Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008TN0044

Zaak T-44/08: Beroep ingesteld op 24 januari 2008 — Shetland Islands Council/Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 107 van 26.4.2008, p. 27–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 107/27


Beroep ingesteld op 24 januari 2008 — Shetland Islands Council/Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-44/08)

(2008/C 107/46)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Shetland Islands Council (Lerwick, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: E. Whiteford, Barrister, R. Murray, Solicitor, en R. Thompson QC)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring van de artikelen 1, lid 2, 3, 4 en 5 van de beschikking; en

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker is een overheidsinstantie die aan de visserijsector bedragen heeft betaald op grond van twee algemene steunmaatregelen, genaamd „Aid to Fish Catching and Processing Industry” (Steun voor de visserijsector en de visverwerkende industrie) en „Aid to the Fish Farming Industry” (Steun voor de viskwekerijsector), die bestaan uit verschillende soorten steunregelingen. Een van deze regelingen was de „First Time Shareholders Scheme” (Regeling voor personen die voor het eerst aandeelhouder zijn). De Commissie was van oordeel dat de door het Verenigd Koninkrijk op grond van deze regeling verleende steun onverenigbaar was met de gemeenschappelijke markt voor zover het ging om steun aan personen die voor het eerst een aandeel in een tweedehands vissersvaartuig hadden verworven.

Verzoeker vordert in zijn beroepschrift gedeeltelijke nietigverklaring krachtens artikel 230 EG van de beschikking de van Commissie van 13 november 2007, Steunmaatregel C 39/06 (ex NN 94/05) — Toepassing van de „Regeling voor personen die voor het eerst aandeelhouder zijn” in het Verenigd Koninkrijk. Hij vordert met name nietigverklaring van de artikelen 1, lid 2, 3, 4 en 5 van de bestreden beschikking, en wel op de volgende gronden:

1)

de Commissie heeft zijns inziens blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat alle bedragen betaald voor het voor het eerst verwerven van een aandeel in een tweedehands vissersvaartuig onverenigbaar waren met de gemeenschappelijke markt en moesten worden terugbetaald;

2)

de Commissie heeft zijns inziens blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de terugvordering van die bedragen verenigbaar zou zijn met:

a)

artikel 14, lid 1, van verordening (EG) nr. 659/1999 (1); en

b)

de algemene beginselen van rechtszekerheid, bescherming van het gewettigde vertrouwen en gelijke behandeling.


(1)  Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB 1999, L 83, blz. 1).


Top