This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62007CN0344
Case C-344/07 P: Appeal brought on 25 July 2007 by Focus Magazin Verlag GmbH against the judgment of the Court of First Instance (Third Chamber) delivered on 16 May 2007 in Case T-491/04 Merant GmbH v Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) , Intervener: Focus Magazin Verlag GmbH
Zaak C-344/07 P: Hogere voorziening ingesteld op 25 juli 2007 door Focus Magazin Verlag GmbH tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 16 mei 2007 in zaak T-491/04, Merant GmbH/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), interveniënte: Focus Magazin Verlag GmbH
Zaak C-344/07 P: Hogere voorziening ingesteld op 25 juli 2007 door Focus Magazin Verlag GmbH tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 16 mei 2007 in zaak T-491/04, Merant GmbH/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), interveniënte: Focus Magazin Verlag GmbH
PB C 79 van 29.3.2008, p. 11–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 79/11 |
Hogere voorziening ingesteld op 25 juli 2007 door Focus Magazin Verlag GmbH tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 16 mei 2007 in zaak T-491/04, Merant GmbH/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), interveniënte: Focus Magazin Verlag GmbH
(Zaak C-344/07 P)
(2008/C 79/20)
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirante: Focus Magazin Verlag GmbH (vertegenwoordigers: M. Herrmann en B. Müller, Rechtsanwälte)
Andere partijen in de procedure:
1. |
Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) |
2. |
Merant GmbH |
Conclusies
— |
het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Derde kamer) van 16 mei 2007 in zaak T-491/04 te vernietigen en het beroep te verwerpen. |
Middelen en voornaamste argumenten
1. |
Het arrest berust op een onjuiste uitlegging van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (1) en dus op een aanzienlijke inbreuk op de rechten van interveniënte/rekwirante. |
2. |
Aan de inbreuk ligt een onjuiste en beperkte beoordeling van de feiten ten grondslag alsmede een ruime uitlegging van het begrip „gevaar voor verwarring” in de zin van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94. |
3. |
De door het Gerecht gehanteerde uitlegging van de conceptuele inhoud van het teken „MICRO FOCUS” als „kleine focus” strookt niet met de algemene beginselen ter zake van verwarringsgevaar. Deze uitlegging kan alleen aan het begrip worden toegeschreven in geval van onjuiste toepassing van de grammaticaregels van de Duitse taal. Op basis van deze uitlegging van het teken „MICRO FOCUS” concludeert het Gerecht ten onrechte dat alleen het bestanddeel „Focus” van het volledige woord-/beeldteken „MICRO FOCUS” moet worden vergeleken met het teken „FOCUS” waarvoor een aanvraag is ingediend. Rekening hiermee houdend heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door een gevaar voor verwarring aan te nemen. Zou het Gerecht het volledige woord-/beeldteken „MICRO FOCUS” in aanmerking hebben genomen, dan zou het tot een juiste uitlegging van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 zijn gekomen. |