EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008IP0058

Globale richtsnoeren voor het economisch beleid (2008-2010)
Resolutie van het Europees Parlement van 20 februari 2008 betreffende de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (Deel: globale richtsnoeren voor het conomisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap): Lancering van de nieuwe cyclus (2008–2010) (COM(2007)0803 — 2007/2275(INI))

PB C 184E van 6.8.2009, p. 38–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 184/38


Woensdag, 20 februari 2008
Globale richtsnoeren voor het economisch beleid (2008-2010)

P6_TA(2008)0058

Resolutie van het Europees Parlement van 20 februari 2008 betreffende de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (Deel: globale richtsnoeren voor het conomisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap): Lancering van de nieuwe cyclus (2008–2010) (COM(2007)0803 — 2007/2275(INI))

2009/C 184 E/07

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie betreffende „Geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (2008-2010)” (COM(2007)0803, Deel V),

gezien de mededeling van de Commissie getiteld „Uitvoering van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid door de lidstaten en de regio's in het kader van het cohesiebeleid, 2007-2013” (COM(2007)0798),

gezien de 27 nationale hervormingsprogramma's voor Lissabon (NHP's) zoals gepresenteerd door de lidstaten,

gezien de conclusies van het voorzitterschap naar aanleiding van de bijeenkomsten van de Europese Raad in maart 2000, maart 2001 en maart 2005,

gezien de Geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (2005-2008) van de Commissie (COM(2005)0141) („de geïntegreerde richtsnoeren”),

gezien de mededeling van de Commissie getiteld „Strategisch verslag over de hernieuwde Lissabon-strategie voor groei en werkgelegenheid: Lancering van de nieuwe cyclus (2008-2010)” (COM(2007)0803),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 november 2007 over „De belangen van Europa: succes boeken in het tijdperk van globalisering” (1),

gelet op artikel 99, lid 2, van het EG-Verdrag,

gelet op de artikelen 107 en 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0029/2008),

A.

overwegende dat macro-economische stabiliteit wordt verzekerd door het uitvoeren van een verstandige mix van een aantal economische beleidsplannen, waarbij bedreigingen voor de stabiliteit niet alleen met macro-economische maatregelen moeten worden aangepakt maar ook met structurele hervormingen op de product-, arbeids- en kapitaalmarkten,

B.

overwegende dat nog meer moet gebeuren om de EU en de lidstaten op de globalisering voor te bereiden en de pijlers voor economisch succes en meer sociale samenhang op middellange- tot lange termijn te versterken,

C.

overwegende dat iedereen profijt kan trekken van de unieke concurrentievoordelen die door de uitbreiding van de EU zijn ontstaan en de verdere integratie ervan,

D.

overwegende dat het hebben van een gemeenschappelijke munt en een gemeenschappelijk monetair beleid, de integratie van economieën en de coördinatie van beleidsstrategieën een extra dimensie verleent die de betekenis van het eurogebied voor het creëren van economische groei en werkgelegenheid in de Europese Unie als geheel zou kunnen versterken,

E.

overwegende dat de geïntegreerde richtsnoeren een essentieel instrument op middellange termijn vormen voor de uitvoering van het macro-economisch beleid voor groei en werkgelegenheid van de EU en dat deze richtsnoeren voor een periode van drie jaar gelden,

F.

overwegende dat de Europese Unie en de lidstaten een macro-economisch en een micro-economisch beleid moeten uitvoeren dat erop is gericht om Europa voor investeerders en arbeiders aantrekkelijker te maken en kennis en innovatie ten behoeve van de economische groei te bevorderen,

G.

overwegende dat tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in het voorjaar van 2007, de Europese Unie zich heeft gecommitteerd aan kwantitatieve doelstellingen voor de reductie van broeikasgassen en een groter aandeel van duurzame energiebronnen voor 2020,

H.

overwegende dat met name de financiële-dienstensector van belang is, aangezien deze in tal van economische sectoren de voorwaarden voor ontwikkeling schept,

I.

overwegende dat beleid gericht op het vergroten van de investering in kennis en human resources en beleid ter versterking van de innovatiecapaciteit van de Europese economie de kern van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid vormt,

J.

overwegende dat de economische condities voor het omzetten van de creatieve energie van mensen in innovatieve economische resultaten — bijvoorbeeld nieuwe ideeën, hightechbedrijven en regionale ontwikkeling — onvoldoende zijn ontwikkeld en nog steeds gefragmenteerd zijn,

K.

overwegende dat in de context van versnelde globalisering het vergroten van de internationale consistentie van wettelijke bepalingen, waaronder een verplichting tot strenge milieu- en sociale normen, van doorslaggevend belang is,

L.

overwegende dat de stabiliteit en het vertrouwen in de Europese Unie alleen gerealiseerd kunnen worden wanneer consensus bestaat over wetgeving en voorschriften die een juiste afspiegeling van de werkelijkheid vormen,

M.

overwegende dat zonder de actieve betrokkenheid van alle burgers van de Europese Unie geen noemenswaardige vooruitgang kan worden geboekt met het creëren van een kennisgestuurde maatschappij,

Economisch kader

Zorgen voor groei en macro-economische stabiliteit

1.

verwelkomt het strategisch verslag van de Commissie waarin een beoordeling wordt gegeven van de uitvoering van de hernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid, met inbegrip van de geactualiseerde geïntegreerde richtsnoeren; ondersteunt de opvatting van de Raad dat de hernieuwde strategie op communautair niveau een meerwaarde moet bieden om de samenhang van de hervormingen te verbeteren en positieve neveneffecten maximaal te benutten en ervoor te zorgen dat de hervormingsagenda's van Lissabon effectief resulteren in meer en betere banen in de gehele Europese Unie;

2.

onderstreept nogmaals het belang van een krachtige uitvoering van de Lissabonstrategie en de geïntegreerde richtsnoeren, met nadruk op de onderlinge afhankelijkheid van economische, sociale en milieugerelateerde vooruitgang in de ontwikkeling van een dynamische en innovatieve duurzame economie;

3.

is van mening dat door de aanhoudende onzekerheid op de financiële markten de groeiende onevenwichtigheden, de stijgende effectieve vraag en de toenemende mondiale inflatiedruk de opstellers van het monetair beleid mogelijk voor aanzienlijke uitdagingen zullen worden gesteld; onderstreept dat een gezonde en stabiele macro-economische omgeving openbare financiën van hoge kwaliteit vereist met budgetten die verder geconsolideerd worden, evenals een intelligent beleid ten behoeve van particuliere investeringen en overheidsinvesteringen dat een toekomstgerichte infrastructuur biedt en de markten van morgen vandaag opent; roept op tot gecoördineerde actie voor het vergroten van de weerstand van de EU-economie;

4.

is ervan overtuigd dat een degelijk economisch beleid zou helpen het vertrouwen te versterken en de onzekerheid te midden van de huidige financiële onrust te verminderen; is van mening dat de Europese Unie voor 2008 haar groeipotentieel moet vergroten om werkgelegenheid te kunnen scheppen, vooral in het kader van haar uitbreiding tot 27 lidstaten;

5.

wijst erop dat in het belang van de macro-economische stabiliteit de stijging van de productiviteit hand in hand moet gaan met een eerlijker verdeling van de voordelen van de economische groei en een versterking van de sociale samenhang; vestigt, in verband hiermee, de aandacht op de oproep de inkomensstijging gelijke tred te laten houden met de productiviteitsgroei op middellange termijn;

6.

benadrukt dat de toenemende financiële onevenwichtigheden en de bovenmatige volatiliteit van de wisselkoersen evenals de kredietbeperking en de aanhoudende onzekerheid op de financiële markten de opstellers van het macro-economisch beleid en van het monetair beleid in het bijzonder voor aanzienlijke uitdagingen stellen;

7.

wijst erop dat meer aandacht moet worden gegeven aan het vergroten van de synergie tussen begrotingsbeleid, lonen en productiviteitsgroei, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de gevolgen van begrotingsbeleid voor macro-economische ontwikkelingen;

8.

is bezorgd over de hoge niveaus van de eurowisselkoers, die schadelijk zijn voor het concurrentievermogen van de Europese economie en de manoeuvreerruimte voor het monetair beleid beperken; steunt de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank bij de vaststelling van het monetaire beleid en benadrukt dat de appreciatie van de eurowisselkoers het gevolg is van stijgende onevenwichtigheden in derde landen en het gebrek aan interne vraag in het eurogebied;

9.

benadrukt de noodzaak van een degelijk fiscaal beleid als eerste voorwaarde voor duurzame groei en het scheppen van werkgelegenheid in elke lidstaat, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Verdrag en is van oordeel dat dit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de Europese Unie is; onderstreept het grote belang van efficiënte openbare financiën en is van mening dat in de meeste landen de consolidering van de openbare financiën kan bijdragen aan het handhaven van de houdbaarheid van de begroting op lange termijn en onderstreept het belang van modernisering van het openbaar bestuur als middel tot het verbeteren van de efficiency en effectiviteit van de openbare financiën;

Gezonde financiële markten

10.

wijst erop dat een goed-geïntegreerd financieel systeem de doelmatigheid van het monetair beleid kan verbeteren, in het bijzonder in de eurozone; is van oordeel dat de financiële markten een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de macro-economische en fiscale duurzaamheid; stelt voor om specifieke richtsnoeren ten aanzien van de financiële markten te bestuderen, gekoppeld aan een beter begrip van mogelijke verdere financiële crises en betere transparantie, verantwoordelijkheid en toezicht voor investeerders, markten en regelgevers;

11.

merkt op dat de aanpak op risicobasis die met betrekking tot kapitaalvereisten wordt gehanteerd, grensoverschrijdende kapitaalstromen bevordert die worden aangedreven door specifieke ondernemingsstrategieën van grote financiële groepen en de kleinere lidstaten voor een macro-economische uitdaging stelt; is er sterk van overtuigd dat effectief financieel toezicht en transparantie onmisbaar zijn voor het in toom houden van macro-economische onevenwichtigheden;

12.

benadrukt de onderlinge afhankelijkheid van de economieën van de lidstaten, vooral in het eurogebied; is van mening dat de geïntegreerde richtsnoeren een algemeen kader zouden moeten bieden voor een nauwere coördinatie van het economisch beleid, zodat de nationale hervormingsagenda's op elkaar kunnen worden afgestemd; is echter van mening dat daarbij een subtielere aanpak ten aanzien van convergentie moet worden gehanteerd, waarbij met economische diversiteit en afwijkende tradities rekening dient te worden gehouden, zodat het gemeenschappelijk EU-project brede steun geniet;

13.

is van opvatting dat, met inachtneming van financiële consolidatie, stimulering van particuliere investeringen en gemeenschappelijke initiatieven op het gebied van particuliere en publieke coöperatie, substantiële synergieën kan ontketenen, het vermogen van Europa om de bestaande uitdagingen op het gebied van wetenschap en onderzoek, transport en communicatie, energie en duurzaam milieu het hoofd te bieden kan verbeteren, en zal bijdragen aan een efficiëntie toewijzing van hulpbronnen in heel Europa;

Vorm geven aan de externe agenda

14.

benadrukt dat een gedereguleerd mondiaal financieel systeem zich onttrekt aan de rechtstreekse invloed van EU-beleid en het risico van financiële instabiliteit met zich kan brengen; benadrukt dat een homogene en coherente aanpak van regel- en wetgevers een onmisbare voorwaarde is om het tegengaan van de grensoverschrijdende spreiding van dit risico te compenseren; is van mening dat opnieuw moet worden gekeken naar het effect van het ondernemingsmodel en de invloed van multinationale financiële groepen op mondiale financiële markten;

15.

wijst erop dat de Europese Unie en de lidstaten een gedeelde verantwoordelijkheid hebben om de uitdagingen, kansen en onzekerheden aan te pakken waarmee burgers geconfronteerd worden als gevolg van globalisering; is ervan overtuigd dat voor de bevordering van het Europese concurrentievermogen in een wereld die op globalisering berust een verdere ontwikkeling van de externe dimensie van de interne markt noodzakelijk is; herinnert eraan dat de Europese Unie zich niet louter passief aan de globalisering aanpast, maar daarentegen aan de globalisering vorm zal geven; onderstreept het belang van een versterkte strategische samenwerking op internationaal niveau, met name door middel van de transatlantische betrekkingen, en samenwerking binnen krachtigere multilaterale organisaties door het uitdragen van de centrale beginselen van de Europese Unie — solidariteit, democratie, rechtstaat en naleving van de mensenrechten;

16.

roept ertoe op maatregelen te nemen om protectionisme zowel binnen als buiten de Europese Unie te bestrijden; benadrukt dat protectionisme de rechten van consumenten en burgers ondergraaft in plaats van beschermt;

Hernieuwde bedrijfsdynamiek

Meer coördineren van economisch beleid

17.

is van mening dat de Europese Unie tijdens multilaterale ronden van diverse multilaterale besprekingen zoals die van de WHO, het gemeenschappelijke standpunt zou moeten uitdragen dat de belangen van elke afzonderlijke lidstaat echt vertegenwoordigt;

Concentreren op prioritaire gebieden

18.

dringt bij de Commissie aan op de ontwikkeling van een consistent geïntegreerd beleid dat op duurzame ontwikkeling is gericht; is van mening dat duurzaam gebruik van hulpbronnen en versterking van de synergieën tussen milieubescherming en groei alsook verbetering van innovatieprestaties kunnen worden verwezenlijkt door de ontwikkeling en toepassing van milieuvriendelijke technologieën en de „vergroening” van overheidsopdrachten aan te moedigen, met bijzondere aandacht voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's);

19.

benadrukt de rol van op de markt gebaseerde instrumenten (MBIs) om de op de voorjaarszitting van de Europese Raad van 2007 vastgestelde streefcijfers te halen voor de transformatie van Europa in een energie-efficiënte en op duurzaamheid gebaseerde economie; is van mening dat de aanhoudende opwaartse druk op de energieprijzen en de opeenstapeling van bedreigingen voor het klimaat betekenen dat het van belang is verbeteringen in energie-efficiency te stimuleren als een bijdrage aan zowel groei als duurzame ontwikkeling; wijst erop dat EU-ondernemingen wat de ontwikkeling van hernieuwbare energietechnologieën betreft, tot de wereldleiders behoren;

20.

verwelkomt het voorstel van de Commissie om een „vijfde vrijheid” in te voeren, te weten onderzoek en innovatie — de vrijheid van kennis — als aanvulling op de vier vrijheden van verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal;

21.

is van mening dat in het kader van de stijgende voedselprijzen, die permanent lijken te zijn in plaats van cyclisch, de mechanismen van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) welke het aanbod beperken, herzien moeten worden; is ervan overtuigd dat het GLB een sleutelrol kan spelen bij het stabiliseren van de voedselprijzen;

22.

wijst nogmaals op de voordelen van een verschuiving van de fiscale druk van arbeid naar activiteiten die het milieu aantasten als een doeltreffende manier om zowel de milieu- als de werkgelegenheidsproblematiek aan te pakken en is van mening dat de druk op arbeid verminderd moet worden om meer banen te scheppen en de zwarte economie te bestrijden;

Versterken van de interne markt

23.

wijst erop dat het mislukken van voltooing van de interne markt te voltooien, de productiviteit van de EU lager is dan wat mogelijk zou moeten zijn en de EU daardoor niet in staat is de mogelijkheden die de wereldmarkt biedt volledig te benutten; is van mening dat de interne markt voor goederen betrekkelijk goed is geïntegreerd maar dat zowel de markt voor arbeid als voor diensten, waaronder financiële diensten, nog steeds tamelijk gefragmenteerd is; roept op tot een versnelde integratie van de dienstenmarkt door de overeengekomen voorschriften op een consistente en samenhangende wijze uit te voeren en te handhaven en de belemmeringen voor concurrentie en markttoegang weg te nemen; merkt op dat de levering van effectieve diensten van algemeen economisch belang tegen betaalbare prijzen, een belangrijke rol speelt in een competitieve en dynamische economie;

24.

benadrukt dat de implementatie van de vier vrijheden in de hele Europese Unie op dezelfde manier en in dezelfde mate uitgevoerd moet worden en dat de werking hiervan voortdurend gecontroleerd moet worden;

25.

benadrukt de noodzaak van het openstellen van de netwerkindustrieën voor concurrentie door te zorgen voor een „gelijk speelveld” en daadwerkelijke mededinging op markten die over heel Europa zijn geïntegreerd; is er in dit opzicht van overtuigd dat staatseigendom op de elektriciteits- en gasmarkten een van de belangrijkste elementen is die leidt tot verstoringen op Europees niveau, en dat de stimulans voor concurrentie op die markten verder moet worden verbeterd; is ervan overtuigd dat uitbreiding, verbetering en koppeling van Europese infrastructuurnetwerken — waarbij het zwaartepunt moet liggen op grensoverschrijdende projecten en interconnectie van „oud” en „nieuw” Europa — ertoe zou moeten bijdragen geschikte voorwaarden te creëren voor substantiële productiviteitsverbeteringen in de vervoer-, energie- en ICT-sector;

Bijdrage van het belastingbeleid aan de Lissabon-agenda

26.

wijst op de noodzaak van een gecoördineerd fiscaal raamwerk, dat gunstig moet zijn voor bedrijven, vooral voor KMO's, en dat afgestemd is op het hernieuwen van de groei en het genereren van werkgelegenheid;

27.

wijst erop dat, in termen van overheidsfinanciering, de Europese Unie belastingregelingen moet bevorderen, teneinde de oprichting van nieuwe bedrijven en technologische innovatie aan te moedigen; merkt op dat dit gepaard kan gaan met, onder meer, een verlaging van de belastingen die de efficiëntie en het scheppen van banen ondermijnen, vooral geldt specifieke sociale groepen zoals vrouwen, langdurig werklozen en ouderen;

Investeren in mensen en moderniseren van arbeidsmarkten

Ondernemerschap en creativiteit

28.

is ervan overtuigd dat het bevorderen van een cultuur van ondernemerschap en het creëren van een goed ondernemingsklimaat voor KMO's niet mogelijk is zonder dat het bestuurssysteem van een institutioneel kader voor innovatie wordt gestroomlijnd en wordt ondersteund door een efficiënt financieringssysteem dat gedurende alle fasen van het innovatieproces — van het uitwerken van een idee tot de uitvoering op ondernemingsniveau — voor financiële middelen zorgt; wijst erop dat het formuleren van structuurbeleid op flexibele wijze moet gebeuren, teneinde ruimte te bieden voor creatieve zelfexpressie en een vruchtbaar gebruik van creatieve ideeën te bevorderen;

29.

heeft de vaste overtuiging dat betere regelgeving en het implementeren van ambitieuze doelstellingen voor het verminderen van de lasten die voortvloeien uit nieuwe EU-wetgeving, bijdragen aan een meer competitief ondernemersklimaat en particuliere initiatieven aanmoedigt; roept de lidstaten op om net zo ambitieuze doelstellingen te formuleren die voortvloeien uit alle niveaus van nationale wetgeving; wijst erop dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan het versterken van de efficiency van de institutionele en administratieve capaciteit van de lidstaten;

Levensbenadering

30.

is van mening dat een actief arbeidsmarktbeleid een beleid gericht op „flexizekerheid” moet combineren met nieuwe vormen van zekerheid, met inbegrip van het motiveren van mensen om actief naar werk te zoeken en beter te anticiperen op veranderingen, waaronder economische herstructurering, en daar positief mee om te gaan, teneinde de sociale uitsluiting tot een minimum te beperken en het aanpassingsvermogen te bevorderen; is ervan overtuigd dat bijzondere aandacht moet worden gericht op het zoeken naar effectiever manieren om burgers te bereiken en beter aan hun verwachtingen te beantwoorden en op hun behoeften in te spelen;

31.

is van mening dat de levensloopbenadering dusdanig moet worden ontwikkeld dat demografische uitdagingen, waaronder de modernisering van pensioenstelsels, actief tegemoet worden getreden, teneinde financiële, economische en sociale duurzaamheid te verzekeren;

32.

is ervan overtuigd dat onderwijs een van de bepalende factoren is voor groeipotentieel op lange termijn en een effectief instrument vormt om armoede en uitsluiting te bestrijden en mensen in staat stelt hun levensstandaard te verbeteren; adviseert de Europese Unie en de lidstaten effectievere maatregelen in te voeren om meer in onderwijs te investeren en de toegang tot onderwijs en scholing voor iedereen te verbeteren;

33.

is van mening dat, teneinde de participatie te vergroten in permanente opleiding op de werkplek gedurende het hele leven, met name waar het laaggeschoolde of oudere werknemers betreft, efficiënte strategieën voor „levenslang leren” een tegenwicht kunnen vormen voor de negatieve effecten van de vergrijzende Europese beroepsbevolking; is echter van mening dat een vastbesloten poging moet worden ondernomen om de basisvaardigheden van jongeren te vergroten, het voortijdig verlaten van school en de onderontwikkeling van vaardigheden in het algemeen drastisch te beperken, en de sociale integratie en de integratie op de arbeidsmarkt van migranten en gehandicapten te verbeteren, vooral door de ontwikkeling van vaardigheden te stimuleren;

Immigratiebeleid

34.

is er vast van overtuigd dat gezien het tekort aan geschoolde arbeidskrachten en de eisen van de arbeidsmarkt een effectief immigratiebeleid moet worden overwogen; is van mening dat de verdere ontwikkeling van een omvattend Europees migratiebeleid als aanvulling op het beleid van de lidstaten, nog steeds een hoofdprioriteit is, om in een nieuw tijdperk van globalisering de uitdaging te kunnen aangaan die door migratie wordt gesteld en in te kunnen spelen op de mogelijkheden die hierdoor ontstaan;

35.

is van mening dat het bevorderen van groei en samenwerking met derde landen en meer economische openheid van de Europese Unie nog steeds onmisbaar is voor het in goede banen leiden van de migratiestromen en het bestrijden van de oorzaken en de faciliteerders van illegale immigratie; erkent dat de Europese Unie dringend behoefte heeft aan een coherent beleid voor legale (bij voorbeeld economische) migratie;

Economisch bestuur verbeteren

36.

is ingenomen met de landenverslagen die zijn opgesteld door de Commissie; roept echter op tot een meer systematische aanpak die zowel successen als tekortkomingen benadrukt; steunt het voorstel van de Commissie om bepaalde „aandachtspunten” te introduceren als onderdeel van multilateraal toezicht en een kans om respons op nationaal beleidsniveau te verbeteren; erkent dat de rol van het regionaal niveau in het zorgen voor groei en banen moet worden uitgebreid, zoals wordt erkend in de nieuwe generatie programma's van het cohesiebeleid met betrekking tot de periode 2007-2013;

37.

betreurt het dat de Lissabonstrategie in het nationale beleid van veel lidstaten nog steeds weinig zichtbaar is; is van mening dat de mobilisatie van alle economische belanghebbenden essentieel is om te zorgen voor de effectieve invoering ervan; is er vooral van overtuigd dat een grotere betrokkenheid van de sociale partners, nationale parlementen, regionale en lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld de resultaten van de Lissabonstrategie zullen verbeteren en het publieke debat over gepaste hervormingen zal vergroten; steunt het voorstel van de Commissie aan de lidstaten om de samenwerking met nationale en regionale parlementen te verdiepen en daarbij te zorgen voor jaarlijkse debatten over de invoering van hun NHP's;

38.

Verzoekt de Raad rekening te houden met de volgende wijzigingen:

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

WIJZIGINGEN VAN HET PARLEMENT

Wijziging 1

Richtsnoer nr. 1

Richtsnoer nr. 1: Om te zorgen voor op duurzame groei gerichte economische stabiliteit

Richtsnoer nr. 1: Om te zorgen voor op duurzame groei gerichte economische stabiliteit , sociale integratie en meer werkgelegenheid in een mondiale omgeving

1.

moeten de lidstaten, overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact, hun middellangetermijn-begrotingsdoelstellingen in acht nemen. Zolang dit doel nog niet is gehaald, moeten zij de daartoe benodigde corrigerende maatregelen nemen. De lidstaten dienen zich te onthouden van een procyclisch begrotingsbeleid. Daarnaast is het nodig dat de lidstaten met een buitensporig tekort effectieve maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat dit buitensporige tekort op korte termijn gecorrigeerd wordt.

1.

moeten de lidstaten, overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact, hun middellangetermijn-begrotingsdoelstellingen in acht nemen. Zolang dit doel nog niet is gehaald, moeten zij de daartoe benodigde corrigerende maatregelen nemen en zorgen voor modernisering van het overheidsapparaat en consolidatie van de overheidsfinanciën . Daarnaast is het nodig dat de lidstaten met een buitensporig tekort effectieve maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat dit buitensporige tekort op korte termijn gecorrigeerd wordt.

2.

Lidstaten die een tekort op hun lopende rekening hebben dat onhoudbaar zou kunnen worden, moeten deze situatie corrigeren door middel van structurele hervormingen om hun externe concurrentievermogen te verbeteren en door, in voorkomend geval, bij te dragen tot correcties van de situatie door middel van budgettair beleid.

2.

Lidstaten die een tekort op hun lopende rekening hebben dat onhoudbaar zou kunnen worden, moeten deze situatie corrigeren door middel van structurele hervormingen om hun externe concurrentievermogen te verbeteren en door, in voorkomend geval, bij te dragen tot correcties van de situatie door middel van budgettair beleid, alook door de resultaten van de economische groei te consolideren en te concentreren op betere synergieën tussen het budgettair beleid en de productiviteitsgroei .

 

2 bis.

In het belang van de stabiliteit moeten de lidstaten de verantwoordelijkheid voor de bestrijding van het inflatiegevaar niet uitsluitend bij het monetaire beleid leggen, met name in de huidige situatie van hoge wisselkoersen. De lidstaten moeten bij de inflatiebestrijding alle andere beleidsmaatregelen inschakelen die hiertoe kunnen bijdragen.

 

2 ter.

De lidstaten zouden de veerkracht van de Europese economie moeten versterken door de externe dimensie van de interne markt te ontwikkelen teneinde problemen in verband met toenemende onevenwichtigheden in de wereld op te lossen.

 

2 quater.

Als gevolg van de recente turbulentie op de financiële markten moeten de nodige maatregelen worden genomen om een krimping van het kredietaanbod („credit crunch”) te voorkomen en het vertrouwen in de financiële markten te herstellen, om ervoor te zorgen dat de investeringsnoden van de openbare en particuliere sector gedekt zijn.

Wijziging 2

Richtsnoer nr. 2

Richtsnoer nr. 2: Om houdbare economische situaties en begrotingssituaties als basis voor meer werkgelegenheid te waarborgen

Richtsnoer nr. 2: Om houdbare economische situaties en begrotingssituaties als basis voor betere groeiperspectieven te waarborgen

moeten de lidstaten, met het oog op de verwachte kosten van de vergrijzing,

moeten de lidstaten, met het oog op de verwachte demografische problemen in de toekomst ,

1.

in een bevredigend tempo tot schuldreductie komen om de openbare financiën te versterken;

1.

de pensioen-, socialezekerheids- en gezondheidszorgstelsels hervormen en versterken zodat zij financieel levensvatbaar, duurzaam , sociaal adequaat en toegankelijk blijven, en;

2.

de pensioen-, socialezekerheids- en gezondheidszorgstelsels hervormen en versterken zodat zij financieel levensvatbaar, sociaal adequaat en toegankelijk blijven, en;

2.

in een bevredigend tempo tot reductie van de overheidsschuld te komen en tegelijkertijd het schuldenbeheer verbeteren teneinde de openbare financiën te versterken;

3.

maatregelen treffen om de participatiegraad en het arbeidsaanbod te vergroten, met name onder vrouwen, jongeren en ouderen, en een levensloopbeleid bevorderen om het aantal gewerkte uren in de economie te doen stijgen.

3.

maatregelen treffen om de participatiegraad en het arbeidsaanbod te vergroten, met name onder vrouwen, jongeren en ouderen, en een levensloopbeleid te bevorderen om het aantal gewerkte uren in de economie te doen stijgen; en

 

3 bis.

uitvoering geven aan de „vijfde vrijheid”: kennis en bevordering van nieuwe vaardigheden; het mogelijk maken van „levenslang leren” voor iedereen en modernisering van de infrastructuren voor onderzoek, onderwijs en training.

Wijziging 3

Richtsnoer nr. 3

Richtsnoer nr. 3: Om een efficiënte, op groei en werkgelegenheid gerichte allocatie van productiemiddelen te bevorderen

Richtsnoer nr. 3: Om een efficiënte, op groei en werkgelegenheid gerichte allocatie van productiemiddelen te bevorderen en het vertrouwen in de economie te versterken

moeten de lidstaten, onverminderd de richtsnoeren betreffende economische stabiliteit en duurzaamheid, de samenstelling van de overheidsuitgaven overeenkomstig de Lissabon-strategie ombuigen naar groeibevorderende uitgavencategorieën, fiscale structuren zodanig aanpassen dat het groeipotentieel wordt versterkt, en de mechanismen invoeren die nodig zijn voor het beoordelen van de relatie tussen overheidsuitgaven en het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen, alsook toezien op de algemene samenhang van pakketten hervormingsmaatregelen.

moeten de lidstaten, onverminderd de richtsnoeren betreffende economische stabiliteit en duurzaamheid, de samenstelling van de overheidsuitgaven overeenkomstig de Lissabon-strategie ombuigen naar groeibevorderende uitgavencategorieën, fiscale strucuren zodanig aanpassen dat het groeipotentieel wordt versterkt, waarbij groei van productiviteit wordt aangemoedigd , en de mechanismen invoeren die nodig zijn voor het beoordelen van de relatie tussen overheidsuitgaven en het verwezenlijken van beleids-doelstellingen, zoals de investeringen in hoge kwaliteit in de doelstellingen van Lissabon, alsook toezien op de algemene samenhang van pakketten hervormingsmaatregelen.

Wijziging 4

Richtsnoer nr. 4

Richtsnoer nr. 4: Om ervoor te zorgen dat de loonontwikkelingen bijdragen tot macro-economische stabiliteit en groei

Richtsnoer nr. 4: Om ervoor te zorgen dat de loonontwikkelingen bijdragen tot macro-economische stabiliteit en groei

en om het aanpassingvermogen van de economie te vergroten, moeten de lidstaten de juiste randvoorwaarden voor loononderhandelingen bevorderen zonder afbreuk te doen aan de rol van de sociale partners, ten einde de ontwikkeling van de nominale lonen en de arbeidskosten in overeenstemming te brengen met de prijsstabiliteit en met de trendmatige ontwikkeling van de productiviteit op de middellange termijn, rekening houdend met de verschillen die er bestaan in vaardigheden en de locale arbeidsmarktvoorwaarden.

en om het aanpassingvermogen van de economie te vergroten, moeten de lidstaten de juiste randvoorwaarden voor loononderhandelingen bevorderen zonder afbreuk te doen aan de rol van de sociale partners, ten einde de ontwikkeling van de nominale lonen en de arbeidskosten in overeenstemming te brengen met de prijsstabiliteit en met de trendmatige ontwikkeling van de productiviteit op de middellange termijn, met name rekening houdend met professionals in de sector van de financiële markten, en met de verschillen die er bestaan in vaardigheden en de locale arbeidsmarktvoorwaarden.

Wijziging 5

Richtsnoer nr. 5

Richtsnoer 5: Om meer samenhang tussen macro-economisch beleid, structuurbeleid en werkgelegenheidsbeleid te bevorderen

Richtsnoer 5: Om meer samenhang tussen macro-economisch beleid, structuurbeleid en werkgelegenheidsbeleid te bevorderen

 

moeten de lidstaten:

1.

de coördinatie van het economische beleid versterken om de nationale hervormingen op elkaar aan te laten sluiten, zonder daarbij de economische diversiteit en de verschillende tradities uit het oog te verliezen,

moeten de lidstaten op de arbeidsmarkt en de productmarkt hervormingen doorvoeren die tegelijkertijd het groeipotentieel verhogen en het macro-economisch kader ondersteunen door middel van het vergroten van de flexibiliteit, de mobiliteit van productiefactoren en het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt en de productmarkten ten aanzien van mondialisering, technologische vooruitgang, vraagverschuivingen en conjunctuurschommelingen. Meer in het bijzonder zouden de lidstaten de hervorming van belasting- en uitkeringsstelsels een nieuwe impuls moeten geven om prikkels te verbeteren en werken lonend te maken; voorts moeten zij het aanpassingsvermogen van arbeidsmarkten verbeteren door arbeidsflexibiliteit en werkzekerheid te combineren en de inzetbaarheid te vergroten door in menselijk kapitaal te investeren.

2.

op de arbeidsmarkt en de productmarkt hervormingen door voeren die tegelijkertijd het groeipotentieel verhogen en en het macro-economisch kader ondersteunen door het waarborgen van de flexibiliteit met nieuwe vormen van zekerheid , de mobiliteit van productiefactoren en het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt en de productmarkten ten aanzien van mondialisering, technologische vooruitgang, vraagverschuivingen en conjunctuur-schommelingen. Meer in het bijzonder zouden de lidstaten de hervorming van belasting- en uitkeringsstelsels een nieuwe impuls moeten geven om prikkels te verbeteren en werken lonend te maken; voorts moeten zij het aanpassingsvermogen van arbeidsmarkten verbeteren door arbeidsflexibiliteit en werkzekerheid te combineren en de inzetbaarheid te vergroten door in menselijk kapitaal te investeren,

 

3.

bijzondere aandacht besteden aan het verbeteren van de institutionele en de administratieve doelmatigheid; en

 

4.

een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een algemeen EU-beleid inzake immigratie, met inbegrip van criteria en procedures voor economische migratie die zijn afgestemd op de eisen van de arbeidsmarkt.

Wijziging 6

Richtsnoer nr. 6

Richtsnoer 6: Om een bijdrage te leveren aan een dynamische en goed functionerende EMU, moeten de lidstaten zorgen voor een betere coördinatie van hun economisch en budgettair beleid, en dienen zij in het bijzonder:

Richtsnoer 6: Om een bijdrage te leveren aan een dynamische en goed functionerende EMU, moeten de lidstaten zorgen voor een betere coördinatie van hun economisch en budgettair beleid, en dienen zij in het bijzonder:

 

-1.

positieve neveneffecten van hervormingen te maximaliseren, aangezien het delen van een gemeenschappelijke munt en een gemeenschappelijk monetair beleid een extra dimensie geven aan coördinatie ;

1.

bijzondere aandacht te schenken aan de budgettaire houdbaarheid van hun openbare financiën met volledige inachtneming van het stabiliteits- en groeipact;

1.

bijzondere aandacht te schenken aan de budgettaire houdbaarheid van hun openbare financiën met volledige inachtneming van het stabiliteits- en groeipact;

2.

bij te dragen tot een beleidsmix die het economische herstel ondersteunt en verenigbaar is met prijsstabiliteit en daardoor het ondernemers- en het consumentenvertrouwen op korte termijn versterkt, maar die tevens verenigbaar is met duurzame groei op middellange termijn;

2.

bij te dragen tot een beleidsmix die het economische herstel ondersteunt en verenigbaar is met prijsstabiliteit en daardoor het ondernemers- en het consumentenvertrouwen op korte termijn versterkt, maar die tevens verenigbaar is met duurzame groei op middellange termijn;

3.

voort te gaan met structurele hervormingen die de potentiële groei van de eurozone op lange termijn doen toenemen en zullen leiden tot verbetering van zijn productiviteit, zijn concurrentievermogen en de aanpassing van zijn economie aan asymmetrische schokken, met bijzondere aandacht voor het werkgelegenheidsbeleid, en

3.

voort te gaan met structurele hervormingen en de investeringsprioriteiten overeenkomstig de doelstellingen van Lissabon, die de potentiële groei van de eurozone op lange termijn doen toenemen en zullen leiden tot verbetering van zijn productiviteit, zijn concurrentievermogen en de aanpassing van zijn economie aan asymmetrische schokken, met bijzondere aandacht voor het werkgelegenheidsbeleid, en

4.

ervoor te zorgen dat de invloed van de eurozone op het mondiale economische systeem in verhouding staat tot zijn economische gewicht.

4.

ervoor te zorgen dat de invloed van de EU en de eurozone op het mondiale economische systeem in verhouding staat tot hun economische gewicht.

Wijziging 7

Richtsnoer nr. 7, inleidende formule en paragrafen 1, 2 en 3

Richtsnoer nr. 7: Om de investeringen in O&O te verhogen en te verbeteren, in het bijzonder in de particuliere sector, wordt de overkoepelende doelstelling, 3 % BBP aan investeringen in 2010, met een juiste verdeling tussen particuliere en publieke investeringen, bevestigd; de lidstaten zullen specifieke tussenniveaus bepalen. De lidstaten dienen de ontwikkeling voort te zetten van een maatregelenmix ter bevordering van O&O, en in het bijzonder O&O van bedrijven , door:

Richtsnoer nr. 7: Om de investeringen in O&O te verhogen en te verbeteren, in het bijzonder in de particuliere sector, en ook om een ondernemerscultuur te bevorderen en particulier initiatief aan te moedigen, wordt de overkoepelende doelstelling, 3 % BBP aan investeringen in 2010, met een juiste verdeling tussen particuliere en publieke investeringen, bevestigd; de lidstaten zullen specifieke tussenniveaus bepalen. De lidstaten dienen de ontwikkeling voort te zetten van een maatregelenmix ter bevordering van de modernisering van de economie en alle vormen van innovatie, door de :

1.

betere randvoorwaarden en door te zorgen voor een aantrekkelijk bedrijfsklimaat met voldoende mededinging;

1.

ontwikkeling van marktgerichte instellingen en betere randvoorwaarden om ervoor te zorgen dat bedrijven opereren in een bedrijfsklimaat met voldoende mededinging en profiteren van de tenuitvoerlegging van innovaties ;

2.

de publieke O&O-uitgaven effectiever en efficiënter te maken en POP's te ontwikkelen ;

 

3.

ontwikkeling en versterking van de expertisecentra van onderwijs- en onderzoeksinstellingen in de lidstaten, alsmede, in voorkomend geval, oprichting van nieuwe expertisecentra, en verbetering van de samenwerking en de technologieoverdracht tussen publieke onderzoeksinstellingen en particuliere ondernemingen ;

 

 

3 bis.

de decentralisatie van industriële onderzoeksinstellingen aan te moedigen, met het oog op hun toekomstige aansluiting bij onderwijsinstellingen, en de diversiteit aan verschillende onderzoeksculturen te bestuderen ;

Wijziging 8

Richtsnoer 11, paragrafen 4 bis en 4 ter (nieuw)

 

4 bis.

de verplichtingen nakomen die zij op de Voorjaarszitting 2007 van de Europese Raad op zich hebben genomen om oplossingen te vinden voor de uitdagingen op het gebied van energie en milieu; en

 

4 ter.

in het licht van de stijging van de voedselprijzen, die niet van cyclische aard schijnt te zijn maar een blijvend verschijnsel lijkt, zorg te dragen voor een herziening van de mechanismen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid die het aanbod beperken.

Wijziging 9

Richtsnoer nr. 12

Richtsnoer nr. 12: De interne markt uitbreiden en verdiepen. Hiertoe moeten de lidstaten:

Richtsnoer nr. 12: De interne markt uitbreiden en verdiepen en zorgen voor open en concurrerende markten . Hiertoe moeten de lidstaten:

1.

de omzetting van de internemarktrichtlijnen bespoedigen;

1.

de omzetting van de internemarktrichtlijnen bespoedigen en de resterende belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteiten wegnemen ;

2.

prioriteit verlenen aan strengere en efficiëntere handhaving van de internemarktwetgeving;

2.

prioriteit verlenen aan strengere en efficiëntere handhaving van de internemarktwetgeving;

3.

de resterende belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteiten wegnemen;

3.

de resterende belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteiten wegnemen;

4.

Europese regelgeving betreffende de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten effectief toepassen;

4.

Europese regelgeving betreffende de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten effectief toepassen;

5.

een volledig operationele interne markt voor diensten bevorderen met behoud van het Europees sociaal model, en

5.

een volledig operationele interne markt voor diensten bevorderen en zorgen voor universele, toegankelijke en duurzame openbare diensten met betaalbare prijzen en normen gericht op een hoge kwalitiet voor allen, met behoud van het Europees sociaal model, en

6.

de integratie van de financiële markten bespoedigen door een consistente en coherente uitvoering en toepassing van het Actieplan financiële diensten.

6.

de integratie van een dienstenmarkt, met inbegrip van financiële diensten, bespoedigen , door een coherente uitvoering van de interne-marktwetgeving en toepassing van het Actieplan financiële diensten, daarbij zorgend voor een verbetering van transparantie, verantwoordelijkheid en toezicht op investeerders, markten en reguleerders ten aanzien van zowel alternatieve als niet-alternatieve investeringsactiviteiten van de financiële markten;

 

6 bis.

bij te dragen aan de ontwikkeling van een evenwichtige benadering ten aanzien van het reguleren van de grensoverschrijdende spreiding van financiële risico's;

 

6 ter.

passende voorwaarden opstellen voor de verbetering van de efficiëntie van hulpbronnengebruik in de infrastructuur voor vervoer en energie, met de nadruk op grensoverschrijdende trajecten, perifere regio's en de verbindingen tussen de „oude” en „nieuwe” lidstaten; en

 

6 quater.

op internationaal vlak een vooraanstaande rol te spelen ten aanzien van kwesties van crisisbeheer en de verbetering van de huidige globale toezichtregelingen.

Wijziging 10

Richtsnoer nr. 13, paragraaf 6 bis (nieuw)

 

6 bis.

de voltooiing van een transatlantische markt;

*

* *

39.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commisie, en aan de regeringen en parlementen van de lidstaten;


(1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0533.


Top