This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CN0100
Case C-100/08: Action brought on 3 March 2008 — Commission of the European Communities v Kingdom of Belgium
Zaak C-100/08: Beroep ingesteld op 3 maart 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België
Zaak C-100/08: Beroep ingesteld op 3 maart 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België
PB C 128 van 24.5.2008, p. 22–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 128/22 |
Beroep ingesteld op 3 maart 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België
(Zaak C-100/08)
(2008/C 128/40)
Procestaal: Nederlands
Partijen
Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: S. Pardo Quintillan en R. Troosters, gemachtigden)
Verweerder: Koninkrijk België
Conclusies
1. |
Vast te stellen dat het Koninkrijk België,
de krachtens artikel 28 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen. |
2. |
Het Koninkrijk België in de kosten te verwijzen. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse gewest en het koninklijk besluit van 26 oktober 2001 houdende de maatregelen inzake de invoer, de uitvoer en de doorvoer van bepaalde wilde, niet-inheemse vogelsoorten, bevatten regels die (1) de invoer, het houden en de verkoop van in gevangenschap geboren en gekweekte exemplaren van vogels, die legaal op de markt zijn gebracht in andere lidstaten, aan beperkende voorwaarden onderwerpt, en die (2) handelaars de mogelijkheid ontzegt uitzonderingen te verkrijgen op het verbod tot het houden van inheemse Europese vogels, die legaal op de markt zijn gebracht in andere lidstaten.
De Commissie is van oordeel dat deze beperkingen maatregelen zijn van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen en daarom principieel verboden zijn op grond van artikel 28 EG. Inderdaad, enerzijds leiden de voorwaarden die de Belgische wetgeving oplegt ertoe dat de presentatie van exemplaren van vogels, die legaal op de markt zijn gebracht in andere lidstaten, moet worden veranderd, en anderzijds wordt het handelsverkeer evenzeer belemmerd door het verbod voor handelaars om bepaalde vogels te houden, die legaal op de markt zijn gebracht in andere lidstaten.
De Commissie sluit in abstracto niet uit dat bepaalde handelsbelemmeringen in deze context op basis van artikel 30 EG gerechtvaardigd zouden kunnen worden op grond van de doelstelling om zeldzame soorten met specifieke eigenschappen te beschermen. De Belgische wetgeving voldoet hieraan evenwel niet. Bovendien zijn de Belgische maatregelen niet noodzakelijk en proportioneel om, in voorkomend geval, een dergelijke legitieme doelstelling te realiseren.