EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CN0506

Zaak C-506/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de la Coruña (Spanje) op 20 november 2007 — Lubricantes y Carburantes Galaicos, S.L. ( Lubricarga )/Petrogal Española, S.A., thans GALP Energía España SAU

PB C 37 van 9.2.2008, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/6


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de la Coruña (Spanje) op 20 november 2007 — Lubricantes y Carburantes Galaicos, S.L. („Lubricarga”)/Petrogal Española, S.A., thans „GALP Energía España SAU”

(Zaak C-506/07)

(2008/C 37/07)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Audiencia Provincial de la Coruña

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Lubricantes y Carburantes Galaicos, S.L. („Lubricarga”)

Verwerende partij: Petrogal Española, S.A., thans „GALP Energía España SAU”

Prejudiciële vragen

1)

Indien de tussen „Lubricarga S.L.” en „Petrogal S.A.” gesloten overeenkomst een „de minimis”-overeenkomst is, valt zij dan in alle gevallen buiten de werkingssfeer van artikel 85 EEG-Verdrag, of dient deze bepaling er ondanks die kwalificatie toch op te worden toegepast wanneer de tankstationhouder wordt verplicht de door de leverancier vastgestelde detailhandelsprijs te hanteren en/of wanneer de wederverkoper exclusieve afnameverplichtingen en concurrentieverboden worden opgelegd zonder dat daarbij de temporele beperkingen in acht worden genomen die zijn vastgesteld in verordening (EEG) nr. 1984/83 van de Commissie (1) en verordening (EG) nr. 2790/1999 van de Commissie (2)?

2)

Indien op de onderhavige zaak verordening nr. 1984/83 van toepassing is, die verticale exclusiviteitsovereenkomsten voor tankstations van onbepaalde duur of van meer dan tien jaar verbiedt, afgezien van de in artikel 12, lid 2, voorziene uitzondering dat wanneer „de overeenkomst betrekking heeft op een tankstation dat de leverancier aan de wederverkoper heeft overgedragen op grond van een huur- of een pachtovereenkomst of in het kader van een andere juridische of feitelijke gebruiksrelatie, […] de wederverkoper, niettegenstaande lid 1, sub c, de in deze titel aangegeven exclusieve afnameverplichtingen en concurrentieverboden [mogen] worden opgelegd voor de gehele periode gedurende welke hij het tankstation feitelijk exploiteert”, valt onder deze vrijstelling dan een geval als het onderhavige, waarin Lubricarga, eigenares van de grond, ingevolge de privaatrechtelijke overeenkomst van 27 juli 1990 en de notariële akte van 10 oktober 1995, aan Galp een recht van opstal heeft verleend voor de duur van 25 jaar, en laatstgenoemde zich heeft verbonden op die grond een tankstation te bouwen onder het beding dat het bedrijf na de bouw voor een zelfde periode ter exploitatie aan Lubricarga zou worden overgedragen, met de daaraan verbonden verplichting alle brandstoffen voor motorrijtuigen en andere brandstoffen exclusief af te nemen van de aardoliemaatschappij?

3)

Indien op de onderhavige zaak verordening nr. 2790/1999 van toepassing is, waarvan artikel 5 bepaalt dat „de beperking van de duur tot vijf jaar niet van toepassing is wanneer de contractgoederen of -diensten door de afnemer worden verkocht in lokaliteiten en op terreinen die eigendom van de leverancier zijn of door de leverancier worden gehuurd van een derde, niet met de afnemer verbonden partij, en mits de looptijd van het niet-concurrentiebeding niet langer is dan de periode gedurende welke de afnemer de lokaliteiten en terreinen in gebruik heeft”, valt onder deze vrijstelling dan een geval als het onderhavige, waarin Lubricarga, eigenares van de grond, ingevolge de privaatrechtelijke overeenkomst van 27 juli 1990 en de notariële akte van 10 oktober 1995, aan Galp een recht van opstal heeft verleend voor de duur van 25 jaar, en laatstgenoemde zich heeft verbonden om op die grond een tankstation te bouwen onder het beding dat het bedrijf na de bouw voor een zelfde periode ter exploitatie aan Lubricarga zou worden overgedragen, met de daaraan verbonden verplichting alle brandstoffen voor motorrijtuigen en andere brandstoffen exclusief af te nemen van de aardoliemaatschappij?

4)

Nu artikel 85[, lid 1, sub a,] EEG-Verdrag het zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen verbiedt en de achtste overweging van de considerans van verordening nr. 1984/83 bepaalt dat „voor verdere concurrentiebeperkende verplichtingen, en met name die welke de vrijheid van de wederverkoper beperken om zijn prijzen of andere verkoopvoorwaarden te bepalen, of om zijn afnemers te kiezen, ingevolge deze verordening evenwel geen vrijstelling kan worden verleend”, zijn deze bepalingen dan van toepassing op een overeenkomst als de onderhavige, waarvan de tiende clausule en bijlage I bepalen dat de leverancier concurrerende prijzen zal stellen en dat „de aan de eigenaar toe te kennen kortingen niet lager zullen zijn dan het gemiddelde van de provisies die worden ontvangen door de exploitanten van de drie (naar omzet gemeten [grootste]) ondernemingen op dezelfde geografische markt als het tankstation”, omdat dit betekent dat de overeenkomst hoe dan ook de mogelijkheid van de afnemer om de verkoopprijs te bepalen kan beperken?

5)

Nu artikel 85 [, lid 1, sub a,] EEG-Verdrag het zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen verbiedt en in verordening nr. 2790/99 de vaststelling van de wederverkoopprijzen als een bijzonder ernstige beperking van de mededinging wordt aangemerkt, zijn deze bepalingen dan van toepassing op een overeenkomst als de onderhavige, waarvan de tiende clausule en bijlage I bepalen dat de leverancier concurrerende prijzen zal stellen en dat „de aan de eigenaar toe te kennen kortingen niet lager zullen zijn dan het gemiddelde van de provisies die worden ontvangen door de exploitanten van de drie (naar omzet gemeten [grootste]) ondernemingen op dezelfde geografische markt als het tankstation”, omdat dit betekent dat de overeenkomst hoe dan ook de mogelijkheid van de afnemer om de verkoopprijs te bepalen kan beperken?


(1)  Verordening van 22 juni 1983 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen exclusieve afnameovereenkomsten (PB L 173, blz. 5).

(2)  Verordening van 22 december 1999 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (PB L 336, blz. 21).


Top