en sectoren waarin meer vrouwen gaan werken. Ook kan het nodig zijn om de niet-loonkosten te verlagen en de belastingwig opnieuw te bezien, om het scheppen van banen, in het bijzonder voor laagbetaalden, te vergemakkelijken.

    Om zoveel mogelijk arbeidsplaatsen te scheppen, het concurrentievermogen op peil te houden en bij te dragen aan het algemene economische kader, moeten de algemene loonontwikkelingen gelijke tred houden met de productiviteitsgroei in de loop van de economische cyclus en de toestand van de arbeidsmarkt weerspiegelen. De verschillen in beloning tussen mannen en vrouwen moeten worden verminderd. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de lage lonen in beroepen en sectoren waarin vooral vrouwen werken, met het oog op het verkleinen van de inkomenskloof tussen mannen en vrouwen, en aan de oorzaken die leiden tot verlaging van lonen in beroepen en sectoren waarin meer vrouwen gaan werken. Ook kan het nodig zijn om de niet-loonkosten te verlagen en de belastingwig opnieuw te bezien, om het scheppen van banen, in het bijzonder voor laagbetaalden, te vergemakkelijken.

    de sociale partners ertoe aan te moedigen binnen hun eigen verantwoordelijkheden het juiste kader voor loononderhandelingen te scheppen, zodat de lonen, overal waar dat nodig is, productiviteits- en arbeidsmarktknelpunten weerspiegelen en loonverschillen tussen mannen en vrouwen worden vermeden;

    de sociale partners ertoe aan te moedigen binnen hun eigen verantwoordelijkheden het juiste kader voor loononderhandelingen te scheppen, zodat de lonen, overal waar dat nodig is, productiviteits- en arbeidsmarktknelpunten weerspiegelen , om te waarborgen dat de koopkracht van de Europese burgers op peil blijft en loonverschillen en toenemende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen worden vermeden;

    Europa moet meer en efficiënter investeren in menselijk kapitaal. Te veel mensen krijgen geen toegang tot de arbeidsmarkt, kunnen of slagen er niet in aan het werk te blijven, omdat ze een gebrek aan vaardigheden hebben of niet over de juiste vaardigheden beschikken. Om mannen en vrouwen van alle leeftijdscategorieën toegang tot werkgelegenheid te bieden en de arbeidsproductiviteit en –kwaliteit en de innovatie te verhogen, moet er in de Europese Unie in lijn met de flexizekerheidsbenadering meer en effectiever in menselijk kapitaal en levenslang leren geïnvesteerd worden , ten behoeve van individuele personen, ondernemingen, de economie en de samenleving.

    Europa moet meer en efficiënter investeren in menselijk kapitaal. Te veel mensen krijgen geen toegang tot de arbeidsmarkt, kunnen of slagen er niet in aan het werk te blijven, omdat ze een gebrek aan vaardigheden hebben of niet over de juiste vaardigheden beschikken. Om mannen en vrouwen van alle leeftijdscategorieën op basis van gelijke kansen toegang tot werkgelegenheid te bieden , de arbeidsproductiviteit en -kwaliteit en de innovatie te verhogen en werknemers te ondersteunen bij de aanpassing aan door snelle veranderingen ontstane nieuwe omstandigheden , moet er in de Europese Unie in lijn met de flexizekerheidsbenadering meer en effectiever in menselijk kapitaal en levenslange beroepsopleidingen geïnvesteerd worden, middels toegang tot de verschillende vormen van levenslang leren , ten behoeve van individuele personen, ondernemingen, de economie en de samenleving.

    Richtsnoer 23.

    Investeringen in menselijk kapitaal opvoeren en verbeteren, door:

    Richtsnoer 23.

    Gelegenheid tot levenslang leren uitbreiden en investeringen in menselijk kapitaal verbeteren, door:

    een op integratie gericht onderwijs- en opleidingsbeleid en maatregelen die de toegang tot lager, middelbaar en hoger beroepsonderwijs aanzienlijk vergemakkelijken, onder meer door middel van leercontracten en opleidingen in ondernemerschap;

    een op integratie gericht onderwijs- en opleidingsbeleid en maatregelen die de toegang tot lager, middelbaar en hoger beroepsonderwijs aanzienlijk vergemakkelijken, onder meer door middel van leercontracten en opleidingen in ondernemerschap en de erkenning van verworven ervaring ;

    de schooluitval aanzienlijk terug te dringen;

    de schooluitval zoveel mogelijk terug te dringen , zodat wordt voorkomen dat leerlingen het onderwijs verlaten zonder diploma's, waardoor ze een hoog risico lopen op werkloosheid ;

    efficiënte strategieën voor levenslang leren, toegankelijk voor iedereen, in scholen, bedrijven, overheden en huishoudens, overeenkomstig Europese akkoorden, inclusief passende prikkels en kostendelingsregelingen, ter bevordering van deelname aan voortdurende opleiding en opleiding op de werkplek gedurende de hele levensloop, in het bijzonder voor laaggeschoolde en oudere werknemers.

    efficiënte strategieën voor levenslang leren, toegankelijk voor iedereen, in scholen, bedrijven, overheden en huishoudens, overeenkomstig Europese akkoorden, inclusief passende prikkels en kostendelingsregelingen, ter bevordering van deelname aan voortdurende opleiding en opleiding op de werkplek gedurende de hele levensloop, in het bijzonder voor laaggeschoolde en oudere werknemers ,

    zorgen voor vergemakkelijking van de toegang van vrouwen tot onderwijs, voortgezette opleidingen en levenslang leren, met name toegang tot opleiding en de diploma's die noodzakelijk zijn voor een loopbaan,

    Zie ook geïntegreerd richtsnoer „De investeringen in O&O verhogen en verbeteren, in het bijzonder in de particuliere sector” (nr. 7).

    Zie ook geïntegreerd richtsnoer „De investeringen in O&O verhogen en verbeteren, in het bijzonder in de particuliere sector” (nr. 7).

    Er kan niet mee worden volstaan om ambitieuze doelstellingen vast te stellen en de investeringen van alle actoren op te trekken. Om ervoor te zorgen dat het aanbod in de praktijk aan de vraag beantwoordt, moeten de regelingen voor levenslang leren betaalbaar en toegankelijk zijn en inspelen op veranderende behoeften. Opdat regelingen voor onderwijs en opleiding relevant zijn voor de arbeidsmarkt, kunnen inspelen op de behoeften van de kenniseconomie en de kennismaatschappij, efficiënt zijn en de kansengelijkheid bevorderen , moeten zij worden aangepast en moet hun capaciteit worden opgebouwd. Informatie- en communicatietechnologieën kunnen worden gebruikt om de toegang tot leren te verbeteren en opleidingen beter af te stemmen op de behoeften van de werkgevers en de werknemers. Ook moet er zowel meer arbeidsmobiliteit als meer opleidingsmobiliteit zijn om betere toegang tot banen in de gehele Europese Unie te krijgen. De resterende mobiliteitsbelemmeringen binnen de Europese arbeidsmarkt moeten worden weggenomen, in het bijzonder waar die verband houden met de erkenning en de transparantie van kwalificaties en leerresultaten, met name door de invoering van het Europees kwalificatiekader. Het is belangrijk dat gebruik wordt gemaakt van de overeengekomen Europese instrumenten en referenties om hervormingen van de nationale onderwijs- en opleidingsstelsels te ondersteunen, zoals vastgelegd in het werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2010”.

    Er kan niet mee worden volstaan om ambitieuze doelstellingen vast te stellen en de investeringen van alle actoren op te trekken. Om ervoor te zorgen dat het aanbod in de praktijk aan de vraag beantwoordt, moeten de regelingen voor levenslang leren betaalbaar en toegankelijk zijn en inspelen op veranderende behoeften. Opdat regelingen voor onderwijs en opleiding relevant zijn voor de arbeidsmarkt, kunnen inspelen op de behoeften van de kenniseconomie en de kennismaatschappij, efficiënt zijn en toegankelijk en beschikbaar zijn op basis van kansengelijkheid , moeten zij worden aangepast en moet hun capaciteit worden opgebouwd. De toegankelijkheid van onderwijs en opleidingen voor mannen en vrouwen van alle leeftijden en de kennis en het door de overheid en het bedrijfsleven geboden onderwijs en de opleidingen waarmee beantwoordt wordt aan de vraag, moeten worden aangevuld met een systeem van levenslange beroepsoriëntatie . Informatie- en communicatietechnologieën kunnen worden gebruikt om de toegang tot leren te verbeteren en opleidingen beter af te stemmen op de behoeften van de werkgevers en de werknemers. Ook moet er zowel meer arbeidsmobiliteit als meer opleidingsmobiliteit zijn om betere toegang tot banen in de gehele Europese Unie te krijgen. De resterende mobiliteitsbelemmeringen binnen de Europese arbeidsmarkt moeten worden weggenomen, in het bijzonder waar die verband houden met de erkenning en de transparantie van kwalificaties en leerresultaten, met name door de invoering van het Europees kwalificatiekader. Het is belangrijk dat gebruik wordt gemaakt van de overeengekomen Europese instrumenten en referenties om hervormingen van de nationale onderwijs- en opleidingsstelsels te ondersteunen, zoals vastgelegd in het werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2010”.

    te zorgen dat de technieken en de inhoud van het onderwijs worden overgedragen aan opeenvolgende generaties leraren;

    het leren van vreemde talen in het kader van de initiële opleiding en in het kader van levenslang leren te waarborgen;

    In het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie zijn de volgende doelstellingen en ijkpunten overeengekomen:

    dat aan alle werklozen een nieuwe start wordt geboden voordat zij 4 maanden werkloos zijn, wanneer het gaat om jongeren, en voordat zij 12 maanden werkloos zijn, wanneer het gaat om volwassenen, in de vorm van opleiding, omscholingscursussen, werkpraktijk, een baan of een andere inzetbaarheidsmaatregel, waar nodig vergezeld van permanente begeleiding bij het zoeken naar werk;

    dat voor 2010 25 % van de langdurig werklozen deelnemen aan een actieve maatregel in de vorm van opleiding, omscholingscursussen, werkpraktijk of een andere inzetbaarheidsmaatregel, waarbij ernaar wordt gestreefd het gemiddelde van de drie best presterende lidstaten te halen;

    dat werkzoekenden in de hele Europese Unie in staat zijn alle via de diensten voor de arbeidsvoorziening van de lidstaten bekendgemaakte vacatures te raadplegen ter bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden op de Europese arbeidsmarkt;

    dat vóór 2010 sprake is van een stijging met vijf jaar, op EU-niveau, van de gemiddelde leeftijd waarop daadwerkelijk met werken wordt gestopt (vergeleken met 59,9 jaar in 2001);

    dat vóór 2010 wordt voorzien in kinderopvang voor ten minste 90 % van de kinderen tussen drie jaar en de leerplichtige leeftijd, en voor ten minste 33 % van de kinderen onder drie jaar;

    een gemiddeld EU-percentage van niet meer dan 10 % vroegtijdige schoolverlaters;

    dat vóór 2010 ten minste 85 % van de 22-jarigen een hogere middelbare schoolopleiding moeten hebben afgerond;

    dat het gemiddelde participatieniveau met betrekking tot levenslang leren in de Europese Unie ten minste 12,5 % van de volwassen beroepsbevolking moet bedragen (25- tot 64-jarigen).


    Top