Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0331

    Zaak C-331/06: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 3 april 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank te Amsterdam — Nederland) — K. D. Chuck/Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Ouderdomsverzekering — Werknemer die onderdaan is van lidstaat — Socialezekerheidspremies — Verschillende tijdvakken — Verschillende lidstaten — Berekening van tijdvakken van verzekering — Pensioenaanvraag — Woonplaats in derde land)

    PB C 128 van 24.5.2008, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.5.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 128/8


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 3 april 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank te Amsterdam — Nederland) — K. D. Chuck/Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

    (Zaak C-331/06) (1)

    (Ouderdomsverzekering - Werknemer die onderdaan is van lidstaat - Socialezekerheidspremies - Verschillende tijdvakken - Verschillende lidstaten - Berekening van tijdvakken van verzekering - Pensioenaanvraag - Woonplaats in derde land)

    (2008/C 128/12)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Rechtbank te Amsterdam

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: K. D. Chuck

    Verwerende partij: Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

    Voorwerp

    verzoek om een prejudiciële beslissing — Rechtbank te Amsterdam — Uitlegging van artikel 48 van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2) — Ouderdomsverzekering — Berekening van verzekeringstijdvakken van onderdaan van lidstaat die in twee andere lidstaten heeft gewerkt — Woonplaats in derde staat op tijdstip van pensionering

    Dictum

    Artikel 48, lid 2, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004, legt het bevoegde orgaan van de laatste lidstaat waar de werknemer die onderdaan is van een lidstaat, woonachtig was, de verplichting op om bij de berekening van het ouderdomspensioen van die werknemer, die op het tijdstip van de aanvraag voor uitbetaling van dit pensioen in een derde land woont, de tijdvakken van arbeid in een andere lidstaat onder dezelfde voorwaarden in aanmerking te nemen als wanneer deze werknemer nog altijd op het grondgebied van de Europese Gemeenschap zou hebben gewoond.


    (1)  PB C 281 van 18.11.2006.


    Top