This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CN0051
Case C-51/08: Action brought on 12 February 2008 — Commission of the European Communities v Grand Duchy of Luxembourg
Zaak C-51/08: Beroep ingesteld op 12 februari 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Groothertogdom Luxemburg
Zaak C-51/08: Beroep ingesteld op 12 februari 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Groothertogdom Luxemburg
PB C 128 van 24.5.2008, p. 19–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 128/19 |
Beroep ingesteld op 12 februari 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Groothertogdom Luxemburg
(Zaak C-51/08)
(2008/C 128/32)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne en H. Støvlbæk, gemachtigden)
Verwerende partij: Groothertogdom Luxemburg
Conclusies
— |
vast te stellen dat het Groothertogdom Luxemburg, door een nationaliteitsvereiste te stellen voor de toegang tot het ambt van notaris en door richtlijn 89/48/EEG (1) niet uit te voeren voor het ambt van notaris, de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens het EG-Verdrag, in het bijzonder de artikelen 43 EG en 45 EG, en richtlijn 89/48/EEG betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten; |
— |
het Groothertogdom Luxemburg te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Met haar beroep verwijt de Commissie verweerder in de eerste plaats dat hij, door een nationaliteitsvereiste te stellen voor de toegang tot en de uitoefening van het ambt van notaris, in onevenredige mate inbreuk maakt op de vrijheid van vestiging waarin artikel 43 EG voorziet. Artikel 45 EG zondert inderdaad werkzaamheden die een rechtstreekse en specifieke deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag vormen, uit van de werkingssfeer van het hoofdstuk inzake het recht van vestiging. Volgens de Commissie brengen de taken waarmee notarissen onder het Luxemburgse recht zijn belast, echter een dermate geringe deelname aan die uitoefening mee, dat zij niet binnen de werkingssfeer van dit artikel kunnen vallen en een dergelijke belemmering van de vrijheid van vestiging niet kunnen rechtvaardigen. Voor deze taken krijgen notarissen immers niet de bevoegdheid om dwang uit te oefenen, en de nationale wetgever zou minder beperkende maatregelen dan een nationaliteitsvereiste kunnen treffen, zoals bijvoorbeeld de onderwerping van de betrokken marktdeelnemers aan strikte voorwaarden voor toegang tot het ambt, aan bijzondere ambtsplichten en/of aan specifiek toezicht.
Met haar tweede middel verwijt de Commissie verweerder voorts dat hij de op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, door richtlijn 89/48/EEG niet uit te voeren voor het ambt van notaris. Aangezien het een gereglementeerd beroep betreft, is de richtlijn immers volledig van toepassing op dit beroep en het vereiste hoge kwalificatieniveau van notarissen zou gemakkelijk kunnen worden gewaarborgd door een bekwaamheidsproef of door een aanpassingsstage.
(1) Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PB 1989, L 19, blz. 16).