This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52008XC0613(02)
Notice of initiation of an anti-dumping proceeding concerning imports of biodiesel originating in the United States of America
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika
PB C 147 van 13.6.2008, p. 5–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.6.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 147/5 |
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika
(2008/C 147/04)
De Commissie heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”) (1), volgens welke de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika.
1. Klacht
De klacht werd op 29 april 2008 ingediend door de European Biodiesel Board („de klager”) namens producenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 25 %, van de totale productie van biodiesel in de Gemeenschap voor hun rekening nemen.
2. Product
De klacht heeft betrekking op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong (beter bekend als „biodiesel”), in ongemengde vorm of als bijmengsel, voornamelijk doch niet uitsluitend gebruikt als hernieuwbare brandstof, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika („het betrokken product”), die doorgaans worden aangegeven onder de GN-codes 3824 90 91, ex 3824 90 97, ex 2710 19 41, ex 1516 20 98, ex 1518 00 91 en ex 1518 00 99. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
3. Bewering dat er sprake is van dumping
Met betrekking tot de Verenigde Staten van Amerika is de bewering dat er van dumping sprake is, gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, vastgesteld op grond van de binnenlandse prijzen, met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Gemeenschap.
De aldus vastgestelde dumpingmarge is aanzienlijk.
4. Bewering dat er sprake is van schade
De klager heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit de Verenigde Staten van Amerika in absolute cijfers en wat het marktaandeel betreft is gestegen.
Beweerd wordt dat de hoeveelheden en de prijzen van het ingevoerde betrokken product naast andere gevolgen ook een ongunstig effect hebben op het marktaandeel en het prijspeil van de bedrijfstak van de Gemeenschap, wat leidt tot aanzienlijke nadelen voor de algemene prestaties en de financiële situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap.
Voorts wordt beweerd dat de oneerlijke concurrentie uit de Verenigde Staten van Amerika leidt tot een aanmerkelijke vertraging van de vestiging van een bedrijfstak van de Gemeenschap die in een zeer vroeg stadium van ontwikkeling verkeert.
5. Procedure
Daar de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.
5.1. Procedure voor de vaststelling van dumping en schade
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product uit de Verenigde Staten van Amerika met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade is ontstaan.
a) Steekproeven
Daar kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening gebruikmaken van steekproeven.
i) Steekproef van producenten/exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), genoemde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze contact met de Commissie op te nemen en haar de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon; |
— |
de hoeveelheid (in metrieke ton) van het betrokken product (2) die in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008 naar de Gemeenschap is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta; |
— |
de hoeveelheid (in metrieke ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van deze verkoop in plaatselijke valuta; |
— |
een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming in verband met het betrokken product (vermeld met name of uw onderneming biodiesel produceert en/of bijmengt); |
— |
de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het betrokken product; |
— |
alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn. |
Door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het land van uitvoer en met alle bekende verenigingen van producenten/exporteurs.
Aangezien een onderneming niet zeker kan zijn dat ze in de steekproef wordt opgenomen, wordt producenten/exporteurs die op grond van artikel 17, lid 3, van de basisverordening voor een individuele dumpingmarge in aanmerking wensen te komen, aangeraden binnen de in punt 6, onder a) i), van dit bericht vermelde termijn een vragenlijst aan te vragen en deze binnen de in punt 6, onder a) ii), eerste alinea, van dit bericht vermelde termijn in te dienen. Zie echter ook de laatste zin van punt 5.1, onder b), van dit bericht.
ii) Steekproef van importeurs
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), genoemde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze contact met de Commissie op te nemen en haar de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon; |
— |
de totale omzet van de onderneming in euro's in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008; |
— |
het totaal aantal werknemers; |
— |
een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product; |
— |
de hoeveelheid (in metrieke ton) van het betrokken product van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika die in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008 in de Gemeenschap is ingevoerd en verkocht en de waarde van deze invoer en verkoop in euro's; |
— |
de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product; |
— |
alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn. |
Door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met bekende organisaties van importeurs.
iii) Steekproef van producenten in de Gemeenschap
Aangezien een groot aantal communautaire producenten de klacht steunt, is de Commissie voornemens bij het schadeonderzoek gebruik te maken van een steekproef.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle communautaire producenten, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon; |
— |
de totale omzet van de onderneming in euro's in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008; |
— |
een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming in verband met het betrokken product (vermeld met name of uw onderneming biodiesel produceert en/of bijmengt); |
— |
de waarde (in euro's) van de verkoop van het betrokken product (2) in de Gemeenschap in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008; |
— |
de hoeveelheid (in metrieke ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008 in de Gemeenschap is verkocht; |
— |
de hoeveelheid (in metrieke ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008 is vervaardigd; |
— |
de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product; |
— |
alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn. |
Door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.
iv) Definitieve samenstelling van de steekproeven
Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproeven van nut kan zijn, moet binnen de in punt 6, onder b) ii), vermelde termijn worden ingediend.
De Commissie zal de steekproeven pas definitief samenstellen na raadpleging van alle partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproeven te worden opgenomen.
De in de steekproeven opgenomen ondernemingen moeten binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en moeten medewerking bij het onderzoek verlenen.
Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokken partij minder gunstig zijn (zie punt 8).
b) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Gemeenschap, aan alle verenigingen van producenten in de Gemeenschap, aan de in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika, aan alle verenigingen van producenten/exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan alle bekende verenigingen van importeurs en aan de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer.
Producenten/exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika die, overeenkomstig artikel 17, lid 3, en artikel 9, lid 6, van de basisverordening, voor een individuele dumpingmarge in aanmerking wensen te komen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder a) ii), vermelde termijn ingevuld terugsturen. Deze vragenlijst moet daarom binnen de in punt 6, onder a) i), vermelde termijn worden aangevraagd. Ook als de Commissie van een steekproef van producenten/exporteurs gebruikmaakt, kan zij besluiten geen individuele dumpingmarges te berekenen, omdat individuele onderzoeken bij een groot aantal producenten/exporteurs zoveel werk kunnen meebrengen dat een tijdige voltooiing van het onderzoek niet mogelijk is.
c) Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie
Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde termijn ontvangen.
Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn worden ingediend.
5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap
Wanneer komt vast te staan dat er inderdaad sprake is van dumping en dat hierdoor schade geleden is, zal in overeenstemming met artikel 21 van de basisverordening een besluit worden genomen over de vraag of de vaststelling van antidumpingmaatregelen niet indruist tegen het belang van de Gemeenschap. Daarom kan de Commissie vragenlijsten toesturen aan de bekende bedrijfstak van de Gemeenschap, importeurs, hun representatieve verenigingen, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties. Deze partijen, ook die welke bij de Commissie niet bekend zijn, kunnen, mits zij aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde algemene termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn om een mondeling onderhoud verzoeken onder opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
6. Termijnen
a) Algemene termijnen
i) Om een vragenlijst aan te vragen
Vragenlijsten dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen vijftien dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te worden aangevraagd.
ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere informatie verstrekken. Alle bij deze procedure betrokken producenten/exporteurs die een aanvraag voor individueel onderzoek willen indienen overeenkomstig artikel 17, lid 3, van de basisverordening moeten, tenzij anders vermeld, binnen veertig dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hun antwoorden op de vragenlijst verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.
Ondernemingen die in een steekproef zijn opgenomen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn ingevuld terugsturen.
iii) Mondeling onderhoud
Binnen dezelfde termijn van veertig dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
b) Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef
i) |
de Commissie moet de in punt 5.1, onder a) i), ii) en iii), bedoelde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben ontvangen, daar zij de ondernemingen die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen; |
ii) |
alle andere informatie die voor het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn, als bedoeld in punt 5.1, onder a) iv), moet uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen; |
iii) |
de antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen. |
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragenlijsten en correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (4) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat H |
Kamer: J-79 4/23 |
B-1049 Brussel |
Fax (32-2) 295 65 05 |
8. Niet-medewerking
Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies, zowel in positieve als in negatieve zin, worden getrokken.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.
9. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.
10. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).
11. Hoorder
Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de hoorder van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de hoorder op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade).
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) Bij het betrokken product gaat het om biodiesel in ongemengde vorm of als bijmengsel. Voor biodiesel als bijmengsel moet alleen het percentage biodiesel worden opgegeven, bv. 100 ton gemengd product, bestaande uit 50 % biodiesel en 50 % minerale diesel, moet worden opgegeven als een verkoop van 50 ton van het betrokken product.
(3) Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).
(4) Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).
(5) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.