Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex
Έγγραφο 62008TN0105
Case T-105/08 P: Appeal brought on 26 February 2008 by Kris Van Neyghem against the judgment of the Civil Service Tribunal delivered on 13 December 2007 in Case F-73/06, Van Neyghem v Commission
Zaak T-105/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 26 februari 2008 door Kris Van Neyghem tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 13 december 2007 in zaak F-73/06, Van Neyghem/Commissie
Zaak T-105/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 26 februari 2008 door Kris Van Neyghem tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 13 december 2007 in zaak F-73/06, Van Neyghem/Commissie
PB C 107 van 26.4.2008, σ. 39 έως 39
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.4.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 107/39 |
Hogere voorziening ingesteld op 26 februari 2008 door Kris Van Neyghem tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 13 december 2007 in zaak F-73/06, Van Neyghem/Commissie
(Zaak T-105/08 P)
(2008/C 107/66)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirant: Kris Van Neyghem (Vissenaken, België) (vertegenwoordigers: S. Rodrigues en C. Bernard-Glanz, advocaten)
Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
de hogere voorziening ontvankelijk te verklaren; |
— |
het arrest van de Tweede kamer van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 13 december 2007 in zaak F-73/06 te vernietigen; |
— |
de vorderingen tot nietigverklaring en schadevergoeding die rekwirant bij het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft ingediend toe te wijzen; |
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten van de beide procedures. |
Middelen en voornaamste argumenten
In zijn hogere voorziening verzoekt rekwirant om vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken houdende verwerping van zijn beroep strekkende tot, enerzijds, nietigverklaring van het besluit van de jury van algemeen vergelijkend onderzoek EPSO/A/19/04 om hem niet tot het mondelinge examen van dat vergelijkend onderzoek toe te laten en, anderzijds, vergoeding van de materiële en immateriële schade die hij zou hebben geleden.
Tot staving van zijn hogere voorziening voert hij één middel aan, ontleend aan de verkeerde opvatting van een voor het Gerecht voor ambtenarenzaken overgelegd bewijsstuk, meer in het bijzonder van een kopie van het schriftelijk examen.
Bovendien stelt hij dat het Gerecht voor ambtenarenzaken het ontbreken van een kennelijke beoordelingsfout van de voorzitter van de jury bij de vergelijking van het aan rekwirant toegekende cijfer en de schriftelijke beoordeling op de beoordelingsfiche, ontoereikend heeft gemotiveerd.