Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0102

Zaak C-102/07: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 10 april 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — adidas AG, adidas Benelux BV/Marca Mode CV, C&A Nederland CV, H&M Hennes & Mauritz Netherlands BV, Vendex KBB Nederland BV (Merken — Artikelen 5, leden 1, sub b, en 2, en 6, lid 1, sub b, van richtlijn 89/104/EEG — Vrijhoudingsbehoefte — Driestrepenbeeldmerken — Door concurrenten als versiering gebruikte tweestrepenmotieven — Verwijt inzake inbreuk op merk en verwatering daarvan)

PB C 128 van 24.5.2008, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/13


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 10 april 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — adidas AG, adidas Benelux BV/Marca Mode CV, C&A Nederland CV, H&M Hennes & Mauritz Netherlands BV, Vendex KBB Nederland BV

(Zaak C-102/07) (1)

(Merken - Artikelen 5, leden 1, sub b, en 2, en 6, lid 1, sub b, van richtlijn 89/104/EEG - Vrijhoudingsbehoefte - Driestrepenbeeldmerken - Door concurrenten als versiering gebruikte tweestrepenmotieven - Verwijt inzake inbreuk op merk en verwatering daarvan)

(2008/C 128/21)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: adidas AG, adidas Benelux BV

Verwerende partijen: Marca Mode CV, C&A Nederland CV, H&M Hennes & Mauritz Netherlands BV, Vendex KBB Nederland BV

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hoge Raad der Nederlanden — Uitlegging van artikel 3, lid 1, sub b en c, van Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB 1989, L 40, blz. 1) — Weigering van inschrijving of nietigheid — Ontbreken van onderscheidend vermogen — Verkrijging door gebruik — Algemeen belang dat beschikbaarheid van tekens die door in aanmerking komend publiek worden opgevat als tekens ter versiering van waar en niet ter onderscheiding daarvan, niet ongerechtvaardigd wordt beperkt

Dictum

De Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, moet aldus worden uitgelegd dat bij de bepaling van de omvang van het uitsluitende recht van de houder van een merk geen rekening kan worden gehouden met de vrijhoudingsbehoefte, behoudens voor zover de in artikel 6, lid 1, sub b, van die richtlijn omschreven beperking van de aan het merk verbonden rechtsgevolgen van toepassing is.


(1)  PB C 82 van 14.4.2007.


Top