Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0263

Zaak C-263/06: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Carboni e derivati Srl/Ministero dell'Economia e delle Finanze, Riunione Adriatica di Sicurtà SpA (Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen dumpingpraktijken — Antidumpingrecht — Hematietgietijzer van oorsprong uit Rusland — Beschikking nr. 67/94/EGKS — Vaststelling van douanewaarde met oog op toepassing variabel antidumpingrecht — Transactiewaarde — Opeenvolgende verkopen tegen verschillende prijzen — Bevoegdheid van douaneautoriteiten om prijs van verkooptransactie voorafgaand aan die op basis waarvan douaneaangifte is gedaan, in aanmerking te nemen)

PB C 107 van 26.4.2008, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 107/2


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Carboni e derivati Srl/Ministero dell'Economia e delle Finanze, Riunione Adriatica di Sicurtà SpA

(Zaak C-263/06) (1)

(Gemeenschappelijke handelspolitiek - Bescherming tegen dumpingpraktijken - Antidumpingrecht - Hematietgietijzer van oorsprong uit Rusland - Beschikking nr. 67/94/EGKS - Vaststelling van douanewaarde met oog op toepassing variabel antidumpingrecht - Transactiewaarde - Opeenvolgende verkopen tegen verschillende prijzen - Bevoegdheid van douaneautoriteiten om prijs van verkooptransactie voorafgaand aan die op basis waarvan douaneaangifte is gedaan, in aanmerking te nemen)

(2008/C 107/03)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Carboni e derivati Srl

Verwerende partijen: Ministero dell'Economia e delle Finanze, Riunione Adriatica di Sicurtà SpA

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Corte suprema di cassazione — Uitlegging van artikel 147 van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening nr. 1762/95 — Berekeningsgrondslag van antidumpingrecht — Mogelijkheid voor douaneautoriteit om rekening te houden met prijs van verkoop van waren die plaatsvond vóór verkoop waarop douaneaangifte is gebaseerd — Hematietgietijzer van oorsprong uit Rusland

Dictum

Ingevolge artikel 1, lid 2, van beschikking nr. 67/94/EGKS van de Commissie van 12 januari 1994 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer in de Gemeenschap van hematietgietijzer van oorsprong uit Brazilië, Oekraïne, Polen en Rusland, mogen de douaneautoriteiten de douanewaarde voor de toepassing van het bij deze beschikking ingestelde antidumpingrecht niet bepalen op basis van de prijs die voor de betrokken goederen is gefactureerd bij een verkoop voorafgaand aan die waarvoor de douaneaangifte is gedaan, wanneer de prijs in de aangifte overeenkomt met de door de importeur werkelijk betaalde of te betalen prijs.

Wanneer de douaneautoriteiten gegronde twijfel koesteren over de waarachtigheid van de aangegeven waarde en hun twijfel is bevestigd nadat zij om aanvullende informatie hebben verzocht en de betrokkene een redelijke gelegenheid hebben geboden om te reageren op de redenen voor die twijfel, terwijl het niet mogelijk is de werkelijk betaalde of te betalen prijs vast te stellen, kunnen zij overeenkomstig artikel 31 van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek de douanewaarde voor de toepassing van het bij beschikking nr. 67/94 ingestelde antidumpingrecht berekenen aan de hand van de prijs die voor de betrokken goederen is overeengekomen bij de eerdere verkoop die het dichtst ligt bij de verkoop waarvoor de douaneaangifte is gedaan en ten aanzien waarvan de douaneautoriteiten geen objectieve redenen hebben om de waarachtigheid te betwijfelen.


(1)  PB C 224 van 16.9.2006.


Top