Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0446

Zaak C-446/06: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 28 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het College van Beroep voor het bedrijfsleven — Nederland) — A. G. Winkel/Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Rundvlees — Gemeenschappelijke ordening van markten — Verordening (EG) nr. 1254/1999 — Artikel 3, sub f) — Toekenning van zoogkoeienpremie — Voorwaarden die overeenstemmen met gangbare veeteeltpraktijk)

PB C 107 van 26.4.2008, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 107/5


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 28 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het College van Beroep voor het bedrijfsleven — Nederland) — A. G. Winkel/Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

(Zaak C-446/06) (1)

(Rundvlees - Gemeenschappelijke ordening van markten - Verordening (EG) nr. 1254/1999 - Artikel 3, sub f) - Toekenning van zoogkoeienpremie - Voorwaarden die overeenstemmen met gangbare veeteeltpraktijk)

(2008/C 107/07)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: A. G. Winkel

Verwerende partij: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — College van Beroep voor het bedrijfsleven — Uitlegging van artikel 3, lid 1, sub f, van verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160, blz. 21) — Verenigbaarheid van een nationale regeling die de toekenning van een zoogkoeienpremie afhankelijk stelt van vereisten verband houdend met een gangbare veeteeltmethode

Dictum

Artikel 3, sub f, van verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1512/2001 van de Raad van 23 juli 2001, staat niet in de weg aan een nationale regeling die het recht op zoogkoeienpremie afhankelijk stelt van met gangbare veeteeltpraktijken overeenstemmende voorwaarden die enerzijds voorzien in een bepaalde afkalffrequentie en anderzijds bepalen dat het kalf gedurende ten minste vier maanden na de geboorte door de moederkoe is gezoogd.


(1)  PB C 326 van 31.12.2006.


Top