Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0398

    Zaak C-398/06: Arrest van het Hof (zevende kamer) van 10 april 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk der Nederlanden (Niet-nakoming — Verblijfsrecht van economisch niet-actieve en gepensioneerde onderdanen van lidstaten van Europese Unie en van Europese Economische Ruimte — Nationale regelgeving en bestuurlijke praktijk die toereikende eigen middelen voor verblijf van ten minste één jaar in ontvangende lidstaat vereist)

    PB C 128 van 24.5.2008, p. 10–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.5.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 128/10


    Arrest van het Hof (zevende kamer) van 10 april 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk der Nederlanden

    (Zaak C-398/06) (1)

    (Niet-nakoming - Verblijfsrecht van economisch niet-actieve en gepensioneerde onderdanen van lidstaten van Europese Unie en van Europese Economische Ruimte - Nationale regelgeving en bestuurlijke praktijk die toereikende eigen middelen voor verblijf van ten minste één jaar in ontvangende lidstaat vereist)

    (2008/C 128/15)

    Procestaal: Nederlands

    Partijen

    Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Condou-Durande en R. Troosters, gemachtigden)

    Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: H. G. Sevenster en M. de Grave, gemachtigden)

    Interveniënt aan de zijde van de verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, (vertegenwoordigers: E. O'Neill, gemachtigde, en J. Stratford, barrister)

    Voorwerp

    Niet-nakoming — Schending van de communautaire regelgeving betreffende het verblijf van burgers van de Unie — Nationale regelgeving en bestuurlijke praktijk volgens welke niet-actieven en gepensioneerden voor de verkrijging van een verblijfsvergunning moeten beschikken over voldoende eigen middelen van bestaan

    Dictum

    1)

    Door nationale bepalingen te handhaven volgens welke economisch niet-actieve en gepensioneerde onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie en van de Europese Economische Ruimte moeten bewijzen dat zij duurzaam over middelen van bestaan beschikken om een verblijfsvergunning te verkrijgen, is het Koninkrijk der Nederlanden de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens de richtlijnen 68/360/EEG van de Raad van 15 oktober 1968 inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der lidstaten en van hun familie binnen de Gemeenschap, 90/364/EEG van de Raad van 28 juni 1990 betreffende het verblijfsrecht, en 90/365/EEG van de Raad van 28 juni 1990 betreffende het verblijfsrecht van werknemers en zelfstandigen die hun beroepswerkzaamheid hebben beëindigd.

    2)

    Het Koninkrijk der Nederlanden wordt verwezen in de kosten.

    3)

    Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland draagt zijn eigen kosten.


    (1)  PB C 294 van 2.12.2006.


    Top