Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0393

Zaak C-393/06: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 april 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Vergabekontrollsenat des Landes Wien — Oostenrijk) — Ing. Aigner, Wasser-Wärme-Umwelt GmbH/Fernwärme Wien GmbH (Overheidsopdrachten — Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG — Aanbestedende dienst ( entité adjudicatrice ) die activiteiten uitoefent die deels binnen werkingssfeer van richtlijn 2004/17/EG en deels binnen die van richtlijn 2004/18/EG vallen — Publiekrechtelijke instelling — Aanbestedende dienst ( pouvoir adjudicateur ))

PB C 128 van 24.5.2008, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/9


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 april 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Vergabekontrollsenat des Landes Wien — Oostenrijk) — Ing. Aigner, Wasser-Wärme-Umwelt GmbH/Fernwärme Wien GmbH

(Zaak C-393/06) (1)

(Overheidsopdrachten - Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG - Aanbestedende dienst („entité adjudicatrice’) die activiteiten uitoefent die deels binnen werkingssfeer van richtlijn 2004/17/EG en deels binnen die van richtlijn 2004/18/EG vallen - Publiekrechtelijke instelling - Aanbestedende dienst („pouvoir adjudicateur’))

(2008/C 128/14)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Vergabekontrollsenat des Landes Wien

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ing. Aigner, Wasser-Wärme-Umwelt GmbH

Verwerende partij: Fernwärme Wien GmbH

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Vergabekontrollsenat des Landes Wien — Uitlegging van artikel 2, lid 1, en artikel 3 van richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134, blz. 1) en van artikel 1, lid 9, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114) — Aanbesteding voor verwarmingsinstallaties — Aanbestedende dienst die een onderneming is waarover de stad Wenen zeggenschap heeft en die openbare diensten verricht (stadsverwarming) — Publiekrechtelijke instelling — Beoordeling van vereiste van mededinging — Toepassing van aanbestedingsprocedures voor Europese markt tevens op in mededinging verrichte activiteiten (in casu, koelsystemen) — Infectietheorie — Geen kruiselingse subsidiëring

Dictum

1)

Een aanbestedende dienst in de zin van richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, moet de in deze richtlijn voorziene procedure enkel toepassen voor het plaatsen van opdrachten die verband houden met activiteiten die deze dienst uitoefent in een of meer van de in de artikelen 3 tot en met 7 van deze richtlijn bedoelde sectoren.

2)

Een entiteit als Fernwärme Wien GmbH moet worden aangemerkt als een publiekrechtelijke instelling in de zin van artikel 2, lid 1, sub a, tweede alinea, van richtlijn 2004/17 en artikel 1, lid 9, tweede alinea, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten.

3)

Voor opdrachten die door een entiteit met de hoedanigheid van publiekrechtelijke instelling in de zin van de richtlijnen 2004/17 en 2004/18 worden geplaatst en die verband houden met de uitoefening van activiteiten van deze entiteit in een of meer van de in de artikelen 3 tot en met 7 van richtlijn 2004/17 bedoelde sectoren, moeten de procedures van deze richtlijn gelden. Daarentegen gelden voor alle andere opdrachten die door deze entiteit worden geplaatst in verband met de uitoefening van andere activiteiten, de procedures van richtlijn 2004/18. Elk van deze twee richtlijnen is van toepassing zonder onderscheid tussen de activiteiten welke die entiteit uitoefent ter vervulling van haar taak te voorzien in behoeften van algemeen belang, en de activiteiten die zij uitoefent onder mededingingsvoorwaarden, zelfs in geval van een boekhouding waarin de scheiding wordt nagestreefd van de sectoren waarbinnen zij werkzaam is, om kruiselingse financiering tussen deze sectoren te voorkomen.


(1)  PB C 310 van 16.12.2006.


Top