Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008IP0228

    Libanon Resolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2008 over Libanon

    PB C 279E van 19.11.2009, p. 69–71 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.11.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 279/69


    Libanon

    P6_TA(2008)0228

    Resolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2008 over Libanon

    (2009/C 279 E/13)

    Het Europees Parlement,

    onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over het Midden-Oosten, in het bijzonder die van 16 januari 2003 over het sluiten van een associatieovereenkomst met de Republiek Libanon (1), van 10 maart 2005 over de situatie in Libanon (2), van 7 september 2006 over de situatie in het Midden-Oosten (3) en van 12 juli 2007 over het Midden-Oosten (4) en zijn standpunt van 29 november 2007 over het voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (5),

    gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad 1559(2004), 1636(2005), 1680(2006), 1701(2006) en 1757(2007),

    gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds (6) („de associatieovereenkomst”),

    gezien Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (7),

    gezien de verklaring van Javier Solana, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor het GBVB, over de situatie in Libanon van 16 mei 2008,

    gezien de verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie van 14 maart 2008 over het Midden-Oosten,

    gelet op artikel 103, lid 4, van zijn Reglement,

    A.

    ten zeerste verontrust over het escalerende geweld in Libanon en over de institutionele situatie in het land naar aanleiding van de mislukte presidentsverkiezingen,

    B.

    overwegende dat bij de recente gewelddadige conflicten tussen Hezbollah en andere milities in Beiroet en in andere delen van Libanon, na de besluiten van de Libanese regering op 6 mei 2008 en het geweld dat is opgelaaid na de afzetting van de generaal die belast was met de veiligheid van de luchthaven en de uitvaardiging van het verbod op de communicatiesystemen van de Hezbollah, tientallen burgers om het leven zijn gekomen en honderden gewonden zijn gevallen,

    C.

    overwegende dat de Libanese regering om een eind te maken aan de confrontaties inmiddels terug is gekomen op de besluiten die tot het geweld hebben geleid en de oplossing van de crisis in handen heeft gegeven van het Libanese leger,

    D.

    overwegende dat het Libanese parlement zijn grondwettelijke rol reeds verzuimde uit te oefenen vóór november 2007, het moment waarop het mandaat van de President van de Republiek Libanon verstreek en het land in een institutionele impasse belandde, met alle ernstige gevaren van dien voor het functioneren van de democratie,

    E.

    overwegende dat de Hezbollah niet alleen een oppositiepartij is maar ook een gewapende groep die een groot deel van het Libanese grondgebied in zijn greep houdt, namelijk de streken die zijn bewoond door de sjiitische gemeenschappen,

    F.

    overwegende dat de betrokken partijen, op initiatief van de Liga van Arabische Staten, op 15 mei 2008 overeen zijn gekomen om gewapende manifestaties in al hun verschijningsvormen onmiddellijk te beëindigen, om de nationale dialoog gericht op de kwesties van de regering van nationale eenheid en de nieuwe kieswet te hervatten, en terug te keren naar het normale leven en de situatie vóór de recente ongeregeldheden,

    G.

    overwegende dat de huidige politieke impasse in Libanon een verlammende uitwerking heeft op het functioneren van het land; overwegende dat deze politieke crisis een ernstige bedreiging vormt van de broze stabiliteit in Libanon en in de regio als geheel, overwegende dat een stabiel, volledig soeverein, verenigd en democratisch Libanon van cruciaal belang is voor de stabiliteit en de vredevolle ontwikkeling en voor het hele Midden-Oosten,

    H.

    overwegende dat Libanon een land is met sterke politieke, economische en culturele banden met Europa en een belangrijke partner van de Europese Unie in het Midden-Oosten is; overwegende dat een soeverein en democratisch Libanon een cruciale rol kan spelen bij het ontwikkelen van een sterk Euro-mediterraan partnerschap,

    I.

    overwegende dat in artikel 2 van de associatieovereenkomst wordt bepaald dat de betrekkingen tussen de partijen en alle bepalingen van deze overeenkomst gegrondvest moeten zijn op de eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele rechten van de mens, als vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, wat aan hun binnen- en buitenlands beleid ten grondslag ligt en een essentieel element van deze overeenkomst is; overwegende dat de associatieraad in het kader van de reguliere politieke dialoog waarin door de overeenkomst is voorzien, gemachtigd is de maatregelen te nemen die nodig zijn om de samenwerking tussen het Europees Parlement en het Libanese parlement te verbeteren,

    J.

    overwegende dat met resolutie 1757(2007) van de VN-Veiligheidsraad een internationaal tribunaal is opgericht voor de berechting van de personen die verantwoordelijk zijn voor de moord op ex-premier Rafik Hariri en voor andere politieke moorden in Libanon;

    K.

    overwegende dat Libanon kampt met ernstige financiële en economische problemen; overwegende dat de Libanese autoriteiten op 4 januari 2007 een algemeen programma voor sociaal-economische hervormingen hebben goedgekeurd; overwegende dat de Europese Unie macrofinanciële hulp heeft aangeboden ter waarde van 80 miljoen EUR om de binnenlandse inspanningen in Libanon op het gebied van naoorlogse opbouw en duurzaam economisch herstel te ondersteunen en zo de financiële beperkingen voor de uitvoering van het economische programma van de regering te verlichten,

    L.

    overwegende dat Libanon nog altijd meer dan 300 000 Palestijnse vluchtelingen telt die in barre omstandigheden leven overwegende dat de uitbarstingen van geweld en de gevechten met het leger die in een aantal Palestijnse vluchtelingenkampen hebben plaatsgevonden, ertoe hebben bijgedragen de toestand in het land onder druk te brengen;

    M.

    overwegende dat de territoriale integriteit van de Shebaa-boerderijen nog steeds een onopgeloste kwestie is,

    1.

    is verheugd over de overeenkomst, tot stand gekomen in Doha over de verkiezing in de komende dagen van Generaal Michel Sleiman als President van de Republiek, de samenstelling van een nieuwe regering van nationale eenheid en de goedkeuring van de kieswet; roept partijen bij de overeenkomst op deze ten volle uit te voeren; benadrukt het belang van de positieve reactie van de internationale gemeenschap; feliciteert de Libanese partijen over de overeenkomst, en de staat Quatar en de Liga van Arabische Staten voor de succesvolle bemiddeling;

    2.

    benadrukt dat de stabiliteit, soevereiniteit, onafhankelijkheid, eenheid en territoriale integriteit van Libanon belangrijk zijn; wijst erop dat de politieke stabiliteit in Libanon gestoeld moet zijn op het herstel van een klimaat van vertrouwen tussen alle partijen, het afzweren van geweld en het afwijzen van externe invloed;

    3.

    is verheugd over de positieve wijze waarop het leger en de veiligheidsdiensten hebben bijgedragen tot de beëindiging van de recente ontwikkelingen; verzoekt alle strijdende partijen het Libanese leger te steunen opdat het rechtmatig de handelingsbekwaamheid, de veiligheid, de orde, de soevereiniteit en de stabiliteit van Libanon kan waarborgen;

    4.

    is van mening dat de enige manier om de veiligheid van het land en van alle Libanezen te garanderen bestaat uit de ontwapening van alle gewapende groepen, en met name de Hezbollah, en de controle op de wapenhandel naar Libanon; acht het van vitaal belang dat alle wapenimport in Libanon alleen gaat naar het officiële Libanese leger; herhaalt zijn verzoek aan de Libanese regering om wat dit betreft, in samenwerking met UNIFIL (United Nations Interim Force in Libanon) volledige soevereiniteit en effectieve controle over de grenzen en het grondgebied van het land uit te oefenen; roept in dit verband alle partijen op af te zien van geweld, de regels van de democratie onverkort te aanvaarden en de staatsautoriteiten en democratisch verkozen instellingen te erkennen, ongeacht hun etnische, religieuze of partijbanden en hun origine;

    5.

    herinnert eraan dat de associatieovereenkomst voorziet in een politieke dialoog tussen het Europees Parlement en het Libanese Parlement op basis van een politieke samenwerking tussen beide instellingen;

    6.

    herhaalt het belang van de rol van UNIFIL; acht het van vitaal belang dat de Libanese regering volledige soevereiniteit en effectieve controle over de grenzen en het grondgebied van het land uitoefent op een wijze die de veiligheid van de staat en zijn burgers waarborgt;

    7.

    herhaalt zijn verzoek aan alle betrokken partijen om het werk te ondersteunen van het internationale tribunaal dat erop is gericht om degenen die aansprakelijk zijn voor de moord op voormalig premier Rafik Hariri en voor andere politieke moorden in Libanon, te berechten en dringt er bij Syrië op aan volledig met dit tribunaal samen te werken;

    8.

    dringt er bij de regering van Libanon op aan om alles in het werk te stellen om een einde te maken aan alle vormen van discriminatie gericht tegen de Palestijnse vluchtelingen; herhaalt zijn oproep aan de internationale gemeenschap om haar hulp te verhogen, teneinde een duurzame oplossing te vinden;

    9.

    roept Syrië op zich te onthouden van elke vorm van inmenging die een negatieve invloed kan hebben op de binnenlandse aangelegenheden van Libanon en een constructieve rol te spelen door te zoeken naar stabiliteit in het land; roept Iran en Syrië ertoe op om een constructieve rol te spelen; roept alle partijen op de resoluties 1559(2004) en 1701(2006) van de Veiligheidsraad van de VN na leven wat betreft de eerbiediging van de onafhankelijkheid, de soevereiniteit, de veiligheid en de stabiliteit van Libanon, en zich te schikken naar het verbod op de verkoop van wapens aan de gewapende milities;

    10.

    herhaalt zijn steun voor het vaste voornemen van de Europese Unie om Libanon bij zijn economische herstructurering te helpen; roept de Raad en de Commissie op inspanningen te blijven leveren om de wederopbouw en het economische herstel van Libanon te steunen alsook nauwer samen te werken met het maatschappelijk middenveld in het land, om de verdere democratisering van het land te bevorderen;

    11.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN, de secretaris-generaal van de Liga van Arabische Staten, de gezant van het Kwartet voor het Midden-Oosten, de voorzitter van de Euro-Mediterrane Parlementaire Vergadering, de regering en het Parlement van Libanon, de president en de regering van Syrië en de regering en het Parlement van Iran.


    (1)  PB C 38 E van, 12.2.2004, blz. 307.

    (2)  PB C 320 E van 15.12.2005, blz. 257.

    (3)  PB C 305 E van 14.12.2006, blz. 236.

    (4)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0350.

    (5)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0550.

    (6)  PB L 143 van 30.5.2006, blz. 2.

    (7)  PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111.


    Top